| |
| |
| |
D
dagsauna, homosauna (zie aldaar) die alleen overdag open is. |
dame, stijlvolle, enigszins oudere lesbienne, tegenwoordig lesbienne zonder meer. (Ossewold, 1986). Veel in samenstellingen, zoals damesliefde en damesvrienden. |
darkroom, donkere ruimte in homokroeg voor (anonieme, vlugge) seks. De darkroom vind ik spannend, maar ik heb daar zelf geen sex; drooggeilen heet dat. (De Groot, 1987:138). Zie achterkamer en backroom. |
darmtoerist, weinig vleiende aanduiding voor homo. (Flikkeragenda, 1980:10). |
Delfts blauw, verouderde uitdrukking voor matroos. Houdt u ook zo van Delfts blauw? (Cartoon in Vriendschap, februari 1948). Van de kleur van het matrozenpakje. |
dellen, nichterig gedrag tentoonspreiden. Ik moet 's avonds de straat op, ik moet gaan dellen en gaan hoeren, want anders lééf ik niet, dan kunnen ze me wel opsluiten. (Prostitué in Uschi, 1971). Af en toe eens lekker dellen is onmisbaar. Je moet gilletjes slaken. Maar er komt veel meer bij kijken dan dat. Het languissante gebaar, oftewel de losse hand. Af en toe wuif je eens een ingebeelde haarlok weg. En je moet natuurlijk ook met je kont draaien. (De Wit, 1982:50). |
dentelle, hoerenjongens. In Brussel bij de Noord Statie
|
| |
| |
en in de Marollenbuurt dansten op de muziek der grote orgels de jongens even natuurlijk met elkaar als met de meisjes. Het waren soldaten, beenhouwersgastjes, coureurs en jonge boksers; de dentelle van tegenwoordig vond je nog slechts in enkele luxe nachtclubs. (Last, 1966:64). |
derde geslacht, lange tijd wetenschappelijke term om homo's mee aan te duiden. Homoseksuelen vormden een Zwischenstufe, een tussentrap tussen de seksen, een derde geslacht naast mannen en vrouwen. (Koenders, 1984:20). Reeds in 1847 gebruikt door Balzac. Ook derde sexe en derde gerichtheid. Zie uraniër. |
die bij mannen liggen, bijbelse uitdrukking voor homoseksuelen. (Statenvertaling van I Corinthiërs 6:10. In de nieuwe vertaling is de uitdrukking vervangen door ‘schandjongens, knapenschenders’). |
dier, koosnaampje. Haal je jas, diertje van me, je weet dat je van mij bent, dat je niet zonder me kunt. (Bijsterbosch, 1987:94). |
dijk, lesbienne. Volgens Endt (1974) is het een grote vrouw en wordt de term gewoonlijk met enig ontzag of waardering gebezigd, maar hij vermeldt als betekenis ook: lesbische met mannelijke allure. Ook gespeld als dyke. Hier weten de dykes tenminste hoe ze moeten flirten en cruisen. (De Groene Amsterdammer, 25.6.1986). Vergelijk met Amerikaanse ‘dyke’, dat ook slaat op een mannelijk ogende lesbienne en dat afgeleid zou zijn van ‘dite’ in ‘hermaphrodite’, hermafrodiet (zie aldaar). Amerikanen spreken op hun beurt van een ‘Dutch girl’, hetgeen volgens Rodgers (1979) een woordgrapje is: ‘dyke’ of ‘dike’ (dijk) wordt in verband gebracht met de Nederlandse dijken. |
dildo, kunstpenis. Uit het Engels overgenomen, ‘to diddle’ betekent zowel masturberen als neuken en op een prettige manier de tijd passeren. Deze laatste
|
| |
| |
betekenis komt tot uitdrukking in de Italiaanse naam voor dildo: ‘passatiempo’. Zie kunstlul. |
ding, jongen. Wie is dat ding? |
Dok, D.O.K., reeds zeer lang bestaande homodiscotheek in Amsterdam. De discotheek is gevestigd in de kelder van de concertzaal Odeon aan het Singel. De afkorting staat officieel voor De Odeon Kring of De Odeon Kelder, maar - toen oudere homo's daar veel kwamen om jonge jongens op te pikken - ook wel voor De Oude Kringspier. |
Dom, in van achter de Dom, Utrechtse term voor homo. Hij pikte het niet langer dat zijn buurman er eentje was van achter de Dom. (Haagse Post, 17.1.1981). Zie Utrechtenaar. |
doos, anus. Zie levertraan. |
Dorothy, in ben je 'n vriend van Dorothy?, ben je homo? Naar de film Rainbow, waarin een persoon voorkomt met de naam Dorothy, die het opneemt voor homo's. |
drooggeiler, man in homobar die constant zit te gluren, die zich opgeilt aan het publiek. Ook als werkwoord: drooggeilen. |
dubbelleven, een verborgen homoseksueel leven leiden, voor de buitenwacht een keurige hetero, maar buiten werk, gezin en school homo. Suriname is echt een hele erge mannenmaatschappij. Je ziet dan ook dat alle homo's, mannen en vrouwen, een dubbelleven leiden. Het moet heel stiekem. (Hoe doen ze het nou?, 1981). Er zijn veel dubbellevens in de scene. Mensen aan wie je overdag niet merkt dat ze op leer zijn. Die trekken 's avonds hun pak aan en glippen dan stiekem het huis uit, bang dat de buren het zullen zien. Veel getrouwde mannen ook. (Haagse Post, 3.1.1981). |
duinkonijn, homo die 's zomers in de duinen aan het cruisen is, een sekspartner zoekt. |
dyke, lesbienne. Zie dijk. |
|
|