Achterebbe: de ebstroom tegen laagwater, verder stroomafwaarts begint al vloed te lopen. |
Afgehaald: de loods is van boord gehaald, de loodsdienst is beëindigd. |
Afgemaakt voor de west: het eerstvolgende schip voor de Wielingen is voor de loods die afgemaakt is voor de west. |
Bemand op een kof: bemand = aan boord gezet om te beloodsen; kof = oorspronkelijk Groningse kustvaarder met zeilen en hulpmotor. Nu elk schip beneden de 1000 ton. |
Boerenacht: een hele nacht slapen. |
Bolletjesbeurt: beurt voor vrije dagen. Na bepaalde tijd niet meer bemand. |
Giertij: de tijen rond springtij. |
Griek: een vuil en oud schip waarop je op alles voorbereid moet zijn. |
Hij heeft mij geschuurd: om een of andere reden is hij bemand op een schip dat voor mij bestemd was. |
Hij heeft zijn pennetje getrokken: de loods is gestorven (pennetje van de beurtrol). |
Kneusje: iemand die om een bepaalde reden verlichte dienst mag doen. |
Kruisjesbeurt: beurt voor verlof. Na bepaalde tijd niet meer bemand. |
Patat: aanvaring. |
Roeiers: het personeel van de loodsenwacht. Vroeger waren zij de roeiers van de sloepen. |
Schip is achteruit: een schip is door de kotter bemand en komt voor de binnenloods met een zeeloods naar binnen. |
Springen voor een duizendtonner: een schip is te groot voor de categorie loods die op de beurt staat en een hogere-categorie loods moet het schip bemannen. |
ss zus en zo is uitgebrand: de bestelling van een loods voor het betreffende schip is gecanceld. |
Stoepje: een senior-zeeloods die schepen gaat halen, bijvoorbeeld uit Hamburg of Rotterdam. |
Stoomboot in: een waarschuwing voor de binnenloods dat zijn schip op de rede komt om naar bijvoorbeeld Antwerpen bemand te worden. |
Voorvloed: het begin van de vloed in Vlissingen; Hansweert 1 uur, Antwerpen 2 uur later. |
Vuiltje: een kof die niet sneller loopt dan 5 à 7 mijl per uur. |
Wil je dóórkomen: de waarschuwing dat je zo spoedig mogelijk moet komen om een schip te bemannen. |