Amsterdam, ca. 2 oktober 1946
Beste Hans,
Ingesloten een van de wonderlijkste gedichten van de XXe eeuw. Het lijkt op honderd dingen van Leopardi tot en met Stephen Spender en ik geloof dan ook dat het op de keper beschouwd strikt origineel is. Ik ben het niet met mezelf eens of het wereldliteratuur dan wel een lor is, maar ik ben benieuwd naar jouw oordeel. Schrijf me dat terstond en deel tevens mee of jullie het voor Columbus moeten hebben. Anders graag ten spoedigste terug. Zo je ziet heb ik gesigneerd met een van mijn financiële pseudoniemen (Job van Gelderen = kinderboeken, J.v.d. Duyt = kitsch, H. Gulden = persoonlijke uitingen, enz.) Denk om drukproeven naar mijn eigen naam en adres! Als het onverhoopt een prul blijkt te zijn, hangt het in ieder geval toch van jullie ‘existentiële hartstocht’ aan elkaar en kan het eventueel een lesje zijn voor de heren van het onpersoonlijke toontje à la Jan Vermeulen. Pseudopoëten, noemt Bertus dezulken, een goeie term hè? Schrijf me vooral ook even, waar in vredesnaam de verzamelde gedichten van Lehmann blijven, en dring er ter bevoegder plaatse nog eens op aan! Stuur me ook het eerste nummer, dat Rodenko en jij samenstellen en vooral een nummer met een novelle van Rodenko er in, ik ben benieuwd. Sierksma was op het existentiële weekend, een bedaarde en welonderlegde vent, indruk zeer gunstig, alleen hij is toch niet per ongeluk theoloog?