Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 262]
| |
[pagina 263]
| |
69 Constantijn Verhout
| |
[pagina 264]
| |
Vant loeye en leckere leven (1582) en ook elders, zijn staf over de verafschuwde ledigheid heeft gebroken.Ga naar eind3 De meeste moralisten waren het er bovendien roerend over eens dat deze ondeugd weer andere ondeugden opwekte, met name de wellust; vandaar ook hun heftige reacties.Ga naar eind4 Het ‘dolce far niente’ (zalig niets doen) was een begrip dat ver van ze af stond. Reeds omstreeks 1200 begon men de zonde der luiheid te belichamen in een slapende figuur.Ga naar eind5 Bekende voorbeelden in deze iconografie zijn Dürers Droom van de dokter, een gravure waarin het verband tussen slaap en libido zeer nadrukkelijk is gelegd, en Jeroen Bosch' uitbeelding van Accidia (Luiheid), beide daterend uit het einde van de 15de eeuw en beide allegorisch van karakter (afb. 69a).Ga naar eind6 Wanneer de 17de eeuwse kunst dezelfde moraal over slaap en luiheid uitdraagt, al of niet ernstig gemeend (dat is soms niet meer vast te stellen), doet zij dat zelden in allegorische trant, maar in het algemeen onder een alledaagse vermomming. Treffende voorbeelden hiervan zijn De slapende keukenmeid van Nicolaes Maes (cat. nr. 33) en het Slapende meisje van Johannes Vermeer. Een ander voorbeeld uit vele levert Adriaen Brouwer in zijn Boerendrinkpartij (afb. 69b), waar een lijvige man in een stoel zit te slapen, terwijl hij net als de slapende student van Verhout een van zijn handen in zijn jak heeft gestoken.Ga naar eind7 Dit gebaar is allerminst toevallig maar behoort, gelijk de slapende figuur in zijn geheel, tot een specifieke69b Adriaen Brouwer, Boerendrinkpartij. Den Haag, Mauritshuis
iconografische traditie.Ga naar eind8 Het verbergen van de hand of een deel van de arm in een kledingstuk heeft eeuwenlang als een teken van luiheid gegolden: het werkeloos stilliggen van de hand geeft het gewraakte niets-doen aan. Ook de hierboven genoemde, dommelende figuur van Bosch die de Luiheid personifieert in een uitbeelding van de zeven hoofdzonden, houdt een van zijn handen in zijn jak verborgen. Behalve het ontijdige slapen, vinden we tevens het gebaar van de hand in de bijbel beschreven, en wel in de Spreuken van Salomo (19:24): ‘Een luiaard verbergt de hand in dén boezem, en hij zal ze niet weder aan zijnen mond brengen’.Ga naar eind9 Deze spreuk heeft model gestaan voor verscheidene uitdrukkingen en gezegden over handen, waaronder één, welke door Ripa wordt aangehaald in zijn paragraaf over de ‘Luyicheyt’. ‘Manum sub pallio habere, dat is, de handen onder den rock steecken.’Ga naar eind10 Ripa's personificatie van de luiheid houdt ‘beyde handen in den schoot of boesem bedeckt’, waarmee ze te kennen geeft ‘dat een luy Mensch ... onbequaem is tot eenige goede werckingen’. De Egyptenaren, betoogt Ripa, symboliseerden de arbeid door middel van een ‘opene hand’ en daarom schilderden zij het tegendeel af met een ‘veracht persoon, die door ledigheyt of luyicheyt krom gingh, dat hy de handen te gelijck in den boesem of schoot stack, en aldus sat.’Ga naar eind11 Ripa wenst trouwens ook de personificatie van het flegmatische temperament met de ‘handen in den boesem’ uitgebeeld te zien, hetgeen er op wijst dat het gebaar in kwestie niet uitsluitend aan de Luiheid was voorbehouden.Ga naar eind12 Het werd soms eveneens gebruikt ter kenschetsing van personages met een melancholisch temperament, evenals bij de flegmatici met het doel hun traagheid te beklemtonen, een eigenschap die overigens niet ver van luiheid afstaat.Ga naar eind13 Een persoon echter die zowel slaapt, als zijn hand in zijn boezem verbergt, zoals de student op het schilderij van Verhout, hoort zonder twijfel thuis in de verwerpelijke categorie van de luiaards. De manier waarop Verhout zijn figuur heeft voorgesteld, correspondeerde met althans één beeld dat men in de 17de eeuw van studenten had, een beeld dat niet zo heel veel afwijkt van de reputatie die studenten tot op de dag van vandaag genieten. Ook in de tijd van Verhout werden zij door sommigen gezien als lawaaiïge kroeglopers en als luiaards die zich vooral onderscheidden door het verzaken van hun plicht.Ga naar eind14 |
|