Arendo Joustra
Leermeester
Voor de vorige week overleden oud-hoofdredacteur van Elsevier H.J. Schoo stond niets met zekerheid vast. Als politiek en pers samen iets tot feit hadden bestempeld, stelde Schoo de vragen. Was het wel zo? Klopte de consensus? Hadden de professionals, de zaakwaarnemers, de deskundigen wel gelijk? Schoo had eigen observaties en stimuleerde zijn redactie evenzeer te vertrouwen op haar eigen waarneming, haar eigen onderzoek. Niet anderen napraten ‘om er bij te horen’, maar zelf analyseren. Voor Schoo bestond Elsevier allereerst uit de nuchtere feiten. Daarna kwam pas de inkleuring, de opinie.
Dit lijkt allemaal heel gewoon voor een journalist, maar toen Schoo hoofdredacteur van Elsevier was (1993 tot 2000), het pre-Fortuyntijdperk, heerste de koekoekeenzang van de paarse jaren. VVD en PvdA regeerden samen en smoorden zo elke tegenstelling. De lieve vrede werd gekoesterd, met als gevolg dat, ook in media die aan de leiband van experts en coalitie liepen, problemen werden toegedekt of vooruitgeschoven.
Schoo, toegewijd aan de publieke zaak zonder zucht naar geld of roem van televisie of politiek, leefde daarentegen voor het debat. Als jongeling had hij gestudeerd en gewerkt in de Verenigde Staten, waar ze geloven dat het debat de samenleving verder brengt, omdat discussie tot nieuwe inzichten leidt. Schoo had liever de huidige opwinding, al was hij wars van publiek vertoon van emoties, dan de tot niets leidende rust van de jaren negentig. Sinds een paar jaar was Schoo fulltime actief als