Alexander
Hoe spreekt een Koningskind? ‘Naar mijn gevoel praat hij gewoon ABN,’ schrijft Renate Rubinstein in haar boekje over Prins Willem-Alexander. Haar neefje Maurits, die zelf een licht Amsterdams jeugdaccent heeft, hoort in hem het licht Haagse. Geertsema daarentegen vindt dat Willem-Alexander plat praat en zo weten we het dus nog niet.
Het RVD-boekje van Rubinstein vind ik, in tegenstelling tot hetgeen de meeste recensenten beweren, aardig, integer en informatief. Je komt een hoop over Alexander te weten, voor zover een jongen van zeventien al iets voorstelt. Alleen weet je net als bij sommige concerten niet precies wanneer het ophoudt, wanneer je echt de laatste klanken hebt gehoord. Het einde wordt steeds opgeschoven. De laatste hoofdstukken heten: Restant, Laatste avond, Afscheid van de school, Afscheid van Alexander, De monarchie en Slot.
Rubinstein heeft in haar boekje één hoofdstuk vrijgemaakt om te vertellen over het taalgevoel van de prins. Volgens haar kan hij perfect de dialogen nadoen van Jacobse en Van Es en weet hij dat dit niet echt plat Haags is. ‘Hagenezen uit de Schilderswijk praten nog heel anders.’ Ook kan hij Maastrichts en Baarns nadoen en praat hij accentloos Engels en Duits. Maar dat stampen hetzelfde is als blokken, schijnt hij niet te weten, zo blijkt op pagina 48.
Helaas heeft Rubinstein, die zelf klinkt als een ouderwetse schooljuffrouw, maar twee keer gebruik gemaakt van een bandopnemer, zodat de meeste opinies van Alexander in haar eigen woorden staan weergegeven en het taalgebruik van de prins dus moeilijk te beoordelen valt. Uit de citaten die wel letterlijk zijn, krijgt de lezer de indruk dat onze toekomstige Koning wat ouwelijk spreekt, terwijl hij niet die indruk wekt in de beschrijvingen.
Ouwelijk dus, want welke jongen van 17 zegt tegenwoordig nog dat hij tegen een huis heeft gewaterd. Gepist, gepiest of gesast, maar gewaterd is een woord dat mijn vader zelfs niet meer gebruikt. En wat moeten we van de volgende zin denken? ‘Ik heb zojuist mijn grootmoeder opgebeld, ze is 83 geworden.’ Grootmoeder zweemt naar Ot en Sien, maar het kan best zijn dat de moeder van Claus grootmoeder wordt genoemd om haar te onderscheiden van oma Juliana. Ik had ook een opa én een grootvader.
Een prangende vraag is onbeantwoord gebleven: blijft het koninginnedag of krijgen we straks koningsdag? Er verandert veel met een man op de troon. ‘Alle schepen zullen ze moeten omdopen, de hele post,’ zegt hij zelf.