Letterkundig overzigt en proeven van de Nederlandsche volkszangen sedert de XVde eeuw(1828)–Jacob Carel Willem le Jeune– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXIX. Ik heb een les gekregen Van Bacchus' zoete kind: Geen fluitjes uittevegen Als daar men smaak in vind. Fluitjes wil ik zonder plengen, Glaasjes wil ik zonder dorst, En 't is een borst Die zonder dorst Weet een glaasje voorttebrengen In één teugje ongemorst. Tsa bazen vol van vreugde Vrienden van 't edle nat, Drie glaasjes zijn drie teugen, Drie maakt een klaverblad. Het blaadje wil ik met een steeltje, 't Steeltje wil ik zonder meer. Vier is het al, Hier houd ik stal, En ik zweer bij Bacchus' keeltje Dat ik niet meer drinken zal. [pagina 250] [p. 250] Doch tot een zoet besluitje Van deze vrolijkheid, Breng 'k u een minnelijk fluitje De juffers toegewijd. 'k Wil het naar mijn keeltje stieren 'k Laat het naar mijn hartje gaan. Uit is de fluit, 'k Zing overluid, 'k Wil nu Venus' kusjes vieren Bacchus' lessen hebben uit. 't Groot Hoornsch Liedboekje. Vorige Volgende