VI Wijze van uitgeven.
Voor de tekst van Tielebuijs is het oudste hs., het Leidse van 1548, gekozen, zoals boven reeds werd medegedeeld. Aan de voet der bladzijde zijn de varianten afgedrukt, behalve de spelling-varianten. De afkortingen (de streepjes voor n, m, de, 't boogje voor - er en 't teken 3 in L) zijn opgelost, invoegingen tussen vierkante haken verantwoord, verbeterde lezingen in de aantekeningen of onder aan de bladzijde. Aan het begin van elke nieuwe versregel en van elke nieuwe zin werden hoofdletters aangebracht, vaak ook bij eigennamen. De puntjes op de ij en i(j), die L. slechts zelden heeft, zijn daar overal geplaatst. v en j werden als consonanten, u en i als vocalen onderscheiden. In plaats van de leestekens der hss., die weggelaten zijn, is een meer uitgebreide nieuwe interpunctie aangebracht. De namen der personen in de hoofdjes, in de hss. soms afgekort, zijn steeds voluit gedrukt en gelijk gemaakt De toneelaanwijzingen zijn behouden en ook de nummering der verzen is gelijk aan die van het handschrift. Waar een toneel eindigt en een nieuw begint, is een streepje geplaatst.