Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 150]
| |
[pagina 151]
| |
35 Kornelis de Man
| |
[pagina 152]
| |
35b Erhard Schoen, Het kaartspel (houtsnede)
toeschouwer toont ze in het bezit te zijn van de harten aas, een kaart die de amoureuze stemming van de scène expliciet maakt. Speelkaarten van harten als vingerwijzing naar het amoureuze vinden we reeds lang vóór de tijd van Kornelis de Man, in de eerste helft van de 16de eeuw bijvoorbeeld op een schilderij, vroeger toegeschreven aan Lucas van Leyden (afb. 35a), en bij Erhard Schoen (afb. 35b). In het bijzonder de harten aas die in handen is van een vrouw of waarop door een vrouw met nadruk wordt gewezen, zoals bij Schoen en De Man, was een gewild motief, dat in de 17de eeuw eveneens in de emblemataliteratuur verschijnt.Ga naar eind4 Zo in Michael Snijders' Amoris divini et humani antipathia uit 1626, waar een jonge vrouw die de aas van harten heeft, een spel speelt met de personificaties van de hemelse en aardse liefde.Ga naar eind5 De auteur waarschuwt daarbij tegen ‘Liefdes jock en liefdes spelen’, spoort aan ‘pas’ te geven ‘aan t'willigh vleesch’ en wijst er verder op dat de hovaardige dochters van Eva op het winnen van harten 35c Embleem uit: Johan de Brune, Emblemata of zinne-werck ..., Amsterdam 1624
uit zijn, teneinde over het andere geslacht te kunnen triomferen. Johan de Brune's Emblemata bevat een meer realistische voorstelling van kaartende personen, die bovendien opmerkelijke trekken gemeen heeft met het tafereel van De Man (afb. 35c).Ga naar eind6 Ook hier houdt de vrouw de harten aas in de rechterhand en toont deze ostentatief aan de beschouwer. Uit het begeleidende gedicht blijkt dat de jongeman in kwestie zijn vrouwelijke partner met opzet heeft laten winnen om bij haar in het gevlei te komen. De vrouw verkeert echter in de mening dat ze gewonnen heeft door sterk spel. Dit bedrog verschaft De Brune gelegenheid onwaarachtig gedrag van mannen in het algemeen aan de kaak te stellen en huwbare vrouwen te waarschuwen zich niet door vleiende mannen te laten misleiden. Want vleierij leidt tot hoogmoed. Het spreekt vanzelf dat schilderijen als van Kornelis de Man geassocieerd kunnen worden, en in de 17de eeuw stellig ook geassocieerd werden, met een embleem als dat van Snijders, maar vooral ook met dat van De Brune. Of De Man zijn voorstelling van het kaartende duo even ernstig heeft bedoeld als de schrijvers hun emblemen, valt evenwel te betwijfelen. Enige geestigheid, althans naar 17de eeuwse normen, kan hem niet ontzegd worden. |
|