Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 246]
| |
[pagina 247]
| |
65 Jan Steen
| |
[pagina 248]
| |
65c Hendrick Bary naar Frans van Mieris, De wiin is een spotter (gravure)
Het voorstellen van dronken mensen hing ten nauwste samen met de toenmalige realiteit. Dronkenschap is wel de nationale zonde van het 17de eeuwse Holland genoemd. Niet voor niets vaardigden stadsbesturen in die tijd zoogenaamde weeldewetten uit, die paal en perk aan het drankmisbruik (en aan andere uitspattingen) dienden te stellen.Ga naar eind7 Ook van de kansel werd onophoudelijk over de enorme alcohol-consumptie geklaagd en bovendien stelden diverse dominees hun afgrijzen daarover te boek. Een opmerkelijk specimen in dit genre, ongeveer gelijktijdig met Steens schilderij verschenen, is een werk van de Goudse dominee Jacobus Sceperus: Bacchus. Den ouden en huydendaegschen Dronckeman: ontdeckt uyt de Heydensche Historien, onderrigt uyt de Heylige Schriften (1665), waarin meer dan tweehonderd bladzijden lang gefulmineerd wordt tegen ‘Suypers’, ‘croeghen en drinck-cotten’, alsmede tegen het ‘santeen’, op de gezondheid drinken, een handeling die in gereformeerde kring in het algemeen als ‘een ijdel en onstichtelijk gedoe’ werd beschouwd.Ga naar eind8 De meeste predikanten waren ervan overtuigd dat dronkenschap aanleiding gaf tot onkuisheid; zoals Sceperus het formuleert: ‘Den mensche aenvoert tot Hoerery, Overspel, Ontucht, en Oneerbaerheydt’.Ga naar eind9 Met een beroep op de bijbel werd tegen dit kwalijke gevolg van alcoholgebruik dan ook veelvuldig gewaarschuwd. Nu was het verband leggen tussen drank en erotiek uiteraard een cliché, waarvan ook allerlei uitdrukkingen getuigen. Wijn werd wel ‘lac Veneris’ genoemd, melk van Venus, een term die van Aristophanes afkomstig is en door Erasmus in zijn Adagia werd overgenomen. Dat drank, met name wijn, amoureus maakte, werd in de 17de eeuw onder anderen door de bekende medicus Johan van Beverwyck verkondigd.Ga naar eind10 Het aspect van onkuisheid is ook door Steen beklemtoond, zij het vanuit een ander gezichtspunt dan door de rigoureuze predikanten werd ingenomen. Het opengeslagen bed aan de linkerzijde van zijn compositie, de oester- en mosselschelpen op de vloer, het stenen pijpje dat de vrouw precies in haar schoot laat rusten en de kat die naar dit pikante detail opkijkt, het zijn stuk voor stuk visuele toespelingen op de erotiek, die de tijdgenoot niet ontgaan zullen zijn. Ook de uil gold uiteindelijk als een beeld van de wellust, naast dat van dwaasheid en dronkenschap.Ga naar eind11 Steen heeft al deze attributen van zonde op subtiele manier van een tegenwicht voorzien. Links naast de uileprent, boven de twee zatladders, heeft hij op het houten schot quasi met krijt een galgje getekend waaraan een figuurtje bungelt. Deze bijzonderheid, die niet direct in het oog valt, wordt de beschouwer als punt van overweging aangeboden.Ga naar eind12 |
|