satie-regels’ om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Vervolgens maken ze de Europese regels ingewikkeld door allerlei uitzonderingen te willen opnemen om aan nationale producenten tegemoet te komen. En soms worden nationale eisen verkocht als Europese. Het is natuurlijk ook handig: door Brussel de schuld te geven kunnen regeringen de aandacht afleiden.
Het aantal mythes dat om de zo veel maanden weer opduikt in de Europese media is onbeperkt. Tien voorbeelden van een Broodje Brussel:
Mythe 1. De Europese Unie overdrijft het rookverbod. De Amerikaanse sigarettenfabrikant Philip Morris publiceerde in 1995 paginagrote advertenties in Europese kranten, waarin de draak werd gestoken met maatregelen om het roken terug te dringen. De bijbel, stelde de tekst, heeft genoeg aan 179 woorden om de tien geboden te formuleren, maar om te beschrijven waar en wanneer een burger kan roken, heeft de Europese wetgeving 24.942 woorden nodig.
De Europese Commissie protesteerde onmiddellijk. Want er is geen Europese richtlijn die voorschrijft waar en wanneer je mag roken. Een woordvoerder van Philip Morris moest dat dan ook erkennen. Hij zei dat de tekst refereerde aan nationale wetten in alle Europese landen en beloofde dat ‘Europese wetgeving’ zou worden veranderd in ‘wetgeving in Europa’.
Mythe 2. In de Europese Unie gelden wortels als fruit. Dat klopt in zoverre, dat een Europese richtlijn over jam uit 1979 wortels als fruit bestempelt. Dat was nodig omdat de Portugezen een speciale worteljam produceren. En die wilden ze graag in de hele Europese Unie kunnen verkopen. Zonder de betreffende bepaling hadden de andere lidstaten de jam met een importverbod kunnen treffen.
Inmiddels komt dit soort regels bijna niet meer voor. Een product dat in een lidstaat van de Europese Unie wettelijk is toegelaten, mag ook in andere Europese landen worden verkocht. Zolang het maar voldoet aan de bepalingen die de consument moeten beschermen: veiligheidsnormen en juiste gegevens op het etiket.