| |
| |
| |
P
paddestoel, enigszins korte penis met een - in verhouding-grote eikel. Ook: grote zak, klein pikkie. |
paddestoel, in ik heb de paddestoelen erop staan, ik heb allerlei geslachtsziekten opgelopen. |
padvindersseks, eenvoudige seks, met z'n tweeën masturberen of wederzijdse masturbatie. Geretardeerde padvindersseks, doktertje spelen op zolder. (Van Manen, 1984). |
pan, in de pan uitlikken, fellatio of kontlikken. |
parkeergarage, anus. ‘Mijn reet is meer waard dan een supermarkt’, zei hij (hoerenjongen Alex) altijd. ‘Een supermarkt, daar halen ze wat uit, mijn reet daar stoppen ze wat in en ik krijg er nog voor betaald ook. Als ik dood ben’, ging hij dan verder, ‘moet je op mijn graf zetten: parkeergarage - verhuurd.’ (Bullinga, 1982:123). |
particulier secretaris, eufemisme voor levensgezel. Ook privésecretaris. (Vriendschap, april 1949). |
partner, vriend voor twee minuten tot ‘levenslang’. |
passant, uitdrukking voor eenmalige sekspartner, one night stand, eendagsvlinder. Nog steeds, bij het aftrekken of bij het neuken met minder aantrekkelijke passanten, draai ik ter verhitting dat woensdagmiddagfilmpje voor mezelf af. (Rosseels, 1981). Continu passanten; ik heb een lange reeks types aan me voorbij zien trekken. George nam van allerhande mee, mooie en lelijke, alles. Dat was dan voor een kéér, maar zo'n kind
|
| |
| |
ging dan niet weg. (Vorstenbosch in Haagse Post, 9.4.1983). |
passief, in hij vervult de passieve rol, hij laat zich neuken. Van volwassen mannen wordt (bij de Grieken en Romeinen) vewacht dat zij de actieve rol vervullen, van vrouwen en jongens wordt de passieve rol verondersteld. (Tielman, 1982:37).
Vergelijk het Turkse scheldwoord ‘gótveren’, dat kan worden vertaald met ‘hij die zijn kont geeft’. Opvallend is dat voor de man die met een andere man naar bed gaat en de actieve rol heeft in het Turks geen aparte benaming bestaat. (Tussen droom en daad, 1983:65). Zie actief. |
passieve, de gedomineerde partner bij sadomasochisme. |
pederast, liefhebber van jonge jongens. Terwijl Teigetje mij vertelde hoe verliefd hij was geweest op een politieman zijn donkerblonde zoon, kwam Douwetje, droom van de pederast, gelaarsd in paarse spijkerbroek, per fiets voorbij, kennis is macht, op weg naar school. (Reve, 1987:49).
Van het Griekse ‘pais’ (knaap) en ‘eraoo’ (liefhebber). Vergelijk het Russische woord ‘pederastia’ dat niet specifiek op een relatie tussen een jongen en een man betrekking heeft, maar synoniem is met ‘moezjelozjstvo’ dat net als ‘gomoseksoealisz’ geslachtsverkeer tussen mannen aanduidt. (Internationale Spectator, oktober 1981). |
pedo, kort woord voor pedofiel, minnaar van jongens. In Amsterdam kunnen weliswaar homo's bijna ongelimiteerd de beest uithangen, pedo's moeten zich er nog altijd koest houden. (Marcus, 1984:232). |
pedofiel, minnaar van jongens. Van het Griekse ‘pais’ (knaap) en ‘phileoo’ (beminnen). Ook pedofilie, liefde voor jongens; de Griekse theoretici maakten een onderscheid tussen pedofilie, reine of platoonse liefde, en pederastie, lichamelijke liefde. (Vergeer 1976:56). |
| |
| |
peesplek, trefpunt voor homo's, bij voorbeeld het park, om te pezen (zie aldaar). |
pension, in die wil ik wel in pension hebben, die mag me wel neuken. |
peper en zoutstelletje, lesbisch paar. Aanleiding is volgens Endt (1974) waarschijnlijk de waarneming van twee potjes bijeen. In het Amerikaanse homojargon zijn ‘pepper and salt queens’ een zwarte en een blanke homo die een paar vormen. |
pervert, homo. Van ‘perversie’. Het Latijnse ‘perversio’ betekent omkering. Homoseksualiteit en andere perverse neigingen. (Van Dale 1984). Ook pervers en geperverteerd. |
pezen, hoereren op straat. Zo'n vijf maanden tot nu toe peest hij op het Rembrandtsplein, in een jongensbordeel is hij afgewezen. (Bullinga, 1982:107). Meer algemeen, in de betekenis van versieren, seksueel contact zoeken. Ik voelde me absoluut superieur of beelde ik me dat in, omdat ik wist dat Bas op mij peesde? (Harten, 1977).
Oorspronkelijk betekent het hard werken; de pees is het taaie gedeelte van een spier. Vergelijk met ‘bullepees’. Zie uitpezen en winkelen. |
pieper, penis. Een vluggertje dan natuurlijk, want anders vriest de pieper eraf in Groenlands ‘onder nul-pretpark’. (Mol, 1984). |
piercing, het maken van een gaatje in de tepel, balzak, lippen, navel, neusvleugel of voorhuid zodat daar een ringetje of andere versiering doorheen kan worden gedragen (om de gevoeligheid van het betreffende lichaamsdeel te vergroten). Van het Engelse werkwoord ‘to pierce’, dat doordringen, doorboren, prikken of steken betekent. |
pijp, in een zware pijp roken, een (te) groot lid afzuigen of ingestoken krijgen. |
pijpen, afzuigen, fellatio. Ook aan de pijp lurken. |
pijpmondje, getuite lippen. |
| |
| |
pik, penis. Maar de Jongen zijn ‘pik’ - en uit het gebruik van dit stuitend en ontluisterend woord, dat ‘Gerard’ herhaaldelijk in plaats van ‘lul’, ‘stuk’ of ‘tamp’ bezigde, wist ik zonder enig verder bewijs van node te hebben, dat zijn liefdeleven niets anders was noch ooit kon worden dan een dierlijke jacht naar mechanies genot - was iets ontzagwekkends en ongelooflijks. (Reve, 1981:101). Eigenlijk houweel. |
pikgat, rond gat in de wand van (meestal) een openbaar toilet waardoor penis kan worden gestoken om door de buurman gepijpt te worden. Toen de toiletten nog van hout werden gebouwd was het eenvoudiger om een pikgat te maken, maar er zijn zulke gaten gesignaleerd in scheidingswanden van marmer, plastic, metaal en ondoorzichtig glas. (Bell, 1979:284). Zie glory hole. |
pikstaanderig klimaat, een geilmakend klimaat. De sauna (...) heeft voordelen: je bent er altijd lekker schoon, de behaaglijke warmte en het getemperde licht scheppen een pikstaanderig klimaat. (Dialoog, jaargang 1967, nummer 6). |
pisbak, openbare waterplaats, trefpunt. Op de pisbak bij hem in de buurt stond gelukkig een prachtig stuk met een vliegeniersjack, dat nooit iets van hem had willen weten maar hem nu gulzig pijpte, terwijl hij zich zelf afrukte. (Van Manen, 1984). Ook pisbakseks. De uitermate florerende en tot in alle hoeken van de stad gepraktiseerde pisbakseks is mede dankzij het effectieve en destructieve beleid van de Gemeente in de versukkeling geraakt. (Marcus, 1984:257). Zie bak. |
pisbakkencultuur, subcultuur van homo's die pisbakken frequenteren. De grootste pisbakken-cultuur bestond in Amsterdam. (Koenders, 1984:73). |
pisseks, seksspel met urine, op de partner plassen, drinken van urine van de partner. Voor beginners is het aan te bevelen, met pis-seks te gaan experimenteren nadat je veel hebt gedronken (met name bier of thee).
|
| |
| |
(Coester, 1984:58). Wat later plast hij uit iets dikker geworden lentepikkie mijn mond in. Ditmaal smaakt het niet zout. (Moonen 1978:205). Zie gouden regen en watersport. |
plaatje, mooie jongen, Is het geen plaatje dat nieuwe vriendje van Peter? |
plakpal, homo die driftig een levenspartner zoekt. Zie kleefkees. |
pleegzoon, versluierende term voor (jongere) partner van homoseksueel. |
Plein, voor de Amsterdamse hoerenjongens en hun klanten de benaming voor het Rembrandtsplein, voor andere Amsterdammers het Leidseplein. Op het Plein nam ik alleen jonge mannen mee. (Bullinga, 1982:85). |
poep-en-pis-werk, seksspelletjes met behulp van urine en uitwerpselen. Ik hou het voor gezien als iemand dronken is, of als ze poep- en piswerk willen. (Homojongen in Bullinga, 1982:64). Zie ook gouden regen, pisseks en poepseks. |
poepseks, seksspel met faecaliën. Als je niet meer terugschrikt voor poep, en het poepen zelf opwindend begint te vinden, kan je ook verder gaan: poep-seks samen met een ander. (Coester, 1984:61). Ook strontseks of - op z'n Engels - scat genoemd. |
poepstamper, scheldwoord voor homo. |
poot, scheldnaam voor homo. ‘Jongens, een poot! Laten we 'm even rammen!’ (Vleugel, 1985). Van ruigpoot (zie aldaar). Ook potenpad, trefpunt van homo's. Daar tegenover ligt het in Amsterdam-Oost als ‘potenpad’ bekend staande parkje, waar het in de bosjes werkelijk krioelde van de jongens en mannen. (Brunt in Vrij Nederland, 2.11.1985). |
poots, flikkerachtig. |
popper, bij sommige homo's populair bloedvatverwijdend middel dat gevoeligheid verhoogt en kringspieren ontspant. Voor velen is het lastig dat on- |
| |
| |
der het snuiven van poppers hun pik slapper wordt. (Coester, 1984:46). Uit het Amerikaans overgenomen begrip. If you ever get one of those faggots who bellyaches about gettin' fucked, just shove a popper halfway up his nose and watch those legs fly up. (Rodgers 1979).
‘To pop out’ betekent opeens voor de dag komen; poppers hebben dan ook een direct, krachtig, maar kortdurend effect. (Chesebro, 1981:99). Ook flikkerdrug genoemd. |
pot, aanhangster van de Griekse beginselen. Dus een potje is een jong lesbisch meisje en een pottentent een café voor lesbiennes. Twee potjes in Goes begonnen een pottentent. Niet lang daarna moesten ze met kaakfracturen het ziekenhuis in. (Haagse Post, 17.1.1981). Ook potse dame, lesbienne.
Grahn (1984:106) meldt de uitdrukking pot uit balans voor lesbienne die op zoek is naar partner. A term translating as a ‘pot off balance’ designates a Lesbian who is currently looking for a lover. Volgens Rodgers (1979), die ‘pot’ vermeldt als synoniem van ‘dyke’, zou er is een deksel voor elke pot een Nederlandse homo-uitdrukking zijn. There exisits a gay Dutch expression, which translates into English as ‘there is a lid for every pot’. Rodgers geeft geen betekenis, maar het spreekt voor zich dat hij de vrij algemene zegswijze ‘Er is geen pot zo scheef of er past wel een deksel op’ bedoelt. Met als betekenis: zelfs een lelijk meisje kan een man vinden.
Pot is ontstaan uit lollepot (zie aldaar). Endt (1974) verwijst voor lollepot naar een stenen pot met gatendeksel waarin vuur werd gedaan ter verwarming van met name vrouwen. ‘Lollen’ zou tussenbeens warmen zijn, de dijen koesteren aan de haard.
|
poten, prostitutie van homo's aldus Endt (1974). |
potenrammerij, het mishandelen van homo's. Hooguit één op de tien slachtoffers van potenrammerij
|
| |
| |
doet aangifte van die traumatische ervaring. (Elsevier, 29.8.1987). Ook potenrammer, iemand die homo's mishandelt. |
potlooien, samenwonen of getrouwd zijn van heterofiele vrouw met een homo. |
pottekijkster, voyeuristische dame die de darkroom van vrouwendiscotheek bezoekt om te zien hoe andere lesbiennes het met elkaar doen. |
potteus, lesbisch. |
praline, Vlaams voor opgemaakte, vewijfde homo. Ergens binnenkomen en dan iedereen horen zeggen ‘wauw’, of ‘och God, zie ze daar weer, de pralines’, dat geeft een machtig gevoel. (De Wit, 1982:48). Genoemd naar de bonbons van die naam, die op hun beurt zijn vernoemd naar maarschalk Du Plessis-Praslin, wiens kok ze het eerst maakte. |
prijs, in in de prijzen vallen, een geslachtsziekte oplopen. |
prijsdier, begeerlijke, mooie jongen. Loslopende prijsdiertjes worden met hongerige blikken gevolgd. (Marcus, 1984:133). Het loodgietend Prijsdier. (Gerard Reve). |
prinsiade, gedicht waarin, om een verhullend effect te bereiken, een exotische sfeer of een decor uit een ver verleden wordt gekozen: oosterse prinsen, middeleeuwse pages. Waarom niet eens een prinsiade maken / Iedere huisman toch een koning / Zoveel verschil is er niet / Op al die mooie kleine prinsen / Die in Amsterdam het oog verblinden / Veelvuldig oogverblindend Amsterdam / Ledenontbinder / Glimlachers / Ik leg mijn armen en borstkas naast mij neer. (Hanlo, 1974). |
prinsje, ander woord voor liefje. Soms kijk je je prinsje eerst aan en gaat dan zelf de bak in met de hoop dat hij je volgt. (Prothese, maart 1983:8). Ook de prins op het paard, de gedroomde, ideale geliefde. |
prostaatloopje, in hij heeft een prostaatloopje, hij loopt met geknepen billen en kleine pasjes. (Mol, 1984). |
| |
| |
prostitué, hoerenjongen, mannelijke prostituée. Ik moet in die dagen nog zeer naïef geweest zijn, want ik bemerkte te laat, dat de knaap mijner keuze een beroeps-prostitué was. (Stokvis, 1939:96). |
pseudohomoseksualiteit, incidenteel homoseksueel gedrag, bij voorbeeld de experimenten van een adolecent; ook homoseksueel gedrag van heteroseksuelen in een omgeving waar uitsluitend geslachtsgenoten zijn, bij voorbeeld in een gevangenis of op een schip. Ook noodhomoseksualiteit. |
|
|