PEC-RSV
‘De S heeft de RSV verlaten’, riepen Vlissingers verheugd toen op 24 mei 1983 de Koninklijke Maatschappij de Schelde weer zelfstandig werd. Ze waren niet alleen blij dat hun werf behouden kon blijven, maar ook dat ze die R en V eindelijk kwijt waren. De afkorting RSV had voor Scheldewerknemers immers geen betekenis. Zoals PC-reizen een leeg woord is in vergelijking met Volkskrantreizen.
Afkortingen benoemen wel, maar verklaren niet. Met afkortingen worden buitenstaanders geweerd. OZO voor Oranje Zal Overwinnen (tijdens de bezetting) en NOS voor Niet Ons Soort (Heemstede en omgeving). De parlementariës maken zich ook schuldig aan een ruim gebruik van onbegrijpelijke afkortingen. Het debat van afgelopen week leek soms op een verslag van de voetbalwedstrijd PEC-RSV, respectievelijk Parlementaire Enquêtecommissie en Rijn-Schelde-Verolme.
De commissieleden hebben met de afkortingen humor bedreven. Hoofdstuk 23 in het RSV-rapport heet: De ROS - het doodgeboren paard. ROS staat voor Rotterdamse Offshore en Scheepsbouw Combinatie, lees ik in de ‘lijst met gebruikte afkortingen’ achterin het RSV-rapport. Daar staat ook F'66 en dat is geen verschrijving van F-16 maar van D'66. De lelijkste afkorting is gereserveerd voor het bedrijf met de mooiste naam: MMWOPS, dat wil zeggen Making Money While Other People Sleep. In Nederland, denk je daar dan achter.
Bij sommige afkortingen zijn de gebruikers vergeten waar de afkorting eigenlijk voor staat. De Algemene Bank Nederland afficheert zich op de gevel als ABN Bank. Twee keer bank dus. Maar is dat fout? ABN is een typisch letterwoord en volgens Heidbuchel zijn ‘letterwoorden wel als afkorting ontstaan, maar door het gebruik woorden geworden.’ ABN is dus een nieuw woord, net als de afkortingen van oude omroepen. Alleen de Turk in Van Kooten en De Bie spreekt nog over de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep (van V.P.R.O. via VPRO tot Vpro).
Heidbuchel vindt dat je afkortingen moet beperken tot de gebruikelijke en algemeen aanvaardbare vormen, die aan een werkelijke behoefte beantwoorden. Een betere regel is dat afkortingen voor zichzelf moeten spreken. Ze zouden geen verklaring nodig moeten hebben.
De redactie van Van Dale (tiende druk) heeft het daar zichtbaar moeilijk mee. Ze besluit de lijst van redactionele afkortingen met: ‘De namen van geciteerde auteurs zijn enkele malen afgekort, zonder dat dit speciale verklaring behoeft.’ Vervolgens geeft de redactie die speciale verklaring (Bild. voor Bilderdijk; Potg. voor Potgieter; B. Huet voor Busken Huet) om tot slot te schrijven dat deze afkortingen ‘voor zichzelf spreken’.