president Den Uyl. In de sociaal-economisch-financiële hoek waren de heren Boersma en Duisenberg toen meer preponderant dan de heer Lubbers. Als er verschillen van inzicht waren over zijn beleid, was het de woordvoerder economische zaken van de VVD-fractie, Van Aardenne, die het woord voerde.
Ik had nog geen idee van wat hij later zou worden. Ministers van Economische Zaken die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven keren daar heel vaak naar terug. Dat gebeurde met de heer Andriessen, die in de raad van bestuur kwam van de Koninklijke Emballage Industrie Van Leer, voordat hij voorzitter werd van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond NCW. En dat gebeurde ook met de heer Langman, de directe voorganger van de heer Lubbers, die lid werd van de raad van bestuur van de Algemene Bank Nederland.
Pas in een latere fase van zijn ministerschap kon je merken dat zijn rol anders werd. Op een gegeven ogenblik liet hij blijken in de politiek te willen blijven. Dat was toch wel uitzonderlijk. Hij stelde zich beschikbaar voor de kandidatenlijst en hij kreeg daar ook een zekere positie op. Tot dan toe speelde hij misschien wel een rol in het kabinet zelf, maar voor de parlementaire buitenwacht waren het toch vooral de heren De Gaay Fortman, Van Agt en Boersma die in het CDA-smaldeel het gezicht bepaalden.
Toen ik in 1977 met de heer Van Agt ging praten over mogelijk meeregeren, kwamen wij op het lucide idee om twee anderen uit onze groeperingen te belasten met het schrijven van de sociaal-economische paragraaf van het regeerakkoord. Voor de VVD was dat Van Aardenne. Van Agt koos Rinus Peijnenburg, een van zijn vertrouwelingen. De heer Lubbers was minister van Economische Zaken geweest, maar voor zover ik dat kon bezien speelde hij in de formatie van het kabinet van Van Agt en mij geen rol.
Hij kwam pas echt politiek op het tapijt toen hij in 1978 de heer Aantjes opvolgde. Fractievoorzitter Aantjes was de sprekende man als het ging om de politieke plaatsbepaling van de CDA-fractie ten opzichte van het kabinet. Hij liet zich niet overspelen door zijn tweede man, toen Lubbers. Toen Aantjes weg ging, kwam de heer Lubbers vanuit de coulissen naar voren.
Tijdens de twee kabinetten-Lubbers is er elke week overleg tussen de premier, de vice-premier en de beide fractievoorzitters.