Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam, ca. 27 juni 1947Beste Hans,
Voer practische politiek. Jij kent Vermeulen goed en Vermeulen kent Stols goed. Richt het zo in, dat Stols een briefje aan De Neve schrijft, waarin hij hem in overweging geeft, zijn vooringenomenheid tegen jou te herzien, omdat je tenslotte pas iemand bent, die zich nog in volle ontwikkeling bevindt en omdat alleen Rodenko en jij wat van buitenlandse literatuur weten, zodat je het tijdschrift mee zijn cachet moet verlenen. Vermeulen doet dit wel, want je kunt ook voor Vermeulen het pied-à-terre zijn. Ik zal verder broeien, om wegen te bedenken, die in de gauwigheid naar De Neve leiden. Maar je hele positie is onhoudbaar, als je niet als de bliksem twee novellen van de lengte van dokter Klondyke schrijft. Eén voor Criterium, ik zorg dat het er in komtGa naar eind1, hiermee moet je de beschuldiging van Hermans weerleggen, dat je een 100% Du Perronniaan zou zijn. Door iets in Criterium te zetten, klasseer je je in de ogen van De Neve en iedereen, naar je gemerkt hebt en | |
[pagina 88]
| |
laat je tegenover de Podiummers je tanden zien. Om hun afgunst dan weer te sussen sta je tegelijk een meesternovelle aan Podium zelf af, waardoor het raar gaat staan, dat je niet in de redactie zit. En nog vóór een en ander gepubliceerd is, bied je bedeesd de doorslag van de twee novellen als boekje aan De Neve aan, die beleeft dan terwijl hij overweegt, de publicatie. De Neve is een fort dat genomen moet worden, als je dit fort neemt, verwerf je zijn achting, zo is hij ook. Dat je me nu over Fokke de omgekeerde inlichting verstrekt van een poos geleden, is strikt genomen oneerlijk. Je laatste brief is zo overtuigend gedocumenteerd, dat je hem ogenblikkelijk uit moet werken tot een artikel, en dit opzij moet leggen, om mee te politiseren op het juiste moment. Leg in het algemeen zoveel mogelijk persklare zaken opzij, vooral creatief proza. Op hoe weinig publicaties berust niet de roem van Hermans, Sierksma en Rodenko.
Max |
|