Daar hebben ze samen nog wel een paar stuivers moeten insteken, maar het bedrijf heeft sindsdien een aardige ontwikkeling doorgemaakt.
In Gorinchem hebben ze wel gezegd dat Lubbers en De Groot lijkepikkers waren die uit het sterfhuis voor weinig geld een goed onderdeel hadden opgekocht. Maar dat is niet terecht, want het was echt een failliete boel. De Vries Robbé heeft dan sociaal gezien misschien wel veel voor de bevolking van Gorinchem betekend, hij heeft wel vergeten dat zijn bedrijf een zakelijke aangelegenheid was.
Die Jaap de Groot, zelf afkomstig van Kloos, is groot geworden van koppelbazen. Die was er berucht om en gaf het ook ronduit toe. “Ja joh, je moet niet zeuren,” zei hij altijd. Dat bij dat Gorinchemse bedrijf ook van koppelbazen gebruik werd gemaakt, wil ik wel overeind houden, maar het juridische bewijs kan ik niet leveren. Ik heb er meermalen gesprekken over gehad en de directeur van Mercon verteld dat het gedonder afgelopen moest zijn, maar ze deden het langs zoveel verschillende kanalen en via zoveel verschillende onderaannemers, dat er geen vinger achter was te krijgen.
Het had ook wel zijn oorzaken. Mercon had een tamelijk krappe bezetting. Dat was afgesproken met de vakbonden. “Ga hier nou niet weer beginnen met een paar honderd man als je maar voor honderd mensen werk hebt,” zeiden wij, “want dan gaat het binnen de kortste keren naar de knoppen.” Als de werkzaamheden uit de hand zouden lopen, konden de eigenaren De Groot en Hollandia wel de nodige mankracht leveren.
Dat is ook wel gebeurd. Maar als De Groot dan zelf een werkploeg neerzette, is het bewijs dat van koppelbazen gebruik is gemaakt al niet meer te leveren. Toen dit speelde was Ruud Lubbers trouwens al lang bij Hollandia vertrokken.
Toen hij in 1973 minister werd kwam dat wel als een verrassing voor ons bij de bond. Maar al snel stelden we vast dat hij het best zou kunnen. Het was immers een handige jongen.
Ik ben hem later nog een keer tegengekomen. Hij was toen gastspreker op een scheepsbouwdag die wij hadden georganiseerd. Zijn inleiding werd toen wel beschouwd als een van de beste. Iedereen was het er destijds over eens dat de scheepsbouw gesaneerd moest worden, maar elke werfdirectie vond dat de