Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||
Amsterdam, ca. 28 april 1947[in bovenmarge] De inleiding doen we het laatst stuur me doorslagen van alles. Beste Hans, Over de keus uit Lehmann heb ik drie nachten wakker gelegen. Het uiteindelijke resultaat heeft misschien de schijn tegen zich, maar is er des te geraffineerder om. Jouw keus is me een raadsel: slap aangedraaide en gedeeltelijk geslaagde gedichten, waarop iedere kwaadwillende hem aan kan vallen. ‘Hymne’ is me zelfs helemaal onbekend. Alzo De keus uit Lehmann (in deze volgorde)
Verder aarzelde ik over Incarnatie en De bommenwerper. Het is hard, om niet nog vijf en twintig van hem op te nemen die ons dierbaar zijn, maar de ballade van de veerpont bijvoorbeeld is nou eenmaal minder ‘goed’ dan Dolende ridder en dat slag sonnetten. Jouw plan, om de boel maar aan elkaar te lappen en de diverse uitgevers niets te betalen, zal ons waarschijnlijk een naam als die van Van Krimpen bezorgen, áls de vlieger al opgaat. Bovendien voel ik er weinig voor, om een lor uit te geven, waarin ‘Een vlam I en III’ van Buning weggelaten worden ‘uit plaatsgebrek’. Is het tarief wel f 25 per vers, ik dacht eerder f 5,-. We hangen van Querido af voor Buning (veel) Nijhoff (nieuwe gedichten een paar) Marsman (niet veel) en Engelman (ook niet veel). Van Van Dishoeck voor A. Roland Holst en Vormen van Nijhoff (veel!). Van Dishoeck is niet gevaarlijk.Ga naar eind1 Nu heb ik al eens over Van mei tot mij gepraat met mevr. Manteau (die Van de Woestijne heeft, daar moet ik de hele slotzang van De modderen man van hebben, doet ze wel) en met Alice van Nahuys van Querido. De laatste is een kreng, maar ik kan haar nog wel eens | |||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||
gaan polsen, nu over die rechten, jaloers kan ze al vast niet meer zijn. Maar zorg jij nu eerst eens voor solide plannen, maak de proefhoofdstukken, Lehmann incluis, maar eerst af, dan hebben we iets aan Stols te tonen. En zoek dan de boel eens uit. Je kunt het er ook als een boek van míj doorjagen, dan schuif ik toch wel weer een deel op jou af - Verder wil ik niet de hele tijd met jouw en iedereens Forumbeperkinkje bestookt worden. Du Perron heeft zijn hele leven gequeruleerd, om een apologie te leveren voor het feit, dat zijn klankbodem voor de wereldliteratuur lek was. Hij miste wat (sfeer, fuïdum, hoe je het noemen wil) en aan de grote getrainde sentimenten kon hij niet tippen. Hij las trouwens niet eens hun moedertaal. Wist zo eentje veel van de geheimen van de Neue Gedichte van Rilke of van Endymion van Keats. Als ik een vrouw was, zou ik hoogstens een episode met hem gehad willen hebben, omdat zijn twintigste eeuwse radheid piquant en eventjes nieuw is. Maar de ene helft van de literatuur ontging hem en van de andere helft heeft hij Stendhal onder meer misbruikt om zich te dekken zonder Stendhal zelf helemaal te ‘halen’. Summa summarum. Ik zou wel graag langs mijn eigen lijnen mogen blijven denken, ook al heeft dit heerschap dan geëxisteerd. Blijf je me er verder mee van boord?Ga naar eind2 Ook zie ik niet goed in, hoe het met onze bloemlezing moet, als ik bijvoorbeeld Marsman tegen Nijhoff afweeg en hem iets te licht bevind, en jij gaat er dan nog veel mindere kerels, zoals Gossaert en van Eyck in halen. Die zijn op zichzelf bepaald de moeite waard, maar zo is het voor Bloem geen eer meer om in onze anthologie te paraderen en daar zit hem juist de kneep. En nu kunnen die twee er nog wel in, mits mét een aantekening van mij om de continuïteit te handhaven, evenals bij Greshoff en zo, maar er zijn toch grenzen. Ik dacht, dat we het over Van Vriesland net eens begonnen te worden. En dus - ik vergat iets. In de blóemlezing moet Du Perron vanzelf wél, dat kan jij dan doen. Natuurlijk ken ik Parlando, dat tussen haakjes. Maar ik zie niet in, waarom net Du Perron altijd als maatlat voor allerlei anderen zou moeten dienen. Ik had het er over, dat je een oplossing zult moeten vinden, waarbij ik ook bij jouw dichters een duit in het zakje kan doen. Zoek nou langzamerhand de hele boel eens behoorlijk uit! Zonder kwajongensachtigheid. Het is op zichzelf een lollig plan. Moet ik eens op Alice af?Ga naar eind3 Moet ik nog eens een hoofdstuk of wat bakken? Hoe curieus, dat Hermans helemaal naar Parijs getogen is om Paul op te vrijen. Ja, die Hermans. Die houdt er een waslijstje op na van tien mensen welke door hem opgevreeien moeten worden en de rest daar is hij lomp tegen. Zou Paul ook stotteren als hij bidt? Maar dat valt natuurlijk nooit vast te stellen. Bidden doe je alleen op je meest sublieme en meest intieme ogenblikken, als er niemand bij is. Of | |||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||
houdt hij alleen nog aan het godsbegrip vast in de philosophie? Het is mij hetzelfde, maar het existentialisme hebben de Christenen (Jaspers en zo) ook al weer op zijn kop gezet. Max
Heb jij een doorslag van het Wer. Buning-stuk?Ga naar eind4
À propos: twee gedichten van iedere dichter zijn vrij! dat spaart alvast veel gemier. | |||||||||||||||||||||||
Bladnummering gaat door, tweede brief volgt:Beste Hans, Tot 15 Juli ben ik dag en nacht bezet met de opdracht van een vertaling die ik gevangen heb, dus dat ik je momenteel nog iets over de bloemlezing schrijf, is alleen omdat ik deze brief nog had liggen. Intussen heb ik nog enig ander nieuws. Greshoff heeft wat werk van me gelezen, heeft geconstateerd dat Heet van de naald slecht was en dat het over de liefde schrijven mijn fort niet was en dat ik verder ook wel eens een open deur intrapte, maar dat wat ik over cultuur en literatuur te vertellen had ‘van een niveau was, dat onder de jongeren verder niet voor kwam’ (terwijl ik toch weet, dat hij épris is van Rodenko, meer nog dan van Sierksma), dat ik ‘zeer begaafd’ was en in ieder geval door moest gaan. Jammer dat híj niet door gaat, met zijn tijdschriftplannen, hij vertrekt volgende week, ontgoocheld over zijn oude vrienden de uitgevers. Deze aanmoediging van Gres kwam net op tijd, want ik ben na een uitvoerig gesprek met Hermans zo goed als ingestort. Die geschiedenis moet ik je uitleggen. Eerst hebben we het even over jou gehad (AaGa naar eind1 zat er ook bij). Ik zat reclame te maken, maar hij apocopeerde me met de opmerking, dat je ‘niets geschreven’ had. Het vervelende was, dat hij weer gelijk had: maak dan toch wat! Een paar toneelstukken, een roman in brieven met mij of zo iemand, in jezusnaam | |||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||
schrijf ‘iets’, anders blijf je ‘niemand’. Toen hadden we het over Aimé, en ik weer aan het plaidoyeren, en daarna ging het over mezelf. En nu moet je luisteren hoe dat ging, want ik kan er niet meer tegen op. Hij zat me te treiteren met mijn tekort aan (actuele) belezenheid, dat was natuurlijk juist en leuk en stimulerend en zo! Maar daar staat wat tegenover. Iedere opmerking van me werd afgesneden met uitlatingen als: ‘iets menen - dat is het ergste wat er is’ ‘ jij, jij hebt het esprit de sérieux’ en dan maar weer over dat menen. Nu zit iedereen (Hans van Straten, Emiel van Moerkerken, Jim Dekker, Aimé van Santen, enz. enz.) me met soortgelijke opmerkingen te hinderen, en ik waardeer dit als eerlijke polemiek van gedeeltelijk volwaardigen, die me in mijn werk stimuleren. Maar zoals Hermans dat doet, overleef ik het niet meer. Die máákt niet alleen deze opmerking, die iemand van jouw leeftijd mag maken om zich in scepsis te oefenen, maar iemand van zijn leeftijd niet meer, nee, hij stemt met dezelfde lullige opmerking al mijn copy af - hij heeft nu eenmaal twee stemmen, één van Morriën die geen eigen oordeel heeft en één van hemzelf. Een hele stapel goeie copy is zodoende net weer afgewezen. En zolang jullie niet de kunst verstaan, om de uitgeverswereld om je vinger te winden, houdt deze Hermans de sleutelpositie van de Nederlandse literatuur bezet. Ik ben tenslotte iets groots aan 't verrichten, en wanneer ze het dan niet er mee eens zijn, moeten ze het toch tenminste als curiosum waarderen en mij de gelegenheid geven om mijn gang te gaan. In plaats daarvan word ik met de kop onder water gedouwd. Zodoende ben ik afgeknapt. Ik heb hem nu eens uitvoerig aangehoord, en ik kan je verzekeren, dat Hermans een hol vat is!Ga naar eind2 Gomperts heeft gelijk, dat hij hem losgelaten heeft als protégé. Hermans heeft bliksems veel gelezen en schrijven kan hij ook, maar qua aanleg is hij beneden mijn stand en zijn niveau is bedenkelijk laag. Ik zei van een bepaalde schilder, dat hij geëxtraverteerd was, hij vroeg, wat zeg je. Ik zei nog eens: geëxtraverteerd. Hij zei weer, wat zeg je? En hij debiteerde de volgende enormiteit. Jij hebt het bijvoorbeeld over Nietzsche, maar daar hebben Ter Braak en Du Perron al op gewezen, dus het is niet origineel! - O die Du Perron. Hermans dorst van jou te zeggen, dat je alleen gelezen had, wat Du Perron voorschrijft. Hij zit er zelf met handen en voeten aan vast. Ik heb tegen hem gezegd, dat Van MeegerenGa naar eind3 zoveel plezier heeft gehad van zijn valse Vermeer, maar dat ik er over denk, eens een valse Du Perron te gaan schrijven!! Lieve, beste Hans, een verzoek. Jij coquetteert zelf ook met een afkeer van de esprit de sérieux, maar wanneer het water me in dezen aan de lippen komt te staan, val me dan asjeblieft bij, want ik heb eenvoudig niemand tot wie ik me kan wenden, ze scheppen namelijk allemaal op met hun oppervlakkigheid en met z'n allen maken ze me literair stuk! Van Oorschot belde onlangs Meulenhoff over me op. Meulenhoff zei: o, dat is die knaap, die zichzelf zo | |||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||
au sérieux neemt. Dat had hij van Aa gehoord. En die mensen stellen het gezicht van onze literatuur vast. Tot één ding ben ik in elk geval besloten. Sierksma mag van mij vinden wat hij wil, maar ik ben een grote fuistercampagne ten gunste van Sierksma begonnen! Want Sierksma heeft in elk geval een cultureel fond en is de aangewezen figuur, om de Nederlandse literatuur in goeie sporen te houden. Dit over Hermans. Verder wil ik graag van de affaire met Columbus, van fusiebesprekingen en uitgeverspolsingen op de hoogte gehouden worden. Licht me dus weer eens in over de stand van zaken - werkelijk, jullie hebben een bondgenoot in me. Ik vernam ook van je brief aan Max Nord. Van deze generatie van journalisten zeg ik altijd, dat hun verschil met mij is, dat zij voor het aangezicht der literatuurgeschiedenis al mislukt zijn en dat ik nog moet mislukken. Overigens een vreemde coïncidentie, dat ik met Aimé in één adem genoemd wordt, water en vuur, l'esprit de sérieux en het omgekeerde. Heb je nota genomen van mijn keus uit Lehmann? Max.
Ik heb tussen de bedrijven door nog wat Columbus-copy opgestuurd (die drie stukjes). Heb je dit zoekgemaakt?
N.B. Eén volstrekt geniaal idee heb ik in elk geval op mijn naam staan. Het idee, dat jullie Proloog moesten passeren en met je eigen plannen naar De Neve stappen. Zorg, dat ze die gedachte uitspinnen. Laat het desnoods September worden, die vacantie heeft De Neve toch ook wel nodig, om de Proloog-groep de gelegenheid tot de nodige stuiptrekkingen te geven. Maar als je het eerder door kunt drijven, is het beter! De Neve is iemand, die je tegen oudejaar altijd moed moet inspreken, dan doet hij iets weer voor een jaar, en dat jaar heb je nergens omkijken naar. Schrijf als de bliksem ‘iets’, een goeie novelle, en bied die ter uitgave aan Contact aan, dan ben je zelf ook van de partij. Stols biedt voor het tijdschriftleven geen perspectieven, dat is nu wel gebleken. Van het Vromanstuk moet ik een drukproef hebben, hoor! Adriaan van der Veen heeft opgemerkt, dat ik op Jezus lijk, jasses. God, wat kunnen jullie toch ook HBSerig om de hoek komen. Paul zegt dat mijn atheïsme rancune is. Ik denk er nooit over. Ik praat er alleen over, als ik er tegen op loop of als het in een andere gedachtegang te pas komt. En jij wrijft me steeds aan, dat ik boeken niet ken, die ik van buiten ken, tussen de bedrijven door lees ik ook nog weles wat zonder het precies te rapporteren. En ook HBSerig: je blijkt werkelijk niet te weten, wat expressionisme is - ik evenwel ben geen bewaarschooljuffrouw. Nu nog eens twee dingen. Ik ben niet verouderd | |||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||
maar even modern als wie ook, en wel omdat ik even pittig ben als wie ook. Dat is het criterium. Wat jij modern noemt is alleen maar ‘modernistisch’. En verder. Criterium en Columbus hebben programma's. Ik ben een volstrekt autonome figuur, met een eigen pakaan van de dingen. Dit wil men verhinderen! Wat zal de literatuurgeschiedenis zeggen van een dergelijke averechtse literaire politiek?? Max.
[in de marge] Je kunt al haast een selectie van passages uit mijn correspondentie voor publicatie gereed maken. |
|