De Duitse Vijfde Colonne in de Tweede Wereldoorlog
(1953)–L. de Jong– Auteursrecht onbekend
[pagina 131]
| |
Hoofdstuk V
| |
[pagina 132]
| |
harten vol; dat in de diepte ook de angst voor de Vijfde Colonne rondsloop en de achterdocht vijanden deed zien in velen die slechts helpers wilden zijn, was begrijpelijk. Sommigen zullen zeggen, dat die angst en achterdocht een smet geworpen hebben op wat in Churchills woorden het ‘schoonste uur’ werd in de historie van het eilandenvolk; anderen, dat een toets werd aangebracht van ware, en dus feilbare menselijkheid.
٭
De berichten omtrent de Vijfde Colonne in Noorwegen hadden in Engeland naast verontwaardiging, eerder een vage onrust gewekt dan een gevoel, zelf onmiddellijk bedreigd te worden; tenslotte lag Noorwegen op de flank van Europa. Toen echter Hitler Nederland, België en Frankrijk aanviel, veranderde de stemming: door de afloop van die strijd zou het eigen lot direct bepaald worden. Gespannen luisterde men naar de BBC en las men de kranten; er was van het front de eerste week weinig nieuws waarop men staat kon maken. Des te groter was de ontvankelijkheid voor de bijzonderheden die aangaande het optreden der Vijfde Colonne gemeld werden. De eerste berichten kwamen uit Nederland. De Nederlandse officiële mededelingen omtrent het misbruik dat de Duitsers maakten van Nederlandse, ja van Engelse uniformen, werden in de Engelse pers afgedrukt. Het Zondagsblad de Observer publiceerde op 12 Mei het uit Nederlandse bron komend verhaal dat Rijksduitsers, in Nederland woonachtig, voorzien van speciale passen de parachutisten van de Luftwaffe opgewacht hadden. De in Nederland werkzame correspondenten van Engelse bladen die in Amsterdam, Den Haag of Rotterdam met eigen ogen de verwoede strijd aanschouwden die men tegen de binnenlandse vijand meende te voeren, werden niet moede van de listen en lagen der Vijfde Colonnisten te verhalen. Times en Daily Telegraph berichtten op 13 Mei dat in Den Haag op één dag meer dan honderd Duitse burgers bij straatgevechten gesneuveld waren. ‘Vergiftigde chocolade en wijn, spionnen vermomd als priesters en postbestellers en dienstboden - iedere truc om het vertrouwen te ondermijnen en verwarring te zaaien is door de Nazi's gebnukt,’ aldus de Daily Express op de 14de. In Rotterdam had, aldus de Times, een groot deel van de Rijksduitse burgers de Duitse troepen met wapenen opgewacht bij een Duitse firma die haar kantoren had op het in de Maas gelegen eiland. Engelse burgers, op het nippertje uit Nederland ontkomen, brandden van begeerte, het relaas van hun schokkende ervaringen aan anderen mee te delen, en de verslaggevers stonden aan de haven met scherpgeslepen potlood klaar om op te tekenen wat English people, bombed as they left Holland te vertellen hadden: | |
[pagina 133]
| |
‘Op de eerste dag van de invasie vielen de parachutisten als een wolk gieren uit de hemel. De meesten van hen waren vermomd in Geallieerde en Nederlandse uniformen, anderen kwamen naar beneden in het uniform van Nederlandse politie-agenten en begonnen de bevolking op straat te dirigeren en het leger verkeerde aanwijzingen te geven. Een ‘politieagent’ vertelde een groep geisoleerde Nederlandse soldaten dat hun vrienden om de hoek op hen wachtten. Toen de soldaten de hoek omgingen, werden ze door Duitse troepen, die zich achter een barricade verschanst hadden, neergemaaid. De ‘politieagent’ werd door later komende troepen doodgeschoten. Maar, het meest fantastische van alles, de steward van het Engelse schip zei, dat hij en een paar leden van de bemanning parachutisten hadden zien dalen in vrouwenkleding. Ze hadden blouses en rokken aan en ieder droeg een automatisch geweer. De steward kon niet zeggen of het vrouwen waren dan wel als vrouwen verklede mannen. Verschillende ooggetuigen aan boord bevestigden het en zeiden dat anderen naar beneden gekomen waren in de vermomming van priesters, boeren en burgers... Terwijl de machinegeweren uit de hemel daalden en de straten beneden beschoten, kropen de leden van de Vijfde Colonne in Duits uniform, zwaargewapend hun huizen uit. Nederland had weken tevoren de Vijfde Colonne uitgewied, maar toen de deuren orn 3 uur's morgens geopend werden, hielden de mannen die men anti-Nazi's en vluchtelingen uit Duitsland genoemd had, geweren in de hand.’Ga naar voetnoot1Gevluchte Engelse zakenlieden deelden mee dat slagers- en bakkersjongens in de Nederlandse steden handgranaten en andere ammunitie in hun met witte doeken bedekte manden vervoerd hadden: het waren parachutisten geweest! ‘ls ze vrouwen uit een raam in de hand hoorden klappen, kwamen ze naderbij om contact op te nemen met de spionnen binnen.’Ga naar voetnoot2 Soortgelijke verhalen vertelden de Nederlandse vluchtelingen bij dozijnen, en op grond van wat hijzelf beleefd en van zijn later vertrokken collega's gehoord had, waarschuwde de Nederlandse minister van buitenlandse zaken het Engelse volk, gelijk hij ook met het Franse gedaan had, tegen de ‘afschuwelijke krijgslisten’ van de Duitsers, wier parachutisten (één voorbeeld slechts!) verkleed waren geweest als ‘nonnen, Rode-Kruis-zusters, monniken, tramconducteurs, politie-agenten, brievenbestellers en Nederlandse soldaten’Ga naar voetnoot3. De uit Den Haag ontkomen Engelse gezant sprak voor de BBC over het ‘verschrikkelijk aantal’ Duitsers dat men in Nederland op vrije voeten gelaten had; zij hadden ‘de uit Duitsland ontvangen instructies’ uitgevoerd. De strijd in België en Frankrijk gaf tot reeksen soortgelijke berichten aanleiding. Geen journarist, geen vluchteling, geen soldaat kwam in Engeland aan of hij was vol verhalen van Vijfde Colonne en verraad. Overal waren Duitse parachutisten geland - tot in de tuin van de Koningin-Moeder van België! ‘Op de een of andere manier denk je nooit aan Quis- | |
[pagina 134]
| |
lings met betrekking tot de Fransen’, schreef, toen Reynaud meegedeeld had ‘dat de bruggen over de Maas verraden waren’, een BBC-employé in zijn dagboek, ‘maar ik twijfel er niet aan of de Duitsers zijn er met hun grondigheid in geslaagd, op kwetsbare punten een Vijfde Colonne te planten.’Ga naar voetnoot1 Het feit zelf van de snelle ineenstorting van drie landen in ruim een maand scheen bewijs genoeg voor de aanwending van buitengewone middelen. Zo verliep een normale oorlog niet! Met een meerderheid aan tanks en vliegtuigen alléén had Hitler, meende men, niet in tien dagen het Kanaal kunnen bereiken; hier was het abnormale essentieel onderdeel geworden van een onstuimige aanvalstechniek gelijk de Führer die zelf beschreven had in Rauschnings onthullingen. Hij zou het offensief niet eens gewaagd hebben ware hij niet zeker geweest van de grage hulp die handlangers in het vijandelijke kamp hem in samenwerking met overal neergelaten parachutisten zouden verlenen! Omtrent de vormen van die hulp verzamelden verschillende Engelse regeringsdepartementen haastig nadere inlichtingen; Hitlers offensief was nauwelijks een week aan de gang toen het Ministry of Information al aan het Engelse volk berichtte dat Vijfde Colonnisten aan de Duitse vliegtuigen tekens gaven, bijvoorbeeld ‘door hooimijten in brand te steken of kaarten of zelfs kranten op de grond uit te spreiden’. De navigatie dier vliegtuigen was daardoor vergemakkelijkt ‘zowel overdag als des nachts’Ga naar voetnoot2. Opgepast! Hoe kon men verhoeden dat Engeland van die Vijfde Colonne het slachtoffer werd, zoals Denemarken, Noorwegen en Nederland het al geworden waren en België en Frankrijk het dreigden te worden? Waren ook in Engeland agenten naar binnen gesmokkeld? Bevonden zich ook daar Vijfde Colonnisten die op de een of andere dag ‘om 3 uur 's morgens’ hun deur zouden openen om ‘met de geweren in de hand’ Hitlers luchtlandingstroepen tegemoet te ijlen? Het leek nauwelijks geloofwaardig - maar waren de Scandinavische staten, was een land als Nederland niet slachtoffer geworden van eigen lichtgelovigheid? Trouwens, had de BBC niet op 12 Mei drie uur nadat hij uitgezonden was, een oproep tot mobilisatie van reservisten van de Royal Air Force moeten intrekken? De BBC had de tekst telefonisch van het Air Ministry ontvangen; na de uitzending bleek, aldus werd bericht, dat het Air Ministry nergens van wist. Een vals bericht dus, dat verwarring gesticht had! Het was het eerste waarvan men vernam. Zou het het laatste blijven? Over de ganse linie liet de regering vèrgaande voorzorgsmaatregelen nemen. Op 11 Mei spoorde het Home Office het publiek tot waakzaamheid tegen parachutisten aan - een ‘gevaarlijke pest’ wier aanwezigheid, aldus | |
[pagina 135]
| |
de Times, onmiddellijk gerapporteerd moest wordenGa naar voetnoot1. Gealarmeerd door de berichten uit Nederland vormden al op Zaterdag 12 en Zondag 13 Mei boeren en bewoners van landhuizen in verschillende districten van het platteland kleine ploegen die, met jachtgeweren en andere wapenen uitgerust, wacht hielden. Anthony Eden, minister van oorlog in het kabinet dat Churchill op de 10de begonnen was te formeren, riep op Dinsdagavond 14 Mei '40 - het bericht van de capitulatie van Nederland was juist ontvangen: de Duitsers stonden aan de Noordzee - tot de vorming op van een speciale burgerwacht, de Local Defence Volunteers, die men later de Home Guard zou noemen. Binnen de vier-en-twintig uur had zich een kwart millioen vrijwilligers gemeld. De politie kreeg machtiging, voorraden in wapenwinkels in beslag te nemen. Waar niet voldoende geweren waren, hield men hooivorken en dorsvlegels bij de hand: zonder strijd zou Engeland niet prijsgegeven worden! ‘Wij moeten er in ieder geval rekening mee houden’, schreef Churchill op de 18de aan Roosevelt, ‘dat wij hier binnen afzienbare tijd op z'n Nederlands aangevallen zullen worden.’Ga naar voetnoot2 In hetzelfde Pinksterweekend waarin de eerste Local Defence Volunteers naar Duitse parachutisten uitkeken, werd begonnen met het controleren van het verkeer op de hoofdwegen: bij tienduizenden werden auto's aangehouden en werd de inzittenden naar hun identiteitsbewijs gevraagd. Alle troepen waren gealarmeerd. De minister van voorlichting, Duff Cooper, waarschuwde op 16 Mei tegen het verspreiden van geruchten. Diezelfde dag werd begonnen met het beschermen van alle regeringsgebouwen; de toegangen der departementen werden met prikkeldraad afgeschut, soldaten stonden er dag en nacht op wacht; op vitale punten in Whitehall werden machinegeweren in stelling gebracht; ook op de hoofdwegen naar Londen werden prikkeldraadbarricaden opgericht, politiepatrouilles controleerden de scheepvaart op de Theems; alle eigenaren van auto's en garages werden opgeroepen er voor te zorgen dat, ook des nachts, Vijfde Colonnisten zich niet meester konden maken van vervoermiddelen. Eind Mei werden nieuwe maatregelen genomen, alle geïnspireerd door de stroom van berichten van het Continent. Plaatsnaamborden en wegwijzers werden verwijderd; het werd verboden, radio's in auto's te bezitten; verboden werd ook het vervaardigen of verkopen van alle officiële uniformen en onderscheidingstekenen zonder dat men een vergunning daartoe bezat; de politie en alle militairen werden gemachtigd, woningen te betreden zo zij vermoedden dat er zich toestellen bevonden waarmee men ‘opzettelijk of onopzettelijk’ tekens kon geven waarmee de vijand zijn voordeel kon doen; alle vemen langs de Theems en alle schepen die de rivier lagen werden zorgvuldig op pakken doorzocht die wapenen of | |
[pagina 136]
| |
ammunitie konden bevatten: Londen moest geen tweede Rotterdam worden! Begin Juni kregen de politie en alle militairen het recht, van alle burgers het tonen van het identiteitsbewijs te verlangen. De arrestatiebevoegdheden werden uitgebreid. Huis aan huis werden instructies afgegeven om in geval van invasie niet op de vlucht te slaan en zich niet te laten beinvloeden door ‘valse geruchten’ en ‘valse instructies’, zoals de Duitsers die op het vaste land verspreid hadden ‘teneinde verwarring en paniek te zaaien’Ga naar voetnoot1. Van groepen personen die men niet volstrekt vertrouwde, werd de bewegingsvrijheid beperkt. Op 30 Mei werd bepaald, dat alle vreemdelingen en statenlozen voortaan des nachts in hun eigen huis moesten vertoeven; vóór zes uur 's morgens mochten zij zich niet op straat begeven; zonder speciale vergunning mochten zij geen fiets, geen motorfiets, geen auto en geen zeewaardig schip bezitten; bracht de vreemdeling bij vrienden of kennissen de nacht door, dan moesten deze zijn aanwezigheid schriftelijk bij de politie melden. Uit een 30 kilometer diepe zône langs de Zuidoostkust werden alle buitenlanders verwijderd. Buitenlandse vluchtelingen die in grote getale arriveerden, werden, voor zij een woning en arbeid konden zoeken, in kampen op hun betrouwbaarheid onderzocht: bevonden er zich agenten onder hen? Vóór eind Mei waren enkele tientallen hunner, ‘van Vijfde Colonne-activiteit verdacht’, gearresteerdGa naar voetnoot2. De bemanning van buitenlandse schepen in Engelse havens mocht niet van boord, officieren mochten zich alleen op bepaalde uren aan wal begeven; bij alle radiozendinstallaties aan boord werd een wachtpost geplaatst. Vele van deze maatregelen hadden de strekking, eventuele Duitse parachutisten, al of niet in vals uniform, in hun bewegingsvrijheid te belemmeren en te verhinderen, dat zij contact opnamen met helpers in Engeland. Wie waren die helpers? Hielden de inheemse fascisten zich op gelijke wijze gereed als de NSB-ers in Nederland gedaan hadden? Wie kon dat met zekerheid ontkennen? Er werden voorzorgsmaatregelen getroffen, van harte toegejuicht door de millioenen die er van overtuigd waren dat Sir. Oswald Mosley geen haar beter was dan Vidkun Quisling of Anton Mussert. Velen waren verontwaardigd dat de British Union of Fascists nog steeds in het openbaar kon demonstreren; Mosley werd op 19 Mei in Middleton door woedende arbeiders op de vlucht gejaagd. Drie dagen later werd aan Defence Regulation 18b een paragraaf toegevoegd die de Home Secretary het recht gaf, personen te interneren van wie men reden had aan te nemen dat zij lid waren van een met de vijand sympathiserende organisatie. Enkele tien- | |
[pagina 137]
| |
tallen leiders van fascistische organisaties, Mosley incluis, werden onmiddellijk in hechtenis genomen; vele andere arrestaties volgden, en aan het eind van het jaar waren krachtens Defence Regulation 18b bijna achtduizend personen geïnterneerd. Onder invloed van de berichten van het vasteland was de regering ook overgegaan tot het interneren van enkele tienduizenden, in hoofdzaak Joodse vluchtelingen die in de voorafgaande jaren als door het Naziregime vervolgde personen uit Duitsland en Oostenrijk de wijk hadden genomen naar Engeland. Hun aanwezigheid in het oorlogvoerend land had van meet af aan een probleem gevormd. Formeel waren de réfugiés in overgrote meerderheid nog burgers van Duitsland. De meesten hunner haatten het Nazirégime. Waren er misschien uitzonderingen? Had de Gestapo wellicht ook onder de vluchtelingen zijn agenten? Maar waren er omgekeerd onder de Rijksduitsers - niet-vluchtelingen, die soms al jaren als gast in Engeland woonden - niet velen, die bereid waren de strijd tegen een regime te ondersteunen dat zij zelf als een schandvlek voor Duitsland beschouwden? De regering nam het verstandig besluit, alle buitenlanders van vijandelijke nationaliteit aan een onderzoek naar hun gezindheid te onderwerpen. Personen van wie de politie en de veiligheidsdiensten wisten, vermoedden of aannamen dat zij deel uitmaakten van de Duitse spionnagenetten of actieve nationaal-socialisten waren, vielen buiten dat nadere onderzoek: zij allen waren ten getale van tweeduizend in de eerste dagen van September '39 al opgepakt en geïnterneerd; daarbij waren ernstige fouten gemaakt, want reeds bij deze eerste groep die van zijn vrijheid beroofd werd, bevonden zich vele honderden Joodse vluchtelingen wier betrouwbaarheid boven iedere redelijke twijfel verheven hoorde te zijn. Een hunner, Eugen Spier, die zich in 1921 in Engeland gevestigd had en die sedert 1936 een vooraanstaande figuur was in een organisatie, The focus for the defence of freedom and peace, welke de steun genoot van Winston Churchill en de Aartsbisschop van Canterbury, werd op 1 September '39 door de politie opgehaald terwijl hij een brief aan het Home Office zat te schrijven waarin hij Engeland zijn diensten aanbood. Op de tweede oorlogsdag, 4 September 1939, werd bepaald dat alle buitenlanders van vijandelijke nationaliteit zich bij de politie moesten melden en dat hun gevallen door speciale tribunalen onderzocht zouden worden. Voor de Duitse en Oostenrijkse réfugiés was dat heerlijk nieuws: zij twijfelden niet aan de goede uitslag. De te onderzoeken personen moesten in drie categorieën gerangschikt worden: a-gevallen (onbetrouwbaar); b-gevallen (volstrekte betrouwbaarheid onzeker); c-gevallen (betrouwbaar). De a-gevallen zouden geinterneerd worden, de b-gevallen aan bepaalde restricties onderworpen, de c-gevallen mochten huns weegs gaan en konden tot in de luchtbescherming en in de wapenindustrie emplooi zoeken. ‘Er is geen enkel | |
[pagina 138]
| |
argument’, schreef de Times, ‘om tot een politiek van algemene internering over te gaan.’Ga naar voetnoot1 ‘Een misdaad zou het zijn’, oordeelde de Manchester Guardian, ‘zulke schatten van intellect, kennis, vastberadenheid en nobele geestdrift ongebruikt te laten.’Ga naar voetnoot2 Begin October 1939 werden honderd-twintig Aliens Tribunals opgericht. Toen zij vier maanden later hun werk beëindigden, hadden zij bijna 74.000 gevallen onderzocht met inbegrip van 55.000 vluchtelingen; bijna 600 personen (a-gevallen) waren geïnterneerd; 6.800 waren als b-gevallen aangemerkt; de overigen waren betrouwbaar verklaard. Van de 55.000 vluchtelingen hadden 51.000 die betrouwbaarheidsverklaring ontvangen. Het voor de vluchtelingen als groep gunstig oordeel der Tribunalen werd noch door alle autoriteiten, noch door de ganse publieke opinie onderschreven. Al in Januari '40 werden Home Office en War Office ‘overstroomd’ met anonyme brieven waarin Duitse en Oostenrijkse réfugiés er van beschuldigd werden, Gestapo-agenten te zijnGa naar voetnoot3. ‘Zijn we niet te zachtzinnig? Nemen we niet teveel risico's?... Dat zijn de vragen die je de mensen hoort stellen’, schreef de Daily ExpressGa naar voetnoot4. Uit een artikel in de Daily Telegraph bleek, dat de militaire veiligheidsdiensten ‘door de zachtzinnigheid der Aliens Tribunals zeer verontrust’ warenGa naar voetnoot5. ‘Het gaat er naar uitzien dat een vluchteling in Engeland niet slechts een plezierig maar ook een voorspoedig leven krijgt’, insinueerde de Sunday ExpressGa naar voetnoot6; hetzelfde blad beweerde begin Maart, dat zich onder de réfugiés al ‘de kern van een Vijfde Colonne’ gevormd hadGa naar voetnoot7. Meer en meer stemmen gingen op die algemene internering bepleitten. Kolonel Burton, Lagerhuislid voor Sudbury, eiste op 18 Maart in het parlement, dat buitenlanders - ‘die zonder twijfel heel wat informatie doorgeven’ - gedwongen zouden worden, de omgeving der havens te verlatenGa naar voetnoot8. In April '40 deden de berichten omtrent de Duitse Vijfde Colonne in Noorwegen de publieke ongerustheid toenemen. ‘Zou het niet veel beter zijn, de hele bende te interneren en dan de goeden er uit te pikken?’ vroeg het Lagerhuislid voor Sudbury op 23 AprilGa naar voetnoot9. Het was voor velen geen vraag meer. De publieke pressie was al zo sterk geworden, dat de Times van ‘hysterie’ sprak. De minister van binnenlandse zaken, Sir John Anderson, kwam aan steeds scherper aanvallen bloot te staan, ook van de zijde der conservatieve back-benchers. De berichten uit Nederland gaven de doorslag. | |
[pagina 139]
| |
Laat in de avond van 10 Mei zochten vertegenwoordigers van de militaire departementen Sir John op, ‘en betoogden dat het met het oog op het dreigend invasiegevaar huns inziens van de grootste betekenis was dat iedere mannelijke buitenlander van vijandelijke nationaliteit tussen zestien en zeventig jaar oud terstond uit de kuststrook verwijderd zou worden die volgens hen het deel van het land vormde dat waarschijnlijk bij een invasie betrokken zou worden, als die zich voordeed.’Ga naar voetnoot1De in het nauw gebrachte minister besloot, alle betrokkenen uit de kuststrook (de b- en c-gevallen incluis) te interneren. De ganse pers juichte het besluit toe, ook deliberale bladen, zelfs de Manchester Guardian; ‘halve maatregelen zijn uit den boze’, schreef dit bladGa naar voetnoot2. In Ipswich, waar vier Duitsers naar het politiebureau gebracht werden, verzamelde zich een mensenmenigte en ‘luide kreten weerklonken, hoewel niets er op wees dat zij iets anders waren dan onschuldige buitenlanders’Ga naar voetnoot3. Drieduizend personen werden uit het kustgebied dat zich van Noord-Schotland tot achter Southampton uitstrekte, geïnterneerd. Pers en publiek achtten deze eerste maatregel niet voldoende. De ministeriële postzak was ‘vol brieven waarin er op aangedrongen werd, verderstrekkende maatregelen te nemen’Ga naar voetnoot4. Churchill, die zich de anti-Duitse relletjes van 1915 herinnerde, was bevreesd dat, zoals de zaken nu eenmaal lagen, in geval van crisis de réfugiés het slachtoffer zouden worden van de volkswoede: ‘Wanneer parachutisten-landingen geprobeerd zouden worden en zich in verband daarmee hevige gevechten zouden ontwikkelen, zouden deze ongelukkige mensen’, betoogde hij begin Juni, ‘zich veel beter ergens anders kunnen bevinden, zowel ter wille van henzelf als ter wille van ons.’Ga naar voetnoot5 Het kabinet besloot, op de ingeslagen weg voort te gaan. Op 16 Mei werden in het gehele land de mannelijke b-gevallen ter internering opgehaald, tezamen ongeveer drieduizend. In Londen werden er alle politie-auto's voor gemobiliseerd. Onder gewapend geleide vertrokken degenen die men uit hun huizen gehaald had, van de stations. ‘Het land is gered van de dolkstoot der Vijfde Colonne’, juichte de Daily HeraldGa naar voetnoot6. Daily Mail en News Chronicle drongen op de internering van de vrouwelijke b-gevallen aan. Daartoe werd overgegaan in de laatste dagen van Mei. Ongeveer 3.500 vrouwen werden met hun kinderen naar het eiland Man overgebracht, duizend uit Londen; ‘verschillende van de oudere vrouwen zaten te huilen’Ga naar voetnoot7. Onderweg naar het eiland kwam ‘enig misplaatst stenenwerpen door leden van het publiek’ voorGa naar voetnoot8. De b-geval- | |
[pagina 140]
| |
len die tussen 60 en 70 jaar oud waren, werden begin Juni opgehaald. Nog waren velen niet tevreden. De grote massa der réfugiés, de groep der c-gevallen, bevond zich nog op vrije voeten. De oude kreet ‘Interneer de hele bende’ werd op 12 Juni in het Hogerhuis aangeheven door Lord MarchwoodGa naar voetnoot1. Ruim een week later, op de 21ste, drie dagen na de capitulatie van Frankrijk, werd, naar Sir John Anderson in Augustus onthulde, ‘na het meest uitgebreide en serieuze beraad’ besloten, de gehele c-groep te internerenGa naar voetnoot2. Zij werd in enkele weken tijd ‘in alle stilte opgehaald’Ga naar voetnoot3. Enkele réfugiés pleegden zelfmoord; verreweg de meesten schikten zich in hun lot en brachten, van de buitenwereld geïsoleerd, moeilijke maanden door in kampen waarin vooral in de begintijd de toestanden veel te wensen overlieten. Geïnterneerd werden publicisten als Borkenau, Fraenkel, Haffner en Olden die met hun scherpe pen sinds jaren het nationaalsocialisme bestreden hadden; geïnterneerd werd Kurt Jooss die met regeringssteun zijn balletschool naar Engeland overgeplaatst had; geinterneerd werd Max Braun die in het Saargebied de strijd tegen Hitler geleid had; geïnterneerd werden sommigen die uit de Duitse concentratiekampen ontsnapt waren, anderen die met belangrijk officieel wetenschappelijk werk bezig warenGa naar voetnoot4. Geïnterneerd werden allen - de ongeschoolde arbeider zo goed als de wereldberoemde geleerde, de socialistische vakbondsleider zo goed als de a-politieke zakenman. Bijna achtduizend hunner werden naar Canada en Australië overgebracht; een van de transportschepen, de Arandora Star, werd begin Juli getorpedeerd en zonk. Met een ander schip, de Ettrick, arriveerde in Canada een aantal geïnterneerde Duitse geestelijken; bij hun aankomst ‘werd aangenomen dat zij vermomde Nazi-parachutisten waren die boven Rotterdam gedaald waren tijdens de verschrikkelijke luchtaanval die de stad bijna in puin legde; en als zodanig werden zij behandeld. Zij en de anderen werden begroet met kreten als: ‘Hoe gaat het met Hitler?’ en met opmerkingen die nog flink wat hartiger waren.’Ga naar voetnoot5
٭
Niet slechts in Engeland werden in die bewogen Mei- en Junimaanden van 1940 maatregelen genomen tegen de Vijfde Colonne; met afgrijzen en schrik sloeg vrijwel de ganse wereld de ineenstorting van Nederland, Bel- | |
[pagina 141]
| |
gië en Frankrijk gade en tot in de verste uithoeken der aarde berichtten pers en radio van het grootscheeps verraad dat Rijksduitsers in samenwerking met inheemse fascisten gepleegd hadden. Allerwege wapende men zich tegen de binnenlandse vijand. In Zweden werd de bevolking tot verdubbelde waakzaamheid aangespoord en werd een burgerwacht gevormd van vijftigduizend man. In Zwitserland, waar 70.000 Rijksduitsers woonden, verwachtte men op Dinsdagavond 14 Mei elk ogenblik een Duitse opmars. In Bazel stond de politie klaar om onmiddellijk vierhonderd gevaarlijk-geachte Duitsers in te rekenen. De grensstrook werd gedeeltelijk ontruimd, een burgerwacht opgericht teneinde saboteurs en parachutisten te bestrijden. Eind Mei werd de ganse bevolking aangespoord, op te letten of zich verdachte personen ophielden in de buurt van bruggen, spoorwegknooppunten en electrische centrales. Verspreiders van valse geruchten werden gearresteerd. De regering van Roemenië zette een aantal Duitsers de grens over. In Zuid-Slavië heerste grote spanning in de gebieden waar de Volksduitse minderheden woonden; het congres van de Schwäbisch-Deutsche Kulturbund, dat op Zondag 12 Mei gehouden zou worden, werd uitgesteld: men vreesde ernstige ongeregeldheden: ‘Iedere Duitser, die hier woont, is, wat hij ook doet, tot op zekere hoogte betrokkeen bij spionnage; iedere Duitser van militaire leeftijd die hier woont, kan als Vijfde Colonnist beschouwd worden’, stond in een vlugschrift te lezen dat in Belgrado per post verspreid werd en weergaf, ‘wat iedere Zuid-Slaviër denkt’Ga naar voetnoot1. De regering nam maatregelen om parachutisten een warme ontvangst te bereiden. Alle buitenlanders, Duitsers induis, moesten zich bij de politie mdden. Ook in Turkije werd tegen de Duitsers gewaarschuwd. ‘De oude Duitsers spionneren’, schreef het blad Yenisabah, ‘de jonge behoren tot de Vijfde Colonne.’Ga naar voetnoot2 Op het eiland Cyprus werd de internering van de Vijfde Colonnisten voorbereid; het gebruik van radio's en fototoestellen werd onder contrôle gesteld. In Egypte bepaalde de militaire gouverneur van Caïro op 20 Mei dat alle burgers onmiddellijk hun vuurwapenen moesten inleveren; er werden maatregelen genomen voor het geval parachutisten zouden landen. In Zuid-Afrika waren in de herfst van '39 ongeveer 150, in het mandaatsgebied Zuidwest-Afrika ruim 100 Duitse Nazi's geïnterneerd. In Mei 1940 vonden vele honderden nieuwe interneringen plaats, ten dele van Joodse vluchtelingen. Ook inheemse fascisten werden opgepakt. ‘Profiterend van het voorbeeld van Noorwegen en Nederland, is Zuid- | |
[pagina 142]
| |
Afrika niet van zins’, zei de minister van binnenlandse zaken, ‘zich door Quislings een dolkstoot in de rug te laten toebrengen.’Ga naar voetnoot1 Ook in andere delen van Afrika werden Duitsers geïnterneerd. Australië gelastte in Juni alle buitenlanders, hun wapenen en ammunitie in te leveren; velen hunner, ‘in hoofdzaak Duitsers’, werden geinterneerd nadat federale ambtenaren geconcludeerd hadden, ‘dat het noodzakelijk was, uiterste voorzorgsmaatregelen te treffen tegen Vijfde-Colonne-activiteiten’Ga naar voetnoot2. In Nederlands-Indië werden op 10 Mei, toen het moederland overvallen werd, enkele duizenden mannelijke Duitsers en NSB-ers naar interneringskampen gezonden. Bij vele arrestaties ging het ruw toe, het publiek demonstreerde tegen de opgepakte ‘Vijfde Colonnisten’. Vrouwen werden later geïnterneerd. Al deze maatregelen berustten op de berichten uit Europa. Aan de juistheid daarvan werd niet getwijfeld. Ministers en gezanten, ervaren zakenlieden en gewiekste journalisten hadden er hun woord voor verpand, en wat zij gezegd en geschreven hadden, berustte niet op vaag horen-zeggen; zij waren getuige geweest. Het feit dat Hitler, aartsleugenaar, midden Juni in een interview met de Amerikaanse journalist Karl von Wiegand ‘het gepraat over de Vijfde Colonne dom en fantastisch’ noemde en beweerde ‘dat het hele verhaal het product was van de inbeelding van propagandisten’Ga naar voetnoot3, werd als nieuw bewijs beschouwd voor de realiteit van een samenzwering die haar vertakkingen bezat over de ganse aardbol - ook, en sommigen zeiden: juist in de Nieuwe Wereld. |
|