X
Ah! wat een dag!
Wat een dag! Wat een dag!
Inspektie door de generaal! Door een echte generaal, een met vier sterren en dikke rooie strepen in z'n broek. Niet, dat de soldaten er veel om malen. Alleen: er zitten allerlei lijntjes aan. Dat is plezierig. De vloeren moeten gezwabberd worden. Een vies werkje, maar de lui vechten er om: vrij van exercitie. De soldaat doet namelijk alles ter wereld liever dan exerceren. De planken moeten worden afgestoft, de blinkende bullen gepoetst, de kribben onberispelijk gericht, de wolletjes model, zeer buitengewoon model opgemaakt.
Er was zelfs een revolutie! Een echte omwenteling! De jassen lagen tot nu toe onder de broeken op de plank. Er was een tegenorder, die iedereen zenuwachtig maakte, van de kompieskommandant af tot de korporaals toe (de laatsten het minst weliswaar). De broeken moesten nu onder liggen en de jassen daar bovenop. Stel je zo'n omwenteling voor! Wat moet daar al aan zijn voorafgegaan! De haren rijzen je te berge bij het denken er aan alleen al. Maar wij, onversaagde landstormers, hebben de revolutie in de puntjes tot stand gebracht. En zonder bloedvergieten. Maar we lachten wel.
De officieren waren nerveus. Ze knepen, zoals de term luidt. Zelfs de kompieskommandant kneep. Hij tierde af en toe. Hij vloekte wel niet, maar hij kankerde. O, hij kneep zo, de arme kerel.
Toen alles brandschoon en keurig, keurig in orde was, ging de kompagnie naar buiten. Exerceren en athletische oefeningen doen. De instrukteurs in nette turnkostuums.
Dan blies de trompetter het signaal: ‘Geeft acht!’ De wacht kwam in het geweer, en de allerverschrikkelijkst hoge stapte het terrein op. En inspekteerde. Inspekteerde de pas gezwabberde geboende, gestofte, gepoetste loodsen. Hij heeft bepaald z'n handen ineengeslagen over zoveel netheid en zeer geroemd de hygiënische maatregelen op Entos.
Maar veronderstel nu eens, dat zo'n inspektie niet van te voren werd aange-