Geweld tegen vrouwen binnen deze gemeenschappen goedpraten met argumenten ontleend aan traditie en geloof, is inmiddels een berucht verschijnsel.
Verzet van autochtone kant tegen deze wanpraktijken wordt nog altijd door politici begroet met een roep om respect en de mantra dat integratie van twee kanten moet komen; het is een kwestie van wederzijdse aanpassing, wordt dan gezegd.
Onlangs bezocht ik Sydney, Australië. Ook daar is immigratie en integratie van moslims het onderwerp van de dag. Mijn gastvrouw vertelde mij over een aantal Libanese jongemannen die als groep op ‘verkrachtingstochten’ gingen op de stranden van Sydney. Ze kozen bewust blonde vrouwen als slachtoffer. Toen dit naar buiten kwam, met grote maatschappelijke verontwaardiging, liet de plaatselijke imam - in de stijl van El-Moumni - weten dat die vrouwen dan maar niet op het strand moesten liggen. Wat verwacht je, zei hij, als je rauw vlees voor wilde honden gooit.
Een aantal Australische jongemannen (Aussies) reageerde door te zeggen dat ze zich wilden organiseren om dan maar vrouwen met een hoofddoek te gaan verkrachten. ‘Wederzijdse aanpassing’ is misschien niet altijd een goed idee.
Het goede nieuws is dat we in Nederland geen aanpassing van autochtonen in die richting zien. Er is nog altijd geen noemenswaardige extreem-rechtse beweging en geen gewelddadige confrontatie tussen immigranten en inheemsen.
Er zijn ook positieve anekdotes. Immigranten - ook moslims - die het goed doen: onderwijs volgen; werken; behulpzaam zijn en geen overlast bezorgen. Zij verdienen en krijgen heel vaak respect, echt respect, lof en zijn geheel opgenomen in de maatschappij. Dat is prachtig, maar geen reden om intolerantie tegemoet te treden met ‘respect’. Het is ook geen reden om de serieuze zorgen van de kiezer steevast te negeren.
Lieve Hendrik Jan,
je liep niet weg voor moeilijke onderwerpen. Je bracht je