dat floreerde. Hij vergrootte de snelheid en de toegankelijkheid, drong de ‘babbelziekte’ terug, en zocht een voor Nederlandse begrippen conservatief profiel. Zelf noemde hij het ‘een milde herideologisering’. Om tegengas te geven. ‘Het debat in Nederland wordt niet intellectueel gevoerd, het wordt sociaal gevoerd.’ Daarom vond hij dat ook Pim Fortuyn moest worden gehoord in een wekelijkse column.
Die keuze en Schoo's eigen stukken over de multiculturele vroomheid hebben hem heel wat verwijten opgeleverd. Hij zou wegbereider van het extremisme zijn. In zijn laatste rubriek voor Elsevier schreef Schoo nog eens dat Nederland vol is. Een thema waar hij pas frontaal op werd aangevallen toen hij in 2000 overstapte naar de hoofdredactie van de Volkskrant en zijn gedachten bundelde in het boek De verwarde natie. Dwarse notities over immigratie.
Na een jaar bij de krant werd Schoo gevraagd om het weekblad Vrij Nederland uit het slop te helpen. Dat hij zakelijk en journalistiek kon denken bewees hij eerder toen hij de bladen Intermagazine en Psychologie bloeiend maakte en een generatie journalisten leerde schrijven en denken.
Met zijn journalistiek-conceptuele talent was Schoo in de jaren '80 hard op weg een Nederlandse variant van de Herald Tribune te stichten - het ketste af op een conjuncturele neergang. Twee intensieve jaren bij VN eindigden met verbeterde resultaten, maar crisis op de redactie. Schoo vond in 2003 zijn bestemming als wekelijks ontleder van de vaderlandse politiek voor de Volkskrant.
Sinds die tijd heeft Schoo de grote thema's neergezet. Van de ‘maniakale anti-burgerlijkheid’, ‘de vloek van de stadsvernieuwing’ tot (uit zijn Leidse ziekbed) ‘de risico's van campagnepolitiek’, hij fileerde radicaal en onbevooroordeeld. Zijn laatste boek was Een bitter mensbeeld. De transformatie van een ontregeld land. Over de eveneens ontregelde journalistiek schreef hij een te weinig onderkend essay (‘Een ongeregeld zootje’) in de bundel Zuiver op de graat. Hoe integer is Ne-