Letterkundig overzigt en proeven van de Nederlandsche volkszangen sedert de XVde eeuw(1828)–Jacob Carel Willem le Jeune– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XLII. Nieuwejaars-liedeken, Ter eere der IJzer- en Staaldwingers ende Hamerbazen, Gildebroeders van St. Loy, te Haarlem. 1657. Smits hamerbazen In Sparens stad, Door 't vier te blazen Zoo maakt gij rad, Gij zijt bedwingers Van veel metaal, Door hand en vingers IJzer en staal. Uw dapperheid dan Ons vruchten brengt an, Niemand die u ontberen kan. [pagina 187] [p. 187] Gij die uw leden Buigt om profijt, Door 't aardig smeden Ons dienstig zijt: Veel wondre dingen Door 't hamerslag Ziet men u bringen Ons voor den dag: Gij ons verheugt, Door nuttigheids deugd, Gij met regt de kroon dragen meugt. Tot elks genoegen, Door uw verstand, Ziet men beploegen De zee en 't land: Veel dierbaar waren, 't Geen dienstig was, Ons door het varen Door 't zeekompas, Veel ankers gij meê Maakt, die ons op zee Bewaren, op een gulde reê. Uw vier, uw vonken Ons niet verveelt, Die ziet men pronken Op uw aanbeeld, Door 't hamerdreunen Met uw praktijk Zoo ziet men kleunen Aardig muzijk: [pagina 188] [p. 188] Door 't buigen uw' leên Verheft hem de een, De ander hamer daalt beneên. Prins gildebroeders Kloek en valjant, 'k Wensch goê behoeders Voor 't vaders-land: Dat wij in vreden Wonen met lust, Opdat wij smeden In zoete rust: Dit wenscht u eenpaar Uw knecht allegaêr, Uit liefde, tot een nieuwejaar. Los blaadje. Vorige Volgende