19 Jacob Duck
Utrecht (?) ca 1600-1667 Utrecht
De strijkster
Paneel, 42,5 × 33,1 cm. Gesigneerd
Utrecht, Centraal Museum
Deze strijkende vrouw, wellicht een dienstbode, is door de schilder in een kelderkeuken gesitueerd, een interieur dat hij elders heeft gebruikt om een soldatenscène in onder te brengen.Ga naar voetnoot1 Omgeven door allerlei huishoudelijke attributen, wordt de vrouw gezelschap gehouden door een kip, een kat en een kind met een speelgoedmolentje. Het is mogelijk dat de strijkster moet worden begrepen als een vertegenwoordigster van de in de 17de eeuw hogelijk geprezen deugd der huiselijkheid, maar een stevig houvast tot interpretatie van het schilderij verschaft deze figuur ons uiteindelijk niet. De reden hiervan is onder meer dat de bezigheid van het strijken geen iconografische traditie en dientengevolge geen betekenistraditie kent, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het spinnen, dat eeuwenlang spreekwoordelijk is geweest voor huiselijkheid en deugd.Ga naar voetnoot2
Voor zover in het kind met het molentje een bepaalde betekenis schuilt, moet vooral worden gedacht aan de traditionele vergelijking tussen molentjes en dwaasheid of een combinatie van dwaasheid en kinderlijke onschuld.Ga naar voetnoot3 Molentjes werden dikwijls met grillen en gekheid geassocieerd. De uitdrukkingen ‘met een molentje lopen’ en ‘een slag (of klap) van de molen hebben’ zijn niet alleen in ons hedendaags taalgebruik, maar waren ook in de 17de eeuw genoegzaam bekend.Ga naar voetnoot4 Zo heet het bij de schilder-schrijver Adriaen van de Venne:
... dat een van ons heyt ...
een slaghje van de Molen;
Fy toch! alle menschen dolen.
'k Wedje nergens umment [iemand] haalt,
In het Kinder-spel van Jacob Cats worden molentjes eveneens, zij het op ietwat duistere wijze, aan dwaasheid gelieerd. Jan Steen koos een molentje om visueel commentaar te leveren op het optreden van een jongetje dat wel als debiel is gekenschetst.Ga naar voetnoot6
Bezien we tenslotte Ducks beide figuren in samenhang met elkaar, dan lijkt de bedoeling van zijn schilderij om de dwaasheid, belichaamd in het kind, een contrast te laten vormen met de huishoudelijke ijver, belichaamd in de vrouw met de strijkbout. Aan de beschouwer werd en wordt overgelaten het goede van het slechte voorbeeld te onderscheiden.