34 Nicolaes Maes
Dordrecht 1634-1693 Amsterdam
De luistervink
Doek, 92,5 × 122 cm. Gesigneerd en gedateerd 1657
Den Haag, Dienst Verspreide Rijkscollecties, in bruikleen bij het Dordrechts Museum, Dordrecht
De glimlachende jongedame die Nicolaes Maes ons zo direct laat aankijken, lijkt het tafelende gezelschap dat in het bovenvertrek te zien is zojuist verlaten te hebben. Ze staat ietwat voorovergebogen in luisterende houding, kennelijk omdat ze het vrijende paartje heeft betrapt dat zich om de hoek bij de keuken heeft opgesteld. Haar rechter wijsvinger heeft zij ten teken van stilte opgeheven, een gebaar dat als een sterk toneelmatig accent fungeert, vergelijkbaar met het terzijde dat de vrouw in De slapende keukenmeid (cat. nr. 33) laat zien.
Haar handeling doet bovendien sterk denken aan het silentium-gebaar waarmee vanouds Harpocrates, de god van het zwijgen, werd uitgebeeld.Ga naar voetnoot1 Dit gebaar, de wijsvinger omhoog gestoken en naar de lippen gebracht, komt sinds het eind van de 16de eeuw onder andere voor bij uitbeeldingen van cupido's en satyrs die liefdesparen bespieden.Ga naar voetnoot2 Evenals de cupido's en satyrs uit de oudere traditie is de luistervink stille getuige van een erotische situatie, nu echter niet meer in een mythologische scène, maar in een alledaags tafereel.Ga naar voetnoot3
De bezigheid van de keukenmeid en haar vrijer wordt wellicht becommentarieerd door de gedeeltelijk zichtbare wereldkaart aan de muur, rechts op het schilderij. Wereldkaarten werden in de beeldende kunst immers wel gebruikt om de wereldse gezindheid van personen aan te duiden.Ga naar voetnoot4 De jas, de muts en het zwaard op de stoel, vaker voorkomend op amoureus getinte schilderijen uit de 17de eeuw, lijken hier toe te behoren aan de vrijer van de dienstmaagd. Beiden zijn dermate verdiept in hun minnekozerij dat het hun ontgaat dat een kat in de keuken vlees uit een pan steelt.
Dit detail kan een verwijzing zijn naar een destijds bekende uitdrukking die met vrijage in verband stond. ‘De luymend’ [loerende, sluipende] Katten zijn niet bot, zij halen 't vleysjen uyt de pot, schreef Johan de Brune in 1636 in het hoofdstuk ‘Swijghen’ van zijn spreekwoordenboek. Het beeld van de kat kon in het bijzonder de vleselijke lust symboliseren. Zo zegt in 1646 Adriaen Poirters, wanneer hij ouders ertoe aanspoort goed toezicht te houden op hun dochters: ‘(want) 't is meer als eens gesien dat de sluypende kattekens het Vleesch uyt den pot stolen’.Ga naar voetnoot5
Blijken bepaalde details van Maes' schilderij duidelijk genoeg, de strekking van het geheel is minder duidelijk. Dat die strekking echter iets te maken heeft met de deugd van de huiselijkheid, in positieve dan wel in negatieve zin, lijkt zeker niet uitgesloten. Als bekroning van de pilaster in het midden van de compositie schilderde Maes namelijk een gebeeldhouwde vrouwekop die, volgens het ingegrifte bijschrift, Juno voorstelt, de oud-italische beschermgodin van de echtelijke staat en de huiselijke haard. Wellicht beklemtoont de kop het feit dat de dienstmaagd haar plicht in het huishouden verzaakt. In dat geval zou de betekenis van dit schilderij sterk overeenkomen met die van Maes' Slapende keukenmeid. Beter dan zich aan luiheid of de daaruit voortvloeiende wellust over te geven, behoort een dienstmaagd zich te wijden aan haar huishoudelijke taken. En net als in de Slapende keukenmeid heeft het beeld van de stelende kat dan een dubbele functie: behalve als teken van wellust dient het ook als verwijzing naar de negatieve gevolgen van plichtsverzaking in het algemeen.