tussen de dotteraars en de snijers, waarvan de patiënt, in casu hijzelf, de dupe was. Het is er niet meer van gekomen.
Streng was hij, in de eerste plaats voor zichzelf. Een paar weken eerder schreef hij nog een stukje over ‘de malle komkommertijd’ die onmiddellijk afgeschaft zou moeten worden. Journalisten moesten doorwerken, vakantie of niet, waarvoor zijn we anders op aarde. Zelf werkte hij inderdaad liefst door, van de vroege ochtend tot diep in de nacht, zoals bleek wanneer je weer eens een mailtje kreeg met een link naar een Amerikaanse krant of boek, om half vier 's nachts verstuurd.
Hij taalde niet naar luxe, was vegetariër, reed geen auto, hield niet van televisiekijken en evenmin van onkosten declareren. Die karige levenshouding leidde in zijn tijd als hoofdredacteur van Elsevier of later als adjunct bij de Volkskrant wel eens tot heftige aanvaringen met minder nijvere bijen. Dan zwol zijn nek rood op en wist de omgeving dat er gebulderd ging worden. Hetzelfde gebeurde als er een stuk geschreven was dat de toets van Schoo niet kon doorstaan. Maar hij kende ook zijn eigen zwakheid en omschreef zichzelf als ‘een moeilijke mijnheer met een soms heftig gemoed’.
Hij was fors van gestalte en graag op luide toon aanwezig, in staat vergaderingen voor te zitten en tegelijk als enige aan het woord te zijn. Maar vóór zijn 40ste had hij zich niet voluit als journalist durven betitelen. ‘Een merkwaardige mengeling van geldingsdrang en bescheidenheid,’ zei Herman Vuijsje, socioloog, schrijver, sinds begin jaren zeventig met hem bevriend.
Anekdotes had hij zeker op voorraad en ze werden ook met enig aplomb verteld, over de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie waarvan hij lid was geweest, of over lange stukken schaatsen op de Amstel, of over lesgeven op een zwarte school in Amerika. Maar ze werden nooit te berde gebracht om op te scheppen, altijd als illustratie van een maatschappelijke trend of theorie.
Zijn eigen levensloop was het voorbeeld van een bijna vooroorlogse carrière. Hendrik Jan Schoo werd eind 1945 geboren,