Feit en tussenkomst. Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955)
(1996)–Jos Joosten– Auteursrechtelijk beschermdJos Joosten, Feit en tussenkomst. Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955). Vantilt, Nijmegen 1996.
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1303 C 56x
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt een diplomatische weergave van Feit en tussenkomst. Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955) door Jos Joosten uit 1996.
De eindnoten op p. 503-526 zijn opgenomen als ‘noten’ bij de betreffende tekstgedeelten, en niet als tekst op de genoemde pagina's.
redactionele ingrepen
p. 17: opnieuw de intu tieve kenmerken opzoeken → opnieuw de intuïtieve kenmerken opzoeken
p. 80, noot 105: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 187, noot 39: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 190, noot 46: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 222, noot 88: de noot heeft een foute nootverwijzing in de tekst, namelijk nummer 89, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 242, noot 118: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 270, noot 162: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 322, noot 274: de noot heeft geen nootverwijzing in de tekst, en is daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 384: in de legger staat nootverwijzing 42 op de plaats van nootverwijzing 43, die geheel in de legger ontbreekt. Op grond van de betekens is nootverwijzing 43 op de plaats gezet van nootverwijzing 42, en is nootverwijzing 42 door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
p. 392, noten 57 en 58: de noten hebben geen nootverwijzing in de tekst, en zijn daarom door ons in de tekst geplaatst op grond van de betekenis.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 6, 9, 10, 96) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. 1)]
Feit en tussenkomst
[pagina ongenummerd (p. 3)]
Feit en tussenkomst
Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955)
Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de letteren
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, volgens besluit van het College van Decanen in het openbaar te verdedigen op donderdag 29 februari 1996 des namiddags om 1.30 uur precies door
Josef Hermann Theodor Joosten, geboren 15 november 1964 te Rotterdam
1996
Uitgeverij vantilt
Nijmegen
[pagina ongenummerd (p. 4)]
Promotor: Prof. K. Fens
Copromotor: Dr. B. Vanheste
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de abn amro-bank te Nijmegen
cip-gegevens koninklijke bibliotheek, den haag
Joosten, Jos
Feit en tussenkomst: geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955) /
Jos Joosten. - Nijmegen: vantilt
Tevens proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen, 1996.
- Met lit. opg.
isbn 90-75697-01-5
nugi 320/952
Trefw.: Tijd en Mens (letterkundig tijdschrift) /
Nederlandse letterkunde; geschiedenis; 20e eeuw.
Copyright ©1996 Jos Joosten, Nijmegen
Alle rechten voorbehouden / all rights reserved
Boekverzorging
H&R Grafisch Serviceburo, Purmerend
Omslagontwerp en binnenwerk
Nicole Frank, Amsterdam
Omslagillustratie
Florent Welles, ‘Man met zeis’
Foto
Jan Cox (negatiefcliché), belichting Florent Welles
[pagina 7]
Inhoudsopgave
Vooraf | 11 |
Het gebied | 13 |
De vragen | 17 |
Avantgarde versus neoclassicisme: een terreinverkenning | 20 |
De tijd | 37 |
De restauratie (1930-1949) | 37 |
De restauratieve jongeren tussen 1930-1940 | 42 |
Een klein jongerendebat | 54 |
Bloemlezingen | 57 |
Eerste nieuwe stapjes | 61 |
De bezetting | 64 |
Podium: op weg naar het jongerendebat | 68 |
De jongere schrijvers direct na de bevrijding | 71 |
De jonge drie | 75 |
Het katholiek isolement | 79 |
Intermezzo in Mechelen | 84 |
Het vacuüm | 87 |
Vroege vernieuwers: Van Beeck en Gerdels | 91 |
De mens | 97 |
De jonge Walravens | 97 |
Walravens' eerste publikaties | 113 |
Walravens' ambivalente existentialisme | 122 |
Walravens en het surrealisme | 130 |
Het keerpunt: Walravens als literaire vernieuwer | 137 |
Tegenstanders, medestanders | 147 |
De Tijd-en-Mensers als jongere generatie: zijn of niet zijn? | 152 |
Geen woorden maar... | 157 |
Janus | 165 |
Het tijdschrift van de nieuwe generatie (1949-1951) | 177 |
Voor Tijd en Mens 1 verscheen | 177 |
Tijd en Mens 1 als ‘eigentijds-traditioneel’ jongerenblad | 195 |
De vernieuwers in Tijd en Mens 1 | 204 |
Louis-Paul Boons ambivalente verhouding met Tijd en Mens | 220 |
Tijd en Mens 2 Boon laat zich zien, Cami en Wauters treden toe | 231 |
Rondom Tijd en Mens 3 en 4: in beweging | 240 |
Ben Cami als traditioneel vernieuwer | 247 |
Marcel Wauters' objectieve subjectivisme | 252 |
[pagina 8]
Tijd en Mens 5 als knooppunt | 256 |
Maurice D'Haese en het geëngageerde proza | 256 |
Albert Bontridder en de geëngageerde poëzie | 269 |
Tone Brulin en het geëngageerde toneel | 278 |
Tijd en Mens 6: over de buitenlanders | 284 |
Tijd en Mens 7: de nieuwe jaargang begint | 288 |
Florent Welles en Cobra | 298 |
Gilles, Cox, Vaerten en Meerbergen en de geëngageerde schilderkunst | 307 |
Tijd en Mens 8: de Mechelse machtsovername | 328 |
Rondom Remy van de Kerckhove en het neo-expressionisme | 332 |
Tijd en Mens in zijn tweede fase (1951-1955) | 351 |
Jan Walravens' ‘Phenomenologie’: eindpunt, hoogtepunt en beginpunt | 351 |
Tijd en Mens 9/10 en 11/12: op weg naar het einde? | 373 |
Tijd en Mens 13 en 14: onder de hoede van De Sikkel | 391 |
Tijd en Mens 15 en 16: de fusie met Podium | 401 |
Tijd en Mens 17: hommage aan Paul van Ostaijen? | 413 |
Walravens' ideeëngoed vanaf de ‘Phenomenologie’ tot in 1955 | 418 |
Tijd en Mens en de anderen | 434 |
Tijd en Mens 18/19 - Tijd en Mens 23: de laatste vier nummers | 452 |
Zaterdag 16 april 1955: zelfmoord te Erembodegem | 470 |
‘Experimentelen, wat nu?’ | 479 |
Een stap voor het experiment | 489 |
Gebruikte literatuur | 497 |
Noten | 503 |
Summary | 527 |