Dus als ie uitgeraasd is, lachen we allebei en dan gaan we weer verder.’
Gerbrandt lachte mee. Hij vond het maar een rare verhouding. Nieuwsgierig liep hij naar de ezel, waar Frans Hals had staan werken. Het was een grote kop van een grimmig kijkende boer met een paars aangezwollen komkommerneus en een paar zwemmende varkensoogjes. Het was heel los geschilderd met brede vegen. Gerbrandt moest lachen om de kwade uitdrukking van de botte tronie, maar hij vond het ruw en slordig gedaan.
‘Zeker pas opgezet?’ vroeg hij onzeker.
‘Bijna klaar,’ lachte Frans.
De ander keek naar de penselen, die uit het duimgat van het palet staken.
‘Wij mogen voor een kop zulke brede penselen niet gebruiken.’
‘Wij ook niet. Maar ik kan niet met andere werken.’
‘Ja maar,’ begon Gerbrandt.
Frans gaf hem een stoot met zijn elleboog en lachte vrolijk.
‘Hou maar op!...... Ik weet alle maren van jouw en mijn meester, maar ik kàn het niet anders, man...... Als 't zo niet gaat, leer ik 't nooit, en dan heb ik er geen zin in ook......’
Gerbrandt vond hem onbegrijpelijk eigenzinnig en brutaal. Hij keek weer naar den boer en schrok bijna van de giftige blik uit de toegeknepen oogjes. Dat was toch wel duivels goed getroffen. Ook het verweerde van de wangen en het verbrande rood op de jukbeenderen kwam hem plotseling ongemeen levend voor. Maar de wilde penseelstreken, die je zo brutaal naast elkaar zag staan, bleven hem hinderen.
‘Ga d'r een beetje verder af,’ ried Frans.
Nu leek het waarlijk beter, de kleurvegen liepen dooreen, het was niet meer zo onsamenhangend en onaf...... Maar dat was de schijn, door de afstand...... Het was toch niet goed zo, het kon niet goed zijn...... Frans trok zich van zijn bedenkelijk gezicht niet veel aan. Hij bleef maar lachen.
‘Ik heb er nou eenmaal plezier in om het zo te doen,’ zei hij. Als 't niet goed is, in godsnaam...... maar ik vind 't wel goed...... En als niemand vindt, dat 't goed is, dan word ik maar bierbrouwersknecht en ik knoei 's avonds voor mijn eigen plezier.’
Het klonk verwonderlijk resoluut.
‘Hoe oud ben je?’