Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951

Leiden, 14 Jan '47

Beste Max,

Je schrijft een brief van twee kantjes over een kwestie die je op geen enkele wijze raakt; heb je geen andere dingen aan je hoofd? Ik dacht dat je râté was. Ingesloten stuur ik je Controversen. Als je 'm al hebt verkoop je 'm maar. Ik heb het proza van Van der Steen gelezen, als proef op de som, en het is niets. Ik snap niet hoe ik ertoe gekomen ben om dit bundeltje te kopen, onder jouw invloed wschl. Er staan zeer schone dingen in, maar axioma: de schoonheid is vervelend. Dan lees ik liever de vieze Sartre.

Wie is nou toch die klootzak die je ‘Heet’ gaat uitgeven? Tóch Van Oorschot? Dan heeft hij zijn fonds weer met één onverkoopbaar boek uitgebreid!

Met Max de Jong een gesprek over literatuur voeren heeft dezelfde charme als praten over Parijs met iemand die er nog nooit geweest is, máár die er natuurlijk heel veel over gehoord heeft! Alleen de faubourg van de poëzie, die ken je dan wel, maar hoe staat dit achter bij de rest!

Je aforisme over Debrot is buitengewoon, ik stel voor om het afzonderlijk als Eitje te plaatsen.¹ Rodenko's beslissing hoorde ik nog niet, ik zal Jan eens vragen maar ik heb momenteel bronchitis. Vermeulen was tégen je aforismen, vóór je vroomheid. Dat laatste is er dus wel door. Maar voor je af.[orismen] zit Rodenko op de wip.

Honderdmaal sorry dat we Nieuwjaarsdag niet gekomen zijn, de tocht ging niet door. Ik kom dezer dagen wel eens in Amsterdam, maar eerst moet mijn roman af [toevoeging: na 3 weken 180 pag. geschreven]. Dan vraag ik duizend gulden voorschot en ga mijn bloemlezing uit Busken Huet afmaken, op een flat in Zuid. Als mijn kansen in de liefde ook maar zo mooi stonden, maar de mooiste ogen van de wereld vertrekken deze week naar Indië.

1 [aantekening MdJ in marge] ja!

[p. 46]

Wat je over Lehmann schrijft kan ik niet ontcijferen. L. heeft aan v.O. voorgesteld om àlles uit te geven, of àlles minus wat Stols heeft? Overigens heeft hij bij Stols al 150 gulden voorschot getoucheerd, en is hij al vóór de zomer, dus vlak na de afspraak met Stols, naar v.O. gelopen. Zijn dat Den Brabander-manieren of niet? Als dat bij de ‘Vereniging’ komt krijgt van O. een douw!

Succes met je nieuwe hospes,

Hans.

P.S. Lijkt die regel van Achterberg zoveel op de mijne? Het ding is uit m'n volle Lehmann-tijd, toen ik Achterberg geheel ‘verwierp’, lees: niet kende. Overigens staat er bij Achterberg ‘kust’, en niet ‘wacht’, zoals jij citeert. Maar er zijn wel ergere reminiscenties in mijn poezij te vinden!