Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam, ca. 3 juli 1947‘Animositeit’ Door Hans van Straten Synopsis: Beste Hans. Eerst die twee novellen schrijven - dat is uit politiek oogpunt urgent - moéten voor 1 sept. af en geplaatst zijn. Maar schrijf dan ook even een korte roman, vlug afmaken, niet een Land van Herkomst van maken, dat komt later wel. Maak er maar een potje van - Dichtung und Wahrheit, zodat niemand er meer uit wijs kan. Hoofdpersoon Jonathan Slokker - dat ben ik. De vertellende ik-figuur, jij dus, speelt maar een bescheiden rolletje, zo in het laatste hoofdstuk, als ik, Slokker dus, zelfmoord gepleegd heb en jij mijn bibliotheek plus nalatenschap, die ik aan jou vermaakt heb, uit handen van mijn goeie stakkers van ouders moet redden, die zich daar niet aan houden en er met hun poten niet af kunnen blijven. De antagonist van de roman is Herman Draak (Hermans) die me in de dood intrigeert met zijn eeuwige tactiek van: ja, hij heeft toch wel een eigen stijl, maar intussen stemt hij al mijn copy af voor het tijdschrift De Monopolist, waarvan hij redacteur is. De andere redacteur is Olivier Schemering (Adriaan Morriën) die altijd even moet vragen, wat Draak ervan vindt. Twee redacteuren - niet meer. Er treden ook twee uitgevers in op, te weten de heer Urkerboer, met het accent op de eerste lettergreep (dat is Van | |
[pagina 89]
| |
Oorschot) met één man personeel, en de heer Ledauphin, met honderd man personeel (dat is John Meulenhoff junior). Nu is de intrige als volgt. Ik ben een echt genie. Ik heb het dichtstuk van mijn leven geschreven over Beatrijs ofwel Trix - maar ik durf het haar niet te sturen. Bij vrouwen moet je altijd met referenties werken, haar het manuscript sturen is zinloos, dat zegt haar niets, maar als ik het haar tijdig in gedrukte vorm toe weet te doen komen, ben ik zeker van haar hand. De tijd spant. 1 Januari dien ik de copy in bij de Monopolist, maar het wordt afgeketst, 15 Febr. weet ik het - het had anders in het 1 Maart nummer gekund. Overigens trouwt Trix op 15 maart met de handschoen met een prominent Amerikaan, die in het leger geweest is en nu een sympathiek burgerberoep heeft. 1 Juni gaat haar boot. In tijdschriftvorm zal het dus niet uitkomen, maar de gulle Urkerboer besluit het in boekvorm uit te geven. Op 1 April valt het besluit en hij weet het nog in zijn voorjaarsaanbiedingen onder te brengen en 1 Mei is het boekje uit. De uitgave wordt gehonoreerd met een onderhoud van een half uur in een hotel tussen Slokker en Trix. Trix informeert: heb je een job. Slokker moet bekennen van niet. Dus neemt Trix 1 Juni de boot. Slokker heeft het omgekeerde van een job - met ingang van 1 Juni houdt zijn schrale toelage op. Hij kan nog 1 maand leven van de honderd gulden honorarium voor het boekje. 1 Juli moet hij ‘iets hebben’. Bezoeken aan het arbeidsbureau - hebt u HBS-opleiding: jawel. Hebt u praktijk-diploma boekhouden: nee dat niet. Zo mislukt alles. 15 Juni in zak en as bij Urkerboer op bezoek. Die heeft in zijn eenmanszaak geen ruimte maar bij Ledauphin heeft de correctrice juffrouw Puntkomma op basis van een moetje moeten trouwen - daar is dus een plaats vacant.Ga naar eind1 Het is de laatste mogelijkheid. Urkerboer belt Ledauphin op. Die beraadt zich er op - maar hij voelt niet voor een râté. Wijst het af. Urkerboer gaat persoonlijk bij Ledauphin voor de benoeming van Slokker tot corrector pleiten - die beraadt zich opnieuw en herziet zijn beslissing. Dan komt Draak er tussen. Ledauphin is de uitgever van een boek van Draak en van De Monopolist. Draak speelt kat en muis met Ledauphin en maakt de benoeming ongedaan, zonder persoonlijk naar voren te treden, maar door zijn suggesties in Schemering te gieten, die ze als andere redacteur getrouw ten overstaan van Ledauphin reproduceert. Op 1 Juli valt de zelfmoord van Slokker. Op drie Juli reist de ik-figuur naar hem toe. De ik-figuur heeft alles gevolgd door bezoeken en brieven van Slokker, uit die brieven blijkt zijn genialiteit. Op het Centraal Station ziet de arriverende ik-figuur nog uit het coupé-raampje eerste klas het door overmatige luxe verslapte gezicht van de uitgever Ledauphin, die voor twee maanden met vacantie gaat. Laat goed de literaire incompetentie van beide uitgevers, de sympathieke en de minder sympathieke uitkomen. Beschrijf Draak preciesGa naar eind2. Draak is geharmoniseerd, onder meer doordat hij niet op een abortusje meer of minder kijkt bij zijn | |
[pagina 90]
| |
maîtresses - de liefdenacht van Draak. Als tegenwicht een liefdenacht van de nerveuze Slokker, de integriteit zelve - a) tegenstander van abortus b) bekent aan het begin al, dat hij het niet kan menen, vanwege de wond om Trix. Dus de slechte tegenover de goeie verleider. Slokker en Draak zijn allebei gevoelsmensen. Het overwicht van Draak berust op zijn twintigste eeuwsheid. Het overwicht van Slokker - dat niemand ziet - op zijn negentiende eeuwse stilte en sfeer en zijn intieme omgang met de toegespitste lyriek. Draak is een crack op proza-gebied. De ik-figuur is redacteur van een microscopisch tijdschriftje, dat happy-few eigenschappen aan onvolwaardigheid paart en wel eens wat van Slokker opneemt maar op 1 maart net op de fles gaat, zodat het door de Monopolist geretourneerde meestergedicht er niet meer in kan. Beide tijdschriften hebben voor de overzichtelijkheid maar twee redacteuren. De ik-figuur heeft naast zich de begaafde maar stotterende Hakkelaar - een twintigste-eeuws irrationalist (Sjestov, Bergson, e.d.) die dus ook nog tegen de negentiende eeuwse rationalist Slokker (met zijn Benda-verering) is. Maar dit is bijwerk. Hoofdzaak is, dat je je niet door de enorme mogelijkheden van de stof laat afleiden. De enige kunst is in dit geval, door te pennen en het romannetje af te ronden en persklaar te maken. Dan wordt het een soort Urfaust. Later, als het gedrukt en met de duizend gulden prijs beloond is, nemen jij of ik het er wel eens naast en werken het om tot de grote roman, die het nu niet mag worden, want dan is het vóór mijn echte zelfmoord niet klaar. Dus beperking, Camus is groter dan Sartre, omdat hij zijn onderwerp niet uitput. Schrijf dit boekje in één week af, het mag niet meer dan 200 bladzij worden. Ik heb de vriend, die het terstond in het Frans vertaalt - de vertaling gaat naar Temps Modernes (diep geheim!), zo krijgen we hier iedereen stil. Snel afwerken en de zaak overdonderen. De volledige eer is voor jou - dienst en wederdienst - ik ben toch te overspannen om over mezelf te kunnen schrijven. Deze schets is niets, in een kwartier geschreven, het zouden mondelinge mededelingen kunnen zijn. De inhoud van het boek zelf wijst wel uit, dat er twee personen aan te pas gekomen zijn. Dat moeten ze later maar uitzoeken, net als bij Jarry. Bewaar eerlijkheidshalve deze foliovellen, die publiceren we, als we de tweeduizend gulden prijs van de stad Amsterdam volgend jaar hebben, om duidelijk te maken, waarom je mij de helft meegegeven hebt. Denk er goed om, dat het verhaal op zichzelf fantasia is - ik ben nog niet dood en dat met die vrouw heeft ook heel anders gezeten. En zelfs de Draak-figuur is meer een waarschuwing aan het adres van Hermans dan een portret. Maar in de najaarsaanbieding komt de eerste roman van Hermans uit, die moeten we troeven, door nog dit najaar dit boekje bij Contact uit te laten komen. Denk erom, Slokker heeft geen geld en eet eerst om de dag dan om de twee dagen, tenslotte alleen nog 's Zondags en één keer bij Urkerboer warm. Slokker zoekt zich gek naar een baantje, | |
[pagina 91]
| |
omdat hij iets voor halve dagen moet hebben, anders gaat hij dood en heeft hij geen tijd om te schrijven, en wat erger is, om zijn belezenheid bij te houden, waar Draak hem juist op stuk laat lopen. Zo ligt het probleem, hierover een brief van Slokker aan de ik-figuur. Denk er ook om, het omineuze dichtstuk wordt niet aangehaald - dan is het geen mysterie meer. Wel de kritiek van Draak in de Monopolist, als het toch in druk verschenen is - Draak weet via Schemering, die intiem met Slokker is (en die heeft het hart op de tong), dat het om niets meer of minder gaat dan het levensgeluk van Slokker, maar ‘dat mag geen factor zijn’ heeft hij op de redactie-vergadering eind Januari gezegd. Nu schrijft hij een niet geheel ongunstige kritiek. Zoek verder alle data nog even opnieuw uit, aan jou, om te maken dat de intrige sluit als een bus en dat je je niet in uitweidingen verliest. Beperk je tot dit complot - over die Slokker-figuur is immers het laatste boek nog niet geschreven. Dat idee, om die correctrice te laten sterven aan abortus door kinine, die Draak te zwaar doseert, is prachtig. Daartegenover Slokker, die Jetje, de surrogaat-geliefde vingert (voorzichtig en handig en niet provocerend formuleren), om haar maar klaar te laten komen - hij zorgt, dat zij eerst aan haar trekken komt en dan pas hij, zoals een heer betaamt. Enfin, je zoekt het maar uit - ik ga naar bed. Max.
P.S. Deze brief is in drie kwartier geschreven. Zorg je echt, dat je dit romannetje even in elkaar flanst en je niet door de vele mogelijkheden laat afleiden van het plot? Het moet even kort en krachtig en op korte termijn gereed zijn. Maak voor jezelf even een volkomen sluitende intrige, stippel die uit over een schema van circa twintig hoofdstukken, stuur mij het duplicaat en neem zelf dit schema er naast bij de uitwerking en wijk er niet meer van af. Ik krijg een deel van het honorarium mee, want dat zal op den duur een niet te versmaden hoogte bereiken. En kraam het niet rond, maar werk en zwijg.
P.S. Ik heb een heel schrift met complotten - we maken er een fabriek van - ook toneelstukken.
PS. PS. In Augustus biappenGa naar eind4 we een paar dagen naar Groningen en jij kijkt erop toe dat ik goeie vrienden met Fokke word. Die nemen we voortaan onder politiekGa naar eind3 kruisvuur. |