XIX
Er is van avond een veldslag geleverd en ik heb er zelf m'n deel aan gehad. Verontrust u evenwel niet te zeer, geduldige lezer, want bloed is er niet gevloeid, al was het gevecht zeer geanimeerd en niet zonder betrekkelijk noodlottige gevolgen.
Op onze kamer was gearriveerd een mand met peren. Voor een van de landstormers, die z'n lotgenoten wou trakteren. Door de schuld van de militaire post echter mislukte de traktatie min of meer, want de mand was een week onderweg gebleven en de meeste peren dientengevolge in vrij vergevorderde staat van ontbinding. Bovendien had de een of andere guitige postambtenaar (vermoedelijk) de onbetaalbare geestigheid gehad, de ongerepte vruchten te konfiskeren en daar zaten wij alzo met de gebakken, c.q., de rotte peren, enkele honderden in getal.
Een heel kringetje soldaten stond in diepe verslagenheid om de mand, zocht weemoedig rond in de onooglijke massa om nog hier of daar een eetbaar peertje te ontdekken, en de opmerkingen over de post en z'n dienaren waren weinig welwillend.
Toen, plotseling, ontdekte er een, dat die zachte, weke, nattige bolletjes nog wel ergens voor te gebruiken waren. Hij nam er een in de hand en keek rond. Midden in de kamer stond de grootste man van de sektie de was uit te zoeken. Hij rookte een stenen pijp en riep eentonig en vreedzaam wapennummer na wapennummer. Daar vloog iets door de lucht, vlak langs zijn pijp en sloeg met een kletsend geluid tegen het houten beschot naast z'n hoofd te pletter. Het geroep hield op. Er viel een goorgewassen hemd in de grote spuwbak en de landstormer wreef als een razende over z'n gezicht en z'n nek. Hij was overspat met nattige, kleverige kloddertjes peren-rottigheid. En hij vloekte lichtelijk.
Lezer, ik verzeker u, dat er vrolijkheid was. Erger nog dan wanneer Duymaer in de Kamer de sluizen zijner welsprekendheid openzet.
En terstond werd het besmettelijk. Iemand die over z'n kist gebogen stond, sprong er in eens overheen en greep in z'n nek, waar iets onbeschrijflijk vies met een natte klets tegenaan gekwakt was. Wraakgebrul en vreugdegehuil klonk van alle kanten op.