Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 112]
| |
[pagina 113]
| |
23 Isack Elyas
| |
[pagina 114]
| |
23a Adriaen Collaert, De zintuigen (gravure)
mondain genoegen. Ze hebben, met andere woorden, tot lichtzinnig gedrag geleid, een gedrag waartegen tegelijk op beproefde wijze wordt gewaarschuwd door middel van de twee schilderijtjes die aan de muur achter het gezelschap hangen. Het ene stuk stelt de Zondvloed voor, dat wil zeggen: de vernietiging van de mensheid na een zondig leven, terwijl het andere, ovalen, stuk vagelijk een gevechtsscène weergeeft, hetgeen in deze context de associatie rechtvaardigt met de zowel door katholieken als protestanten dikwijls geuite gedachte dat het leven van de mens op aarde een strijd is, een strijd ook tussen lichaam (zintuigen) en geest.Ga naar eind5 Door de Antwerpse jezuïet Jan David bijvoorbeeld is deze gedachte in 1602 aldus verwoord: ‘Het leven vanden mensche opder aerden/is eenen strijdt. Deze weerelt is het veldt/daer den strijdt en slagh ghelevert wordt: ons leven/is den tijdt van vechten/ende de croone te verdienen: ende dan volght den tijdt van ghecroont te werden/veur die wel ghevochten sal hebben’.Ga naar eind6 Een demonstratie van ‘wel vechten’ wordt door de overwegend jonge mensen bij Elyas, slachtoffers van hun eigen zinnen, niet gegeven. In combinatie met de zwaarwichtige tekens aan de wand fungeren ze als een visuele preek tegen de gevaren des levens, ten behoeve van het terzijde staande paar, dat niet in de wereldse genoegens betrokken is, en uiteindelijk ten behoeve van elke beschouwer van dit schilderij.Ga naar eind7 |
|