Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 76]
| |
[pagina 77]
| |
13 Pieter Codde
| |
[pagina 78]
| |
zeggend dan de haas zijn overigens de vogels, die de andere man laat zien. Ook hier gaat het om een gevisualiseerd begrip. In het Nederlandse taalgebruik werden het woord ‘vogel’ en het werkwoord ‘vogelen’ al in de late middeleeuwen op dubbelzinnige wijze toegepast. ‘Vogelen’ betekende vogelvangen, maar tegelijk was het een gangbare aanduiding van de coïtus. Het woord ‘vogel’ gold als synoniem van penis. In een grote reeks Hollandse genrevoorstellingen uit de 17de eeuw is een dubbele bodem gebouwd, gebaseerd op de dubbelzinnigheid van deze woorden.Ga naar eind4 Duitse kunstenaars bedienden zich overigens van soortgelijke geestigheden. Het is verhelderend Codde's schilderij te bekijken naast een Duits, zogenaamd Stammbuchbild uit het begin van de 17de eeuw (afb. 13a).Ga naar eind5 De jachtbuit van de man op deze Duitse gravure bestaat uit een aantal vogels en een vos; de vos moet hier waarschijnlijk worden opgevat zoals de haas bij Codde.13b Illustratie uit: Cesare Ripa, Iconologia of nytbeeldingen des verstands, Amsterdam 1644
Blijkens het onderschrift heeft de jager het volgende over zijn vangst op te merken: Ich hab ein fuchs und Vögl beij mir,
So ihr wolt, könd ihrs haben hier,
Beij mir Seijdt ihr woll empfangn,
Nach Vöglen hab ich stets verlangn.
Wat de heer met de patrijzen op het schilderij van Codde naar de desbetreffende dames drijft, is duidelijk: het is zijn lust tot vogelen. En niet voor niets laat Codde hem juist patrijzen dragen, want patrijzen hadden een beruchte reputatie op het gebied van de erotiek. Cesare Ripa (afb. 13b) laat daar geen misverstand over bestaan:Ga naar eind6 ‘Want daer is geen dingh bequaemer noch dat meer past, om de onghemaetighde Wellust en ongetoomde Geylheyt te vertoonen, als de Patrijs, diewelcke wel dickwijls van sulcken rasernie, in 't bij een komen, is aengehitst, en door soodaenighe ongemanierde Geylheyt ontsteken, dat het Manneken dickwijls de eyren breeckt, die 't Wijfjen broet, wesende daer door in 't broeden verhindert en verlet om sich daer mede te paeren’. De erotische symboliek van dit schilderij wordt gecompleteerd door allerlei bijwerk. De opmaak, sieraden en snuisterijen van de drie rijk geklede vrouwen om de tafel getuigen van haar wereldse gezindheid. Het bed in de hoek met de fallisch aandoende kaarsenstandaard er voor, en de hond - toepasselijkerwijs een hazewind - zijn attributen die vaak voorkomen in erotisch getinte scènes.Ga naar eind7 Codde heeft zijn tafereel tenslotte ook nog muzikaal opgeluisterd door de geheel links gezeten vrouw een theorbe te laten bespelen, terwijl hij aan haar voeten een luit heeft neergelegd en bij het bed een viola da gamba heeft gezet. |
|