Pieter Broertjes
Hendrik Jan Schoo
Daags voor de fatale hartoperatie namen we in het ziekenhuis in Leiden afscheid van elkaar. De tranen stonden in onze ogen. Ik bedankte hem voor zijn loyaliteit aan de krant en hij zei dat ik goed op mezelf moest passen. Het was zondagochtend 5 augustus jl.. Beiden waren we ervan overtuigd dat dit niet de laatste keer zou zijn. Natuurlijk maakte Hendrik Jan zich zorgen, er stond een ingrijpende operatie te wachten en de artsen hadden hem gewaarschuwd voor de gevolgen, maar zijn sterke wil om te blijven leven, zijn sterke lijf, leken voldoende waarborgen. Het is anders gelopen en dat doet enorm veel pijn.
Hendrik Jan Schoo, HJ voor intimi, was een man om te vrezen of om lief te hebben. Ik had een zwak voor hem. Als vakman, als denker, als dwarsligger, maar vooral ook als mens. Als ik vertelde over het wel en wee van mijn puberende zoon kon hij tranen in zijn ogen krijgen. Een grote man met een klein hartje zeggen we dan. En zo was het. Een gevoelsmens ook. En dat stond soms haaks op de bulderende stem die hij kon opzetten als iets hem niet beviel. Midden ‘op zaal’ als redacteuren in zijn ogen zaten te lummelen, als ze onvoldoende beseften waarmee ze bezig waren: elke dag de beste krant van Nederland proberen te maken. Maar vooral ook in zijn opiniestukken voor Reflex en het Betoog en de laatste jaren in zijn columns op de Forumpagina van de Volkskrant. Dan kon hij als geen ander tekeergaan tegen de heersende opiniemakers of te volgzame politici.
Hij schonk er een groot genoegen in mensen of organisaties