Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21,91 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[p. 212]



illustratie

[p. 213]

54 Rembrandt
Leiden 1606-1669 Amsterdam

Musicerend gezelschap
Paneel, 63,4 × 47,6 cm Gemonogrammeerd en gedateerd 1626
Amsterdam, Rijksmuseum

Over de betekenis van dit schilderij valt slechts weinig te zeggen. Hoewel vrij rijk aan details, verschaft het nauwelijks enig entree om tot een zinvolle interpretatie te komen.1 Dat we met een musicerend gezelschap te doen hebben, is zonneklaar, maar problematisch blijft wie of wat de muzikanten zijn: de zingende jonge vrouw naast een tafel waarop een spiegel staat, de viola da gamba-speler en de jongeman die op een harp tokkelt (een ongebruikelijk instrument en bovendien een fantasiemodel). Curieus doet ook de oude vrouw aan die, ietwat terzijde gezeten, toeluistert. De voorgrond van de compositie wordt ingenomen door een stilleven van muziekboeken en een luit. Links, op een verhoging, ligt een viool.

Een vergelijking met het Musicerend gezelschap van Jan Miense Molenaer (cat. nr. 45) toont het evidente verschil met het burgerlijk familieportret, zoals dat in de eerste helft van de 17de eeuw werd opgevat. Rembrandts gezelschap is uitgedost in ouderwetse costuums, deels met een Oosters tintje, waarvan details ontleend kunnen zijn aan 16de eeuwse prenten. Deze kledij en de bedachte entourage doen vermoeden dat het hier om gehistoriseerde portretten, of eerder nog om gepersonifieerde abstracties zou kunnen gaan. Aan de andere kant heeft het werk een genrecachet, doordat aan het maken van huismuziek wordt gerefereerd. Dit door elkaar lopen van categorieën draagt stellig bij tot de raadselachtigheid van het werk.

Op het schilderij in het schilderij (afb. 54a), dat achter het ensemble hangt, is - uiterst schematisch - Lot voorgesteld terwijl hij door de engelen uit Sodom wordt weggeleid (Gen. 19:16).2 Mogelijk kan dit thema in verband worden gebracht met de boeken en muziekinstrumenten, die tezamen een vanitasstilleven vormen. In het Nieuwe Testament (Lucas 17:28-30) wordt de

illustratie

54a Rembrandt, Musicerend gezelschap (detail)


ondergang van Sodom immers vergeleken met het einde der tijden.

De houding van de oude vrouw, die haar hoofd met haar hand lijkt te ondersteunen, doet in zekere mate denken aan het beeldtype van de melancholicus. In combinatie met het musiceren zou deze houding kunnen wijzen in de richting van de melotherapie, de genezing van zwaarmoedigheid door middel van muziek.3 Zo'n therapeutische situatie heeft Rembrandt enkele malen geschilderd in uitbeeldingen van Saul en David, waarin Davids harp Sauls neerslachtigheid moet verdrijven.

Een duidelijke aanwijzing dat het hier om melotherapie gaat, ontbreekt echter, zo goed als andere aspecten vaag blijven. In zijn onbestemdheid is Rembrandts schilderij representatief voor een vrij grote groep Hollandse schilderijen uit de 17de eeuw, een groep die groter is dan deze tentoonstelling misschien doet vermoeden.

1
Het schilderij is wél in detail geïnterpreteerd door B.P.J. Broos, in Vrij Nederland, 15 mei 1976, 25. Zie voorts K. Bauch, Der frübe Rembrandt und seine Zeit, Berlijn 1960, 138-139; deze auteur duidde het werk als een allegorie, mogelijk van het gehoor of de muziek.
2
Zie voor de identificatie van dit schilderij: J.G. van Gelder, ‘Rembrandt's vroegste ontwikkeling’, Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (nieuwe reeks, deel 16, nr. 5), Amsterdam 1953, 22.
3
Zie G. Bandmann, Melancholie und Musik, Keulen-Opladen 1959, 11-21, en I. Schmidt-Dörrenberg, David und Saul. Variationen über ein Thema von Rembrandt, Wenen 1969.

Vorige Volgende

Over het gehele werk

Jan Baptist Bedaux

P.A. Hecht

Jeroen Stumpel

Rik Vos

Jochen Becker