betekend van een wilde, maar kortstondige amoureuze verhouding. Nu hoorde hij ook het nerveuze geklik van de kralen van de rozenkrans in de zak van de ochtendjas.
‘My draft eh? Ten, maybe eleven knots, mister the pilot.’
Als adspirant had hij al geleerd dat een Griek geenszins betekende dat het schip onder Griekse vlag voer. Het was eerder een soortnaam voor een vaartuig waar alles aan mankeerde. Het zou naïef zijn om te veronderstellen dat de gezagvoerder van de Ocean Pride onkundig was over de betekenis van het woord draft. Wel kon De Vries er staat op maken dat er iets met de diepgang niet in orde was. Mogelijk had hij het schip overladen en dat zou ook de reden kunnen zijn dat hij in Vlissingen de diepgang niet had kunnen aflezen.
‘No captain, not the speed, but I ask for your draft, how many feet is your maximum draft?’
‘O captain pilot, sorry but I understand you, you want to know my draft, eh. How much you want?’
Deze vertoning was nieuw voor Pieter de Vries. Hoe vaak had hij niet betoogd dat het loodsenvak zo interessant bleef, omdat je iedere reis voor nieuwe verrassingen kwam te staan waarvoor je een oplossing moest proberen te vinden? Het was zaak nu kalm te blijven.
‘Captain, are your anchors ready? We are going to anchor in about two hours and a half on Hansweert roads, about halfway Antwerp.’
‘You bring my ship at anchor, why?’
‘Why, captain? Because twenty-eight feet is too much draft with low water, that's why.’
De pientere oogjes keken De Vries verbaasd aan.
‘Who said my draft is twenty-eight feet? It is only twenty-five feet, okay, maybe twenty-five and six inches.’
De steward bracht de koffie met een glaasje water, Griekse koffie, een kopje halfvol met mierzoete koffie en de rest drab. Het glaas water negeerde De Vries, dat zou wel net zo onbetrouwbaar zijn als de rest aan boord van de Ocean Pride.
‘Quartermaster, starboard fifteen.’
‘Starboard fifteen, sir!’
Langzaam draaide het schip naar stuurboord.
‘Course one-seven-o.’
‘One-seven-o, sir.’ Boei nummer zeventien kwam nu even op stuurboordsboeg te liggen en de gezagvoerder volgde enige tijd hoe zijn schip door de Pas van Terneuzen naar de Zuidwal liep. Het geklik van de kralen van zijn rozenkrans klonk nu wat driftiger en opeens scheen de kapitein een besluit te hebben genomen. Hij hield stil bij de loods.