| |
| |
| |
A
aambeienschoffelaar, nichterig woord voor homoseksueel. (Flikkeragenda, 1980:10). |
aangeklede spijker, weinig vleiende aanduiding voor erg magere homojongen, anemisch type. |
aankrabben, op een drukke plaats, bij voorbeeld het achterbalkon van een tram, tegen iemand aanwrijven voor seksueel genot, ook iemand hiervoor de gelegenheid geven door de handen met de palmen open op het achterwerk te leggen. Verouderd. |
aanleg, homoseksuele geaardheid. Haar vertelde ik van mijn aanleg, waar ze alle begrip voor had en die gelukkig nooit een beletsel is geweest om tot de dag van vandaag goede vrienden te zijn. (Tulner, 1981:127). |
aarsdeugniet, woordgrapje van Karel Jonckheere om homoseksueel mee aan te duiden. (De Ley, 1977:44). |
abnormaliteit, eufemisme uit het begin van deze eeuw voor homoseksuele handeling. De Minister is zozeer onder den indruk van de waargenomen feiten; zijn gemoed is sedert jaren zoo totaal in opstand gekomen tegen die abnormaliteiten, waarvan hij nu en dan de gevolgen heeft gezien, dat hij niet geheel objectief en kalm kan staan zoals wij mogen eischen. (Troelstra in de Tweede Kamer, 28.2.1911). |
achteren, in van achteren nemen, anaal verkeer hebben. Soms zat Ignace wijdbeens in een oude rookfauteuil. Dan weer vroeg Bono of we hem om beurten van
|
| |
| |
achteren wilden nemen; hij zou zich wel aan de vensterbank vasthouden. ‘Meer vaseline!’ gilde Ignace, die onder Sirius kronkelde. (Büch, 1986). |
achterkamer, donkere ruimte in homobar voor (vlugge, anonieme) seks. Vanaf de eerste wereldoorlog nam het aantal binnenruimten voor homo's alras toe. Je kreeg horeca-gelegenheden met achterkamers, waar ze vrij sex konden bedrijven. (Het Parool, 28.9.1985). Van het Engelse backroom (zie aldaar). Zie darkroom. |
achterlader, homoseksueel. Endt (1974) verwijst hierbij naar het schietwapen dat van achteren wordt geladen; de relatie met van achteren nemen ligt voor de hand. |
achteropwerker, homoseksueel. |
actief, in hij vervult de actieve rol, hij neukt zijn partner. 31-jarige jongeman biedt zich aan voor tweezijdig gebruik, aktief en passief, liefst stevige kerels, binken, jongens. (Contactadvertentie in Marcel, februari/maart 1984). Zie passief. |
actieve, overheersende partner bij sado-masochisme. Gaat de actieve te ver, dan kunnen er lelijke dingen gebeuren. Laatst hoorde ik dat iemand twee flesjes hot-ketchup in zijn achterste geduwd kreeg, waarvan er maar één terugkwam. Hij moest geopereerd worden. (De Groot, 1987:59). |
adonis, mooie jongen. Van Adonis, de beeldschone koningszoon op wie Afrodite verliefd werd. In het Fenicisch betekent het ‘mijn heer’. |
affaire, korte relatie, van een paar minuten in de bosjes, aldus cynische romantici, tot een paar maanden. |
afgaan, met iemand naar bed gaan. Iedereen gaat dus wel, gemiddeld, van de nichten tenminste, één keer op een nacht af. (Hoerenjongen in Uschi, 1971). |
aftrekken, masturberen, ook wederzijds. Zijn rechterhand wreef over mijn buik, tot hij naar beneden ging
|
| |
| |
en me wilde aftrekken. (Venema, 1969:81). Ook afrukken en afsjorren. |
aftrekpartijtje, feest waar deelnemers bij elkaar komen voor veilige seks. Van het Engelstalige jack-off party. Voor de goede orde, zo delen de Jacks ons mede, horen wij niet langer te spreken over safe-sex parties, maar over jack-off parties. Het begrip safe-sex wordt tegenwoordig teveel verbonden met neuken en met condoom. Dit wordt op de door de Jacks georganiseerde parties niet toegestaan. (Rooster, juni 1987:8). |
aftuffen, geslachtsgemeenschap hebben. Ze waren jaloers op mij, omdat ik met Edwin naar bed ging en ze waren jaloers op Edwin, omdat die met mij aftufte. (Venema, 1972:29). Men weet dat het ‘all risk’ is om met zo'n schandknaap af te tuffen. (Mol, 1984). Van het dialectwoord ‘tuffen’, spuwen. |
afzuigen, een man met de mond seksueel bevredigen, pijpen. |
Aids, ongeneeslijke en dodelijke ziekte waarbij het afweersysteem van het lichaam ernstig en blijvend is verstoord. Als ik nu echter met een jongen naar bed ga, praat ik meestal even over Aids voor het vrijen. (De Groot, 1987:75). Zelfs pest, tbc en kanker vielen nooit de eer te beurt met een hoofdletter te worden geschreven. (Komrij op 19.2.1986 in NRC Handelsblad over ‘Aids’). Van het Engelse letterwoord Aids: Acquired Immune Deficiency Syndrome. Van Dale (1984) schrijft Aids overigens met een kleine letter. |
Aidssollicitant, homo die zich niets aantrekt van het advies veilig te vrijen en dus naar de ziekte solliciteert. ‘Die Robert Redford leek me wel een Aidssollicitant’, zei Stanley wat spijtig. ‘Hij zat aldoor naar mij te kijken, maar ook nog wel naar minstens drie anderen.’ (Haagse Post, 6.12.1986:41). |
amazone, lesbienne. Verwijst naar het krijgshaftige vrouwenvolk uit de Griekse mythologie dat geen mannen duldde. |
| |
| |
anaalfabeet, woordgrapje van Wim Triesthof om beginnende homo mee aan te duiden. (De Ley, 1977:45). |
anders zijn, ouderwetse omschrijving voor homoseksuele geaardheid. Ofschoon zijn ‘anders-zijn’ nimmer een innerlijk conflict betekende, zo bleef toch steeds de stille, eenzame strijd met de wereld om hem heen. (Bernard, 1984:24). |
androgyn, tweeslachtig wezen, hermafrodiet. |
anemisch, vel over been, een anemisch type is een eufemisme voor bleekscheet. Eigenlijk was hij wel mooi, al viel ik niet zo op dat anemische type. (Van Manen, 1984). Eigenlijk: lijdend aan bloedarmoede. |
anomaal, in anomale aandrift, bewimpeling uit begin van deze eeuw voor homoseksuele geaardheid. Als men het geluk heeft als normaal mensch met normale neigingen te zijn geboren, dan zal het altijd hoogst moeilijk zijn, zich te verplaatsen in den gemoedstoestand en in de innerlijke roerselen van menschen die in dat gelukkige geval niet verkeeren en in sexueel opzicht met een anomale aandrift ter wereld zijn gekomen. (Troelstra in de Tweede Kamer, 24.2.1911). Van het Franse ‘anomal’, afwijkend. |
antiquair, jongere homo die rijke, oudere man zoekt om mee samen te wonen. Zie maintenee. |
arc, ziekte die op Aids lijkt en daar soms aan vooraf gaat. Van de Engelse afkorting ARC, Aids Related Complex. |
asbak, in een asbak uitlikken, iemand tongzoenen die veel rookt, ook algemeen gebruikt. |
assisteren, aanduiding van hoerenjongens voor het vergezellen van een klant in het openbaar, escorteren. (Bullinga, 1982:121). |
ayor, gevaarlijk, op eigen risico, aanduiding bij ontmoetingsplaatsen die gefrequenteerd worden door politie, potenrammers of dieven. Ik was gisterenavond nog in het Vondelpark, maar het is daar tegen-
|
| |
| |
woordig wel erg ayor hoor. Door een reisgids voor homo's, de Spartacus Guide, bekend geworden Engelstalige afkorting die staat voor At Your Own Risk. |
|
|