Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
Amsterdam, ca. 6 juli 1947Beste Hans, Je vinnige toon heeft in het algemeen uit polemisch oogpunt zijn verdienste en dat waardeer ik hogelijk, maar hij wordt ook wel eens onaangenaam van de kant van iemand, die hoort te weten, dat ik het niet eenvoudig heb. Verder moet je naam en toenaam geven van je zegslieden - dat doe ik tegen jou toch ook. Het geld van de Federatie en van sociale zaken is hetzelfde - de Federatie is namelijk zo stom geweest, zich dit uit handen te laten nemen. Een bedrag van 22.50 per week is voor mij alleen bereikbaar als ik het voor driekwart zelf verdien. Als de eigen inkomsten nul bedragen, krijg ik x gulden. Als de eigen inkomsten een bepaald bedrag bedragen kan de uitkering y gulden worden (y is groter dan x) maar dan nemen zij me tweederde van het verdiende geld af! De limiet van dit sadistische systeem is ± 22,50. Daarvoor mag je allerlei vernederingen ondergaan. Ze hebben me nu doorgegeven aan het arbeidsbureau en dat heeft me doorgegeven aan de gemeentelijke personeelsvoorziening, die me de keus heeft gegeven tussen twee betrekkingen (klerk aan publieke werken of commies aan de gemeentereiniging), welke banen ik geweigerd heb te accepteren, weshalve 31 Juli de hele steun ophoudt zodat mijn zelfmoord inderdaad op begin Augustus geraamd kan worden. De advertentie in het Nieuwsblad van de Boekhandel heb ik al twee keer gezet, maar men hapt niet. God, ik onderneem toch zeker alles. Wat mijn belezenheid betreft: heb ik je nog nooit de twee schriften laten zien, waarin mijn buitenlandse belezenheid aangetekend staat? De streepjes in al mijn bloemlezingen vormen daar de aanvulling op. Er gebeurt op dat punt wel een en ander, maar als het je te langzaam gaat, moet jij me maar geld is tijd fourneren, om het beter te doen. Je kunt deze kwestie niet losmaken van mijn andere kwesties, laat dat aan Hermans over. Het ondier, dat ik in het romanproject van Hermans gemaakt heb, is hij geenszins. Het plot berust op pure fantasie en in zijn karakter liggen alleen de kiemen voor iets dergelijks. Neel gaat in het romanproject met de handschoen trouwen, terwijl ze in werkelijkheid al twee lieve kinders heeft en een aardige man die aan gene zijde van de oceaan de carrière opgebouwd heeft, waarvan de opvoeding van deze kinders bekostigd moet worden. Het is wat je noemt een goed huwelijk en zulk een kun je hoogstens stukrijen, als je de man die gedupeerd moet worden binnen je bereik hebt. Daar is hier geen sprake van. Ik heb daarom gelachen, toen haar toch nog even het omineuze vraagje ‘heb je een job?’ ontglipte en geantwoord ‘integendeel’. In het romanproject heb ik de volle zwaarte van de verwikkelingen op dit vraagje terecht laten komen, doordat zij me op een idee gebracht had en de | |
[pagina 95]
| |
geschiedenis daar algemeengeldiger door werd. Want - aphorisme: er zijn drie inkomensklassen. Van 100 in de maand kun je leven, van 200 trouwen, van 300 scheiden en zo zit de wereld in elkaar. Maar doe nou even niet ‘onbetrouwbaar’ en geef me direct antwoord. Wie had je over mijn gesprek in Americain gerapporteerd? Als je het alleen uit die foliovellen hebt, waar je voor ik het kon voorkomen een blik op wierp, doet het er niet toe. Ook niet als het blote veronderstelling is. Ook niet eens als je het van een ander hebt en als die het weer van mij had. Maar in hoge mate, als de informatie soms uit haar hoek kwam. De zaak is, dat de diplomatieke verbindingen na dat gesprek prompt weer verbroken zijn maar dat haar vertrek al een paar maanden uitstel ondervonden schijnt te hebben. Als jij dus per ongeluk een ‘kanaal’ gesproken hebt, bericht me dat dan ogenblikkelijk, want dan betrek ik je in één van de gecompliceerdste liefdesintriges uit de wereldgeschiedenis. Als je met Rodenko in Amsterdam komt, en je brengt hem niet op een behoorlijk van te voren aangekondigd bezoek mee bij mij, dan beschouw ik dat als abnormaal. Er mag toch wel een klein beetje gewoon amicaal verkeer in de literaire wereld blijven buiten de onvermijdelijke intriges. Ik kan jullie meenemen als introducée's naar de Biekorf om 6 uur, mits één van jullie tweeën zelf betaalt. Verder neem ik mijn pet af voor je studiositeit. Als je inderdaad straight on in deze herfst je kantjes kunt doen, sta je zo sterk, dat je een literaire carrière niet meer mis kunt lopen. Doe vooral eerst dat candidaats rechten en stap dan pas over in de flauwekulstudie aan de zevende faculteit, dan sta je veel sterker en krijg je misschien dingen cadeau. Je gebruikt het woord bedside manners fout. Bedside manners heeft een arts, en ik persoonlijk gebruik de term als scheldwoord voor het uitoefenen van een niet gemotiveerd overwicht. Ik moet voor netto-prijs hebben Du Perron, die twee delen, Tovertuin en Lehmann. Met Tovertuin ben je al weer te laat, Hermans heeft zijn kritiek al weer klaar, met Lehmann kun je nog op tijd zijn. Maar toch sturen. Ik zit te wachten op uitsluitsel van de Bezige Bij. Ik ben enthousiast dat Vermeulen bij Stols weg is - wat spookt hij nu uit? Als de Bezige Bij de aphorismen uitgeeft, ga ik als derde boek de Kunst van het lezen afmaken (en er meteen nog wat naast lezen), anders pleeg ik suicide, want iedereen die me aan inkomsten kan helpen ziet me liever dood dan levend en waarom zou ik ze eigenlijk hun zin niet geven. Een of ander Weibsbild noemde Heet van de naald een exhibitionisch geschrift - is dit juist? En verder heb ik je geloof ik nog niet meegedeeld, dat ik zo door Shaw geboeid ben. Een schrijftemperament van de klasse van Heine. Geen flauwekullige | |
[pagina 96]
| |
happy-few-pretenties, maar iemand, die met volkomen vanzelfsprekendheid een nobelprijs in de wacht sleept. Pygmalion en zo is natuurlijk alleen maar handig. Maar Candida en dergelijke stukken zijn minstens even goed als Ibsen.Ga naar eind1 Ik heb dan nog een speciale voorkeur voor Caesar and Cleopatra en het boek dat volkomen hors concours is, is Man and Superman! Godverdomme, wat een vondst en godverdomme wat een brille in de uitwerking. Ik ben nu met de middenmoot van Man and Superman (Don Juan in hell) bezig en kan wel zeggen, dat voorbeelden als Shaw mij mogelijkerwijs nog eens tot een creatief auteur vormen. Dat schematische heb ik trouwens als je het nog niet doorhad, heel erg! Naast Heine zijn het Oscar Wilde en Shaw en zo, die mij het gevoel geven, dat ik op een goede dag iets dergelijks zal schrijven. En dan laten vertalen. Geef even precies antwoord, onder meer inzake je bron van inlichtingen aangaande het onderhoud in Americain.
Max. |
|