Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
(1969)–A.M. de Jong– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 414]
| |
waarachtig niet zonder goeie reden. We hebben vandaag namelijk weer eens een enorme ontdekking gedaan. Een fabelachtige, fenomenale ontdekking. Een ontdekking zo verbluffend van alles overtreffende onwaarschijnlijkheid, dat die alleen kan voorkomen in deze gewesten der onbeperkte mogelijkheden, in de militaire dienst, bedoel ik. We hebben een sergeant en zoals een rechtgeaard sergeant betaamt, geeft die theorie. De jongens beweren, dat hij ‘vies bij’ is in z'n reglementen. En dat schijnt waar te zijn. Maar toch hebben de reglementen zelfs deze viesbije sergeant te pakken gehad. Want een militair reglement, lezer, dat is net zo iets als een glibberige paling: als je denkt, dat je 'm hebt, is-t-ie net precies weer tussen je vingers weggegleden. 't Ergste reglement, dat is, geloof, ik, de ‘Inwendige Dienst’. O, dat is zo verschrikkelijk! Dat is zo ongeloofwaardig antiek, dat ik er maar niet verder over praten zal, want je zou me toch niet geloven of me minstens beschuldigen van ongeoorloofde overdrijving. Maar de meergemelde sergeant dan, had ons uit de ‘Inwendige Dienst’ geleerd, dat gehuwde militairen thuis mochten slapen, en als ze kwartierarrest hadden, die straf ook in hun eigen huis uitzitten. Naar aanleiding nu van een of ander geval, dat hij niet nader aan wou duiden - ik likkebaardde al! - heeft hij ons nu echter een nieuwe horizon geopend! Het geval waar het om ging betrof een landstormer, die, evenals ik en meer andere onnozelaars, in de mening verkeerde, dat-ie getrouwd was. Die had kwartierarrest en dat wou-ie thuis uitzitten. Maar jawel! Dat mocht niet. Gek hè? Vreemd, hè? Begrijp jullie niet, hè? Kan je met je nietswaardige burgerhaakje niet bij hè...? Dat gaat je onmilitaire verstand te boven, hè? Kaffers zijn jullie, daar! De landstormer snapte het ook niet. Als gehuwd militair, nietwaar... en hij poseerde, trok z'n schouders vierkant en stak z'n borst vooruit. Maar toen kwam 't. De oplossing. De verrassing. De ontdekking. De kerel wás niet getrouwd, lezer. Ja, zie je, hij was eigenlijk wel getrouwd geweest, vroeger, in 't burgerleven. En die vrouw leefde nog en hij was er ook niet van gescheiden. Maar nou was-ie militair geworden en hij was geen gehuwd militair, kon dat niet zijn! Kon dat niet zijn! Hij was feitelijk wel getrouwd voor het burgerlijk leven, maar as soldaat niet. Want hij was nog niet zoveel jaar in dienst en had geen permissie van de militaire voogden. En daarom was-ie administratief niet gehuwd. Kon ook niet als zodanig behandeld worden. Alleen af en toe - bij wijze van gunst! Dat noem ik administratie voeren! We hebben gelachen! En we vinden ons eigen chic! We praten nooit meer over onze vrouw. Kan je begrijpen! Veel te ordinair! We hebben 't nou altijd over onze... administratieve mainteneetjes. |
|