J.A.A. van Doorn
Stukjesschrijver
Met het overlijden van H.J. Schoo (1945) is ons opnieuw een bekende columnist ontvallen. Een paar maanden geleden was het Bart Tromp, uit 1944, dus al even voortijdig. De eerste werkte voor de Volkskrant, de tweede voor Het Parool.
Ze rekenden zichzelf tot een bepaald genre publicisten. Schoo ambieerde een ‘veelal analytische, feitelijke aanpak’, zoals hij zijn redacteur Remco Meijer schreef, precies zoals Tromp in zijn bundel Hoe zit de wereld in elkaar de positie zegt te kiezen ‘van de afstandelijke beschouwer, die analyse vooraf laat gaan aan oordeel’.
Ik herken die ambitie en sluit me graag bij hen aan. Ook Marcel van Dam en Kees Schuyt (helaas stilgevallen) zijn hier te plaatsen. Het moet iets te maken hebben met de invloed van de sociologie die wij allen hebben ondergaan, een vak dat stevige meningen over politiek en maatschappij toelaat, maar dan toch altijd na de relevante feiten op een rij te hebben gezet en er enige orde in te hebben aangebracht.
Maar het huis van de columnistiek telt, gelukkig, vele kamers. Veel voorkomend zijn de commentatoren die week na week het rumoer op het Binnenhof in kaart brengen en bedachtzaam relativeren. Anderen bijten zich bij voorkeur vast in een recent incident en rusten niet voordat zij de bekende onderste steen menen te hebben bovengebracht. En dan zijn er natuurlijk de trotse beheerders van een kleine stal met stokpaarden, gisteren ‘de Verlichting’, vandaag ‘de islam’.