| |
| |
| |
M
maagd, jongen die nog nooit geneukt is. |
maat, partner van lesbienne. (Van Kooten Niekerk, 1985:146). |
maatje pink, kleine penis. Hij heeft een knap gezichtje, maar voor de rest is het niks, maatje pink. In het Amerikaanse homojargon betekent ‘small meat’ een kleine penis, gesymboliseerd door een opgeheven pink. |
macho, stoer, mannelijk ogende homoseksueel. Vertelt Anton, die meer macho dan mietje is. (Twintig, juli 1986:8). Ontleend aan het Spaans. Oorspronkelijk man die veel waarde hecht aan zijn mannelijke eigenschappen en er daarom op uit is die te tonen. Ook machotype, machogedrag en machowerkman. Vervolgens werd de macho-werkman populair, in overall of met zo'n jasje als de jongens van de stadsreiniging dragen. (De Groene Amsterdammer, 25.6.1986:11). |
maintenee, bijzit, jongen die wordt onderhouden door oudere man. Op mijn 24ste jaar had ik een vriend, waar ik zeer veel om gaf en waar ik alles voor overhad. Ook deze vriendschap was platonisch. Op zekeren dag kwam ik een kennis tegen, die mij toevoegde: ‘Ik ben je maintenee tegengekomen!’ (Stokvis, 1939:105). |
man, in mijn man, licht ironische aanduiding voor vaste vriend. Daar kan ik niet over beslissen, dat moet ik eerst aan m'n man vragen. Ik doe niets buiten m'n man om. (Gerard Reve). |
| |
| |
manneke, in hij is voor de mannekes, Vlaams voor homoseksueel. Op een keer zag mijn vader hoe ik Roger een afscheidszoen gaf. 's Morgens kwam hij naast me staan en zei: Zijt gij voor de mannekes? (De Wit, 1982:84). Ook voor de venten. |
mannenliefde, modieuze term voor homoseksuele liefde. Ook mannenrelatie, mannenvriendschap en mannenvrijpartij. |
Marie, homo, vooral gebruikt als aanspreekvorm. |
martelkamer, ruimte voor sado-masochistische seks. Vervolgens betreden we een ware martelkamer, inclusief schandpaal en gynaecologenstoel. In de hoek een kleine kooi aan het plafond enkele slings, leren matten met aan vier hoeken stalen kettingen, die aan het plafond bevestigd zijn. (Het Parool, 15.9.1982). Zie speelkamer. |
masseren, hoerenterm voor aftrekken. Ik doe het voor een geeltje, 25 gulden. Daarvoor trek ik mannen af in een hotelletje op de Amsteldijk. Masseren noemen ze dat. (Homoprostitué in Panorama, jaargang 1982, nummer 39:24). Zie Franse massage. |
masturbatieshow, optreden van jongen die zichzelf seksueel bevredigt. Op een podium worden eigen video-produkties vertoond, die afgewisseld worden door stripteases van de jongens, een porno live-show, masturbatieshows en in het weekend optredens van travestieten als Miss Liza en Veronella. (Panorama, jaargang 1982, nummer 39:27). |
mati, Surinaams voor lesbienne (of homo). Terwijl de mati in het moederland een zekere voorsprong hadden op haar mannelijke tegenhangers, lopen nu in Nederland de mannelijke Surinaamse homoseksuelen voorop. (Hekman, 1985:394). In het Sranang, de taal van de Creoolse volksklasse in Suriname, betekent ‘mati’ oorspronkelijk vriend of vriendin (Van Lier, 1986). |
matispel, Surinaams voor seksueel verkeer tussen twee vrouwen. Het mati-spel, welke zedeloosheid naar
|
| |
| |
hetgeen ik verneem in de laatste tientallen jaren zeer is toegenomen. (Rapporteur van onderzoekscommissie uit 1910, geciteerd in Hekma, 1985:395). Wanneer twee mensen mati-spel spelen, speelt één voor man. De man gaat altijd op de andere. Dan wrijven zij zich tegen elkaar en ze wrijven ook met de hand. En zij zuigen elkaar de tong. (Van Lier, 1986:48). Zie mati. |
matras, homo die promiscuë is. Dat is een vreselijke matras, die is door iedereen al een keer gedekt. |
meemoeder, vrouwelijke partner van lesbische moeder. |
meester, dominante partner in sado-masochistisch rollenspel. Meesters bestellen meestal zelf geen drank. Ze geven het geld aan hun slaaf, die dan drank haalt en het wisselgeld teruggeeft. (Haagse Post, 3.1.1981). |
meid, benaming voor aanstellerige nicht. Meid, heb je 'n nieuwe jurk aan? |
meiden, in de meiden, lesbische vrouwen. In het milieu op de Zeedijk noemde men (...) lesbische vrouwen ‘de meiden’. (Van Kooten Niekerk, 1985:145). |
meisjestehuis, homosauna. Zie sauna. |
mestkever, scheldwoord voor homo. |
mie, verkorting van mietje (zie aldaar). De mieën lieten hun sissende s weer horen die ze probeerden te verbergen voor hun angstige bazen. Ze legden hun stadsmanieren af en knuffelden elkaar in de stille duinen, neukend en gillend en jaloers wordend en huilend en drinkend en gingen vervolgens met de laatste zondagsboot naar huis. (Heestermans, 1977). Vaak gebruikt in samenstellingen: kantoormie, kunstmie, relmie, werkmie en gilmie. Een getuige omschreef de sfeer in café Nol als mieus, vol mieuze gilmieën. (Koenders, 1984:68). |
mieën, het aanstellerig gedrag en praten van sommige homo's (Endt, 1974). |
miens, Bargoens voor naar homoseksualiteit neigend, met homoseksuele trekken. Naar analogie,
|
| |
| |
aldus Endt (1974), van ‘loens’, en vooral ter vermijding van het reeds bestaande ‘mies’, dat lelijk betekent. |
miep, homo. ‘'t Is niks meer gedaan in Amsterdam!’ zuchtte de miep tegenover me, in de verder lege wachtkamer van m'n tandarts. (Rot, 1986:14). |
mietenkit, homokroeg. Samenstelling van miet en kit (zie aldaar). |
mieter, verkorting van sodemieter. Zie sodomiet. |
mietje, het zachte eitje onder de homoseksuelen. Het mietje is bij uitstek het beeld geworden waarmee deze eeuw homoseksualiteit herkend en benoemd heeft. Een (...) soort niemandsland tussen de echte man en de volwaardige vrouw. (...) Het mietje is wat overbleef toen de geslachten uitverkoop gingen houden. (Sanders 1986:9). Ook geschreven als miet. Als ik zo'n miet zie lopen, dan word ik helemaal woest. (Haagse Post, 29 oktober 1977).
Waarschijnlijk ontstaan als afkorting van sodomiet (zie aldaar), maar mogelijk is er ook een relatie met catamiet (zie aldaar). Verder is er de associatie met de meisjesnaam Mie of Marie. |
mietjesma, nichtenmoeder, vrouw die veel optrekt met homo's. Ton heeft me wel eens gezegd: ‘Jij bent geen mietjesma, zo'n kinderloze oudere vrouw die wil zorgen.’ (Haagse Post, 6.12.1986:34). |
mieus, als een mie, schertsende uitdrukking voor verwijfd. Hoewel ik weet dat ik er niet mieus uitzie, wilde hij toch nooit in het openbaar met me worden gezien en dat krenkte mij. (Tulner, 1981). Ook gespeld als miejeus. Benno Premsela liep een keer met een zeer miejeuze jongeman over de wallen. Eén van de vrouwen zei tegen een ander: Hu, een flikker. Die jongen draait zich om en zegt: Ach meid, dat is toch modern. (Van der Mijn, 1967:13). |
Minervatrut, Vlaams voor praatzieke homo, intellectueel type. De babbelhomo's van vroeger noemden
|
| |
| |
we Minervatrutten (naar de Romeinse godin van de wijsheid) en wij waren de rubbertrutten. (De Wit, 1982:54). |
minipoot, jonge flikker. |
minirelatie, de korte relatie van een hoerenjongen met zijn klant. Mijn klanten zijn mensen met wie ik een fatsoenlijke vorm van minirelatie ben aangegaan. (Bullinga, 1982:65). |
mossel, vrouw. Het stinkt hier naar mosselen. Mogelijke verklaring is de visgeur die vrouwen volgens sommige homo's met zich dragen. Vergelijk het ‘goede morgen dames’ van de blinde man die een viswinkel binnenstapt. Mossel is ook Bargoens voor vrouwelijk geslachtsdeel. Volgens Rodgers (1979) slaat ‘fish’ op schaamspleet en vrouwen in het algemeen; een ‘fishdinner’ is seks met een vrouw hebben. |
mosselbak, verouderde term voor urinoir dat, in tegenstelling tot de elitebak (zie aldaar), voornamelijk door de slechter gesitueerde homoseksuelen werd bezocht. Zie bak. |
mummie-case, dwangbuisachtig attribuut bij sadomasochistische seks, een soort sarcofaag van leer die kan worden dichtgegespt. |
|
|