Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 104]
| |
[pagina 105]
| |
21 Willem Duyster
| |
[pagina 106]
| |
21b Embleem uit: Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden (eerste druk 1618), ed. Amsterdam-Utrecht 1700
dige eenheid gezien. Deze politieke connotatie kwam sedert de renaissance opnieuw in de belangstelling te staan, zoals vooral naar voren komt in de 16de en 17de eeuwse emblemata-literatuur. Bij Alciati en andere schrijvers vinden we de luit geïnterpreteerd als imago van bondgenootschap, goed bestuur en politieke eenheid. Daarnaast evenwel werd het instrument als symbool van eendracht op de liefde en het huwelijk betrokken, zowel in de emblematiek als in de schilderkunst.Ga naar eind2 Een overtuigend voorbeeld is het portret dat Frans Floris in 1561 van de zogeheten Familie van Berchem maakte, waarop een luitenist en een virginaalspeelster het begrip ‘concordia’ in onderlinge harmonie uitdragen. De luit neemt hierbij het midden van de compositie in beslag. De lijst van het schilderij is door Floris voorzien van een Latijnse tekst die de eensgezindheid van huwelijk en familieleven bejubelt.Ga naar eind3 Halverwege de 17de eeuw schilderde Theodoor van Thulden een allegorie die in dit opzicht niet minder sprekend is: de luitspelende personificatie van de muziek wordt door Hymen, de god van het huwelijk, met rozen gekroond (afb. 21a). Ook dit schilderij bevat - aan de voeten van de Muziek - een Latijnse tekst waarin opnieuw de harmonie der snaren (van de luit) wordt vergeleken met de harmonie in het huwelijk.Ga naar eind4 Logischerwijs leende het beeld van een luit die juist21c Abraham Bosse, De luitspeler (gravure)
wordt gestemd, zich bij uitstek als metafoor van de harmonie. Jacob Cats bediende zich ervan in een embleem van een man met twee luiten die bij het stemmen van de ene luit bemerkt dat de snaren van de andere beginnen mee te trillen (afb. 21b).Ga naar eind5 Deze resonans demonstreert op overdrachtelijk niveau dat ‘twee herten op eenen toon gepast’ zijn. In verband met Duyster zijn ook twee gravures van Abraham Bosse van belang, een Franse kunstenaar wiens werk duidelijk samenhangt met de Hollandse genreschilderkunst van zijn tijd (afb. 21c en 21d).Ga naar eind6 Op deze pendanten, die omstreeks 1640, ongeveer tien jaar na het ontstaan van Duysters paneel, moeten zijn gemaakt, zitten een luitenist en een vrouw met een liedboek tegenover elkaar.Ga naar eind7 Van harmonie tussen hen is echter geen sprake. Blijkens de onderschriften ontbreekt het juist daaraan. Terwijl de man zijn instrument stemt, vraagt hij zich onder meer af: | |
[pagina 107]
| |
21d Abraham Bosse, De zangeres (gravure)
Schone Cloris, wat moet ik doen
om mijn stem op de jouwe af te stemmen
als jouw ziel en de mijne
niet eenzelfde concert spelen?Ga naar eind8
Tegen de achtergrond van deze en soortgelijke gegevens ligt het voor de hand ook het schilderij van Duyster op te vatten als een voorstelling van een situatie, waarin het draait om de harmonie der zielen, de overeenstemming van gevoelens tussen de man en de vrouw. De kunstenaar heeft zich echter, anders dan Bosse, onthouden van ondubbelzinnige informatie. Kennelijk was het zijn bedoeling de beschouwer te laten uitmaken of de harmonie in zijn schilderij reeds aanwezig is, dan wel nog gecreëerd moet worden. |
|