| |
| |
| |
R
raffia, genitaliën van een man. Die krijgt een slappe raffia als hij jou naakt ziet! (Büch, 1986). |
rampzalige, ouderwetse uitdrukking voor homo. Veel sprekers, de minister voorop, getuigen van ‘de afkeer die wij allen delen’ en ‘rampzaligen’ is nog de meest positieve aanduiding die er voor homoseksuelen afkan. (Blom 1982:58). |
rangert, mannelijke vrouw of vrouwelijke man. Eén vrouw vertelde dat Bet van Beeren een ‘rangert’ werd genoemd. Zij legde uit dat dit woord een persoon aanduidde die geen man en geen vrouw was, maar ‘tussen de geslachten’ in zat. (Van Kooten Niekerk, 1985:146) |
ras, in ander ras, de homoseksuelen. |
reetkever, scheldnaam voor homo. Alles hij elkaar vormen deze viespeuken een stinkend zootje linkse reetkevers (andere woorden ontbreken me), die aan de scholen onze kinderen komen bevuilen met hun smerige pamfletten. (Citaat uit het blad van de fascistische partij Vlaams Blok in Vrij Nederland, 3.1.1987). Ook reetroeier en reetveger. |
reisgenoot, bedekte term voor vriend of partner in bij voorbeeld een contactadvertentie; verouderd. Ook correspondentievriend. |
relnicht, homo, nicht (zie aldaar). De relnicht sterft uit. De hoge stem met slis, de geknakte polsen, het damesloopje en de voyante kledij zijn vervangen door enerzijds de ruige stoppelkop met snor en stoere houthakkers- |
| |
| |
dracht, anderzijds door de roze tuinbroek met sjaaltje. (NRC Handelsblad 27.6.1984). Ook relmie. |
reviaans, in de stijl van de schrijver Gerard Reve. Slif-slof: ten prooi aan een reviaanse droefgeestigheid, nog extra aangewakkerd door enige glazen wodka met tomatensap, bewoog Trix zich op mexicaanse muilen door haar kamer. (Campert, 1963:97). Typische reviaanse woorden en uitdrukkingen zijn: beroeren, m'n man, de ware liefde valt van achteren aan, geheime opening, ik houd van een man die als een stuk proza op me afkomt. |
rijen, seksuele techniek waarbij door het tegen elkaar wrijven van de lichamen de partners tot een orgasme kunnen komen. |
Romeo, in 'n Romeo, een mooie man. Opmerking die beantwoord wordt met ‘O, dan wil ik Julia wel zijn.’ |
ronde doen, in de ronde doen, circuleren, een rondje lopen door de discotheek of de kroeg om te kijken of er leuke jongens zijn. Martin zag ik nergens meer, die was zeker de ronde aan het doen om te kijken wie er allemaal waren. (Van Manen, 1984). |
roze, in roze driehoek, teken van homoseksuele geaardheid. Afkomstig uit de nazitijd toen homoseksuelen in concentratiekampen werden gedwongen op de linker borstzijde en op de rechter broekspijp van hun gestreepte gevangenenpak een roze driehoek van een lapje stof te dragen. De kleur roze speelde geen rol in de vooroorlogse homocultuur, wel bestond er een voorkeur voor lila (zie aldaar). De Duitse historicus Jellonnek vermoedt dat de traditionele meisjeskleur door de nazi's is gekozen om aan te geven dat homoseksuele mannen verwijfd zijn. De zelfbewuste homo noemt zich trots een flikker en draagt een roze driehoekje. (NRC Handelsblad, 27.6.1984). Ook Roze Zaterdag en Roze Front, zie homodag. |
| |
| |
roze rimpel, bejaarde homo. Rodgers (1979) vermeldt ‘wrinkle room’, rimpelkamer, als café waar oude homo's rondhangen. |
rozet, anus. Gedienstig - een voor een - spreidt hij zijn billen / De bakens zijn met zorg verzet / De lucht boven het dal lijkt iets te trillen / Huidwarme gleuf, knipogend rozet. (Van Weerlee, 1984). |
rubbertrutten, Vlaams voor het voortdurend aan elkaars lijf zitten. De persoon in kwestie heet rubbertrut. Zie Minervatrut. |
Rue de Vaseline, straat waar hoerenjongens opereren, meer in het algemeen de straat waar je kunt flaneren en iemand oppikken. Bijnaam van de Passage in Den Haag en van de Leidsestraat in Amsterdam (jaren dertig). |
rugartiest, homo. Ook ruggeracer. |
ruige ridder, benaming voor homo. |
ruigpoot, homo. Als ik tegenwoordig, nu er meer sexsuele vrijheid is gekomen, een partner zou zoeken in een lokaal waarvan ik weet dat er homo's komen, dan zou ik zeker niet aan iemand gaan staan frunniken of graaien. Maar in mijn jeugd waren er nog geen speciale lokalen voor homo's in Nederland. Vandaar de oude benaderingsmethode via de tastzin, iemand die zelf ook ‘zo’ was ging er waarschijnlijk op in. Hierdoor is dan ook het woord ‘ruigpoot’ voor homo's ontstaan dat nog steeds leeft onder de mensen. Een ruigpoot was iemand die ruig, wild met zijn poot omging. Het woord ‘poot’ is nòg een gangbare typering voor een homo in Nederland. (Tulner, 1981:39). Endt (1974) verwijst naar de behaarde, ruige kant van de hand, of poot, die de rugzijde van de partner aanduidt, de verkeerde kant. |
rukken, masturberen, ook bij ander. Ook rukwerk. ‘Kunnen we dat geld niet terugkrijgen?’ informeerde ik dapper. ‘We willen er best een beetje rukwerk voor doen,’ zei Sirius nog dapperder. (Büch, 1986). Ook ruk-en-trek-partij. In het leger heb ik meer ruk-en-trek- |
| |
| |
partijen gezien dan in menig jongensbordeel (Twintig, juli 1986:5). Zie aftrekken. |
Russen, Bargoens voor zedenpolitie. Rus zou verkorting zijn van rechercheur. Zie uil. |
Russische roulette, ouderwetse, onveilige seks, van voor de Aidsdreiging. (Haagse Post, 22.3.1986). |
ruwhand, net woord voor ruigpoot (zie aldaar). |
|
|