LXIV
De militaire dienst munt uit door een bijzonder nauwkeurige juistheid of een bijzonder juiste nauwkeurigheid, waarvan een burger geen idee krijgen kan. Om het toch enigszins aan des lezers zwakke verstand te brengen, zal ik deze stelling toelichten met een voorbeeld, dat op zichzelf weer een bewijs is, hoezeer ik al militair, dat wil zeggen beminnaar van bovengenoemde (‘opgemelde’ zeggen de reglementen!) zeldzaam juiste nauwkeurigheid ben.
Lees de navolgende beschrijving van de seinvlag en sla steil achterover (driemaal) van verbazing over zoveel nauwkeurigheid, zo angstige en beangstigende zorg voor het welzijn des lieven vaderlands. Dit is punt elf van het sein-voorschrift. ('t Is heus zo, deze 11 is geen mop van mij!) De zetter wordt dringend uitgenodigd, vooral geen enkele van de wonderlijk gezaaide komma's weg te laten: ze horen er bij. Daar gaat-ie dan (wat tussen haakjes staat is van mij: 11. Het vlaggedoek, is 6 dm lang en 6 dm breed. Het wordt bevestigd aan een stok, lang 1 m, dik aan het ondereinde 2 cm en naar het topeinde geleidelijk (wat een voorzienigheid!) dunner wordende tot 1.2 cm. (Bij een dikte van 1.3 cm namelijk kan de oorlog niet doorgaan!)
Het doek, van dubbele stof, is stevig gezoomd, heeft aan de losse zijde afgeronde hoeken, en twee bandjes, waarmede het na, om de stok, opgerold te zijn, wordt vastgebonden. (O, peperbus vol komma's!)
Aan de vaste zijde wordt, door een stiknaad (dus niet door een barstnaad!), een, aan het boveneind gesloten, koker gevormd, waarin de stok geschoven kan worden. Beneden aan de koker, zijn twee banden aangebracht, ter bevestiging van het doek aan de stok. Een der banden wordt gestoken door een, in de stok geslagen, krammetje.
Het doek wordt, bij het vervoer, (ah, juist, dus niet bij het gebruik!) om de stok gewikkeld, na eerst met de losse bovenhoek naar de vaste benedenhoek (wablief?!) te zijn omgeslagen. Het mag van de stok afgenomen en, zonder deze, medegevoerd worden. (Dat is een niet onaanzienlijke gunst, zou ik zo zeggen!).
Nu lezer, dit punt elf kan er mee door, niewaar? Het kon werkelijk niet elver zijn. Een hele kompagnie moet mal geworden zijn bij de hardnekkige pogingen om een zodanige vlag samen te stellen. En het is niet gelukt. Maar - ook in dit geval is voorzien. Ik denk dat er een ijskouwe burger meegewerkt heeft aan dit voorschrift. En die olijkerd heeft met een nauwelijks merkbaar glimlachje, punt 12 er achter gevoegd. Dat is heerlijk van ironie, dat punt 12! Dat is een hoon, een schaterende spotlach voor de meneer, die punt 11 na veel zweten en zuchten had voor elkaar gebokst. Hier is het: 12. Indien niet over vlaggen beschikt wordt, kan, in de plaats daarvan, b.v. een zakdoek (of lap) aan een stok, gebezigd worden.