Letterkundig overzigt en proeven van de Nederlandsche volkszangen sedert de XVde eeuw(1828)–Jacob Carel Willem le Jeune– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] LXXX. Het Spook. 1. 't Was nacht, maar maneschijn, Toen mij de vlooijen beten, Ik kon in 't bed niet zijn; De hitte deed mij zweeten; 'k Stond op, en nam tabak, En rookte op mijn gemak. 2. 'k Zat voor mijn vensterraam In mijn japon gedoken; De tijd was juist bekwaam Gelijk men zegt voor spoken, Als zijnde dan ter been; De klok was effen één. 3. 'k Had 's avonds om de klugt, Bij Campioen gelezen Van spook en spookgerugt, En dacht 't zou kunnen wezen, Dat zich bij nacht misschien De geesten laten zien. [pagina 268] [p. 268] 4. Daar ik dit overdacht, Zag ik aan de overzijde Bij 't maanlicht op de gracht, Een paar verschijnsels, blijde, Zoo 't scheen, dat zij malkaêr Ontmoeten: 't is wel waar. 5. Aan beider wit gewaad Dacht ik, het waren spoken, Of geesten in dien staat Ten afgronde uitgebroken, En zij verdwenen knap Juist in een keldertrap. 6. 'k Dacht nu geloof ik meê: Dat geesten wel verschijnen; 'k Merk duidlijk waar die twee Fluks voor mijn oog verdwijnen, Zij daalden immers neêr, En 'k zie hen thans niet meer. 7. 'k Hield op de plaats mijn oog En toen 'k nog stond te kijken, Rees 't geestenpaar omhoog, Wanneer 't mij kwam te blijken Dat het terzelver stond Zich vol genoegen vond. [pagina 269] [p. 269] 8. Ik zag den eenen geest Den and'ren hartlijk kussen, Maar dat mij 't allermeest Verwonderde, ondertusschen, Was dat dit geestenpaar Juist huis hield naast elkaêr. 9. 'k Had echter nooit gehoord Van spoken in die huizen: Mijn vrees verdween toen voort, En, om 't niet uittepluizen, Wat spokerij het was; Verklaarde 't zèlf zich rasch. 10. De zoon van gierige Aagt, Die niet vermogt te paren, Had Rijk-buurs kind behaagd, Des zij bijeen vergaêren In 't midden van den nacht: Zoo spookten zij met kracht. 11. 't Gevolg dier spokerij Gaf hun een man'lijk geestje, Van 't spoken zijn zij vrij Na 't blijde huwlijksfeestje, En ik voor spreukjes doof, Verban het spookgeloof. Uit een blaauwboekje. Vorige Volgende