Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
(1969)–A.M. de Jong– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 429]
| |
officier te zijn. Als je er tenminste prijs op stelt, om je deze verheven stand waardig te tonen. Ik heb je, meen ik, voldoende doordrongen van de ontzagwekkende massa beschaving, die je daarvoor in je moet opstapelen, moet kondenseren als het ware. Een officier is als een bus gekondenseerde beschaving. Schep er een paplepel vol uit en je maakt er genoeg gewone beschaving van om een heel burgergezelschap te civiliseren tot salon-filisters. Je hart beeft van ontroering en ontzag, als je er simpellijk aan gaat zitten denken. Maar nu doet zich in onze lammenadige tijd het onwaarschijnlijke geval voor, dat de eerste de beste proleet, die doctor in de letteren is of advokaat of kantoorbediende of kappersknecht of zelfs - en mij huivert gruwzaam! - schoolmeester!... geschikt geacht wordt om officier te worden in ons onvolprezen leger. Het lijkt een fabel van monsterachtige ongeloofwaardigheid, maar het is liederlijk waar. En deze kaerels, stel je dat veur!! verdamme! deze kaffers durven te weigeren, zich in opleiding te begeven. En een wel onzalige wet dwingt ze dan!! 't Is wel bar! Zo worden boereknollen onder volbloeden gebracht, zo leidt men nietswaardige slaven het Walhalla binnen. Barbaren op de Olympus! O, de verdwazing! Gelukkig echter, dat deze onwaardigen worden opgeleid door bekwame officieren, die weten, dat de mens bij brood alleen niet leven zal! Door knappe strategen, die ook bedreven zijn in de moeilijke strategie der diplomatieke trucjes. Door mensen, die de argeloze wijsheid bezitten, die het gelukkige eigendom is der geboren pedagogen. Die de lompheid weten te beschaven zonder pijn te doen of te wonden. Een zodanig begaafd wezen hoorde ik z'n gesublimeerde inzichten openbaren aan een troep maatschappelijke minderwaardigheden, die welhaast de officiersrang zouden verwerven. De vraag rees: wanneer verschijn je als officier in uniform en wanneer niet! Diepzinnig probleem? Hele volksstammen zijn krankzinnig geworden van het peinzen over dit vraagstuk. Welnu, bewonder de wijsheid van de instrukteur: ‘Zie je, het mooist is altijd, in uniform op een feest of partijtje te verschijnen. 't Is dekoratief en de gastvrouw is er altijd door gevleid en vereerd. Ben je dus zeker van je optreden, verschijn dan immer in uniform. Maar - als je ergens heen gaat en je weet niet zeker of je wel in staat bent om je in de puntjes te gedragen, als je bang bent, de vormen niet precies in acht te kunnen nemen... wees dan zo voorzichtig en - ga in politiek. Dan is alles in orde! Noch de uniform, noch de officiersstand wordt gedeshonoreerd en als burger hoef je 't zo nauw niet te nemen, sla je niet zo gauw een modderfiguur...’ Wel, ik hoef er niets aan toe te voegen. Het is volmaakt áf en overduidelijk. Als de burgers het nu maar goed begrijpen willen!... |
|