Makkers
‘Kom niet aan m'n makkers!’ luidt de slogan op de handvormige button waarmee de jeugdtroepen van de vakbeweging het toenemend racisme hopen te bestrijden. Het initiatief is sympathiek, maar waarom zo'n ouderwets woord als makkers gekozen? Dat gebruikt toch niemand meer, zelfs geen vakbondsbestuurder die tegen z'n pensioen loopt. Zijn jongeren niet langer vernieuwers van taal?
In makkers klinkt iets door van een strijd die ooit gevoerd had moeten worden, maar waar het nooit echt van gekomen is. Het woord duikt niet voor niets op in het refrein van de Internationale. Henriëtte Roland Holst heeft rond 1900 het ‘C'est la lutte finale’ van Eugène Pottier namelijk nogal vrij vertaald met ‘Makkers ten laatste male’.
In 1938 maakte Teun de Vries daarvan: ‘Makkers, hoort de signalen’. Pas honderd jaar nadat Pottier de Franse tekst schreef, in 1971, verdween makkers uit de Nederlandse Internationale. Jacques Firmin Vogelaar koos voor ‘Volk'ren hoort de signalen!’ en Jaap van de Merwe maakte een geheel nieuwe vertaling van de Franse tekst: ‘Nu is 't uit. Niet meer dralen.’ En zo zingen we alleen nog met Sinterklaas over makkers (‘staakt uw wild geraas’).
Jan van Nijlen was de laatste Nederlandse dichter die - in 1927 - het woord gebruikte. ‘Hoe meer ik doordring in/ Het zondig hart der stad/ En door steeds meerdren hoor/ Mij vriend of makker noemen/ En 't leven hard en mat/ Ik raad niet meer des nachts/ Den geur der vroege bloemen.’
Uit de tijd dus, dat makkers. Van Dale gebruikt zelfs oude woorden om het begrip te omschrijven (‘gezel, maat, medescholier, speelgenoot, kameraad’). Konden die vakbondsjongens niets beters verzinnen? ‘Het was heel moeilijk een pope vertaling te vinden voor het Touche pas à mon pote van de Franse actie,’ zegt de 23-jarige Ronald van Driel, actie-coördinator en jongerenmedewerker van de Bouw- en Houtbond FNV.
In België staat op de button ‘Het is m'n vriend. Blijf er af!’ Waarom is die leus niet in Nederland gebruikt? Van Driel: ‘We zochten een sekse-neutraal woord. En dan valt vriend of vriendje af. En vriend/in vonden we niet mooi. We hebben nog even aan gabbers gedacht, maar dan zit je met hetzelfde probleem.’
Op de voorpagina van Le Monde heeft Bruno Frappat inmiddels Nederlandse katholieken als Gijsen en Simonis aangeduid als de ‘tendance touche pas à mon pape’.