64 Jan Steen
Leiden 1626-1679 Leiden
Hert ochtendtoilet
Paneel, 37 × 27,5 cm. Gesigneerd
Amsterdam, Rijksmuseum
Dit schilderij kan met twee andere werken van Steen en met een aan Adriaen van de Venne toegeschreven paneel, tot één iconografische groep worden gerekend.Ga naar eind1 Op drie van deze schilderijen is een jonge vrouw uitgebeeld die, zittend op een bed, bezig is een kous aan of uit te trekken (afb. 64a);Ga naar eind2 het vierde stelt een meisje voor dat bij het fluitspel van een faunachtige man, op een terras een rode kous zit te stoppen (afb. 64b).Ga naar eind3 In al deze gevallen draait het om de dubbelzinnigheid van het woord kous, dat in een nevenbetekenis het vrouwelijk schaamdeel of de vrouw in het algemeen aanduidt.Ga naar eind4
Bezien we Steens beide schilderijen van het meisje op het bed in samenhang met de zogenaamde Van de Venne, waar hetzelfde beeldgrapje met meer nadruk is gelanceerd, dan krijgen we een duidelijker inzicht in Steens bedoelingen. Ook met het beeld van het kousenstoppende meisje deed Steen een beroep op het associatievermogen van zijn tijdgenoten. Het heeft rechtstreeks betrekking op een obscene 17de eeuwse uitdrukking als ‘haer kousen doen lappen’ (of ‘naeyen’, ‘rijgen’). Zo schrijft de beruchte dichter Mattheus Gansneb Tengnagel ergens over een meisje dat zich door een ‘knipluys’ (kleermaker) had laten verleiden:Ga naar eind5
En het sou haer licht beklappen [verraden],
Alsse voor haer Iuffer [mevrouw] staet,
Dat's haer kousen had doen lappen
Met een Naeltjen sonder draet.
Het stuk in Buckingham Palace en dat in het Rijksmuseum zijn onderling zeer verwant. Het eerstgenoemde is 1663 gedateerd en onderscheidt zich iconografisch vooral door een grotere detaillering. Zo heeft het op de voorgrond een ‘memento mori’ in de vorm van een luit, een muziekboek en omkranste schedel. De erotische betekenis van beide schilderijen wordt mogelijk gecompleteerd door het natuurlijk aandoende bijwerk: het hondje, de sloffen, de kandelaar en de nachtpot.Ga naar eind6 Dat de po op het Amsterdamse schilderij halfvol staat, zou ook nog een bepaalde reden kunnen hebben. Misschien wilde Steen het meisje kwalificeren als een ‘piskousje’, een benaming voor vrouwen die vaak schertsenderwijs werd gebruikt en veelvuldig voorkomt in de 17de eeuwse literatuur.Ga naar eind7
64a Jan Steen, Het ochtendtoilet. Londen, Buckingham Palace
64b Jan Steen, De rode kous. Amsterdam, verz. I.M.L.-P.