papier is van dat lollige, ouwerwetse briefpapier met van die rechthoekige hokjes erop, dat je nog maar alleen kan krijgen in kleine achterstraatwinkeltjes en op het erge platteland. En daar een kolossaal vel van, een folio vel, dat is een vel modelpapier.
Nou ga je bijvoorbeeld een verzoek richten tot je kompagnieskommandant. Daarvoor neem je een kwart-vel model-papier. Let alstublieft goed op: voor de kompagnieskommandant een kwart-vel. En je kleedt je verzoek aldus in:
viie inf. brigade
Depôt-Bataljon
8e Kompagnie
De landstormplichtige Van Peuteren J.C. verzoekt zijn kompagnieskommandant hem op 24 en 25 september verlof te willen verlenen.
Reden: Huwelijk van zijn jongste zoon.
De sektiekommandant:
g. fiebeldekwint
De verzoeker:
j.c. van peuteren
Amsterdam, 23 september 1917
Hierin worden dan bepaalde woorden onderstreept, aangegeven door genoemde kommandant op het model-verzoek, dat hier of daar wordt opgehangen. Je geeft nu je ‘verzoekie’ aan je sergeant, deze geeft het, met zijn advies denk ik, aan de luit', en die geeft het, met zijn advies, aan de kompagnieskommandant. En dan ga je 's middags ‘op rapport’ en daar wordt over je lot beslist.
Maar als je nou es wat te vragen hebt aan je bataljonskommandant, dan kom je er niet met een kwart-velletje af! Dan moet je je verzoek schrijven op een half vel model-papier, dat je koopt in de kantine voor drie cent per folio vel. Waarom? Ik denk voor het slijten in al de handen, waar het doorgaat, eer het zijn bestemming bereikt.
Ga je nog ‘hoger op’ dan is een folio vel nodig, dus een dubbel groot vel papier. En dan ben je nog lang niet aan de allerhoogste sport gekomen. Ik was van plan, iets aan de Minister van Oorlog te vragen - wat vrij doelloos is, geloof ik, want ik heb zo de indruk, dat die brave man niks niemandal heeft