pleegster. Pollack week daarom uit naar de nabij gelegen Ngong Dairy. Het zicht op de Ngongheuvels is daar vandaan vrijwel identiek aan het panorama dat Karen Blixen vanaf haar woning had. Op een terrein vlak in de buurt, in Langata, werd het Nairobi van de jaren twintig nagebouwd. Ook de Muthaiga Club, die nog steeds overeind staat in de luxe buitenwijk met dezelfde naam, liet Pollack herbouwen.
Van een koffieplantage die zojuist aan een projectontwikkelaar was verkocht, werden in de bloedhitte van november en december 1984 zevenhonderdtwintig koffiestruiken overgeplant naar een braakliggend terrein. Daar werd ook een kopie van de koffiefabriek neergezet. De enige rekwisieten in de film die ooit door Karen Blixen zelf zijn aangeraakt, waren de meubels in de slaapkamer, die door Pollacks medewerkers in een huis aan het Naivashameer waren gevonden.
Nadat alle films waren volgeschoten is door medeproducent Terry Clegg geklaagd dat de regering in Nairobi zo weinig medewerking heeft verleend aan de filmploeg. In een brief aan The Standard, het oudste dagblad in Kenia, schrijft hij het oerstom te vinden dat de autoriteiten vijfenzeventigduizend gulden lieten betalen voor de werkvergunningen van de circa honderd personen tellende filmploeg, waaronder Redford, Streep en Pollack zelf.
Ook weigerde de regering de speciale filmdokter te registreren en pas na drie maanden kreeg de filmkaravaan toestemming ook 's avonds en 's nachts te reizen. ‘Voor ons volgende project zullen we niet automatisch naar Kenia terugkeren hoewel ook die film in Afrika speelt. Waarschijnlijk zullen we voor Zimbabwe kiezen omdat we daar een veel betere behandeling krijgen,’ dreigde Clegg in zijn brief aan de krant.
Sommige landen in de Derde Wereld beginnen te beseffen dat veel geld kan worden verdiend als ze opnamen toestaan voor grote Hollywoodfilms. India kreeg bijvoorbeeld een stroom toeristen te verwerken nadat films als Gandhi en A Passage to India in het Westen miljoenen bezoekers hadden