Letterkundig overzigt en proeven van de Nederlandsche volkszangen sedert de XVde eeuw
(1828)–Jacob Carel Willem le Jeune– Auteursrechtvrij
[pagina 174]
| |
Alarm, alarm, tsa boeren tsa,
De kans is nu eens weêr verkeerd,
Bevemos vino, laat druk verdwijnen
Los Espagnoles zijn meer begeerd.
Italianen.
O bella figlia, ô amor mia!
Mijn hoop, mijn troost, mijn koningin,
Wilt u met mij, uw lief, verblijên
A poco, poco, regt naar mijn zin,
Neemt nu de krijg weêr een begin.
Beviamo bene, koele vocht,
Laat ons bedrijven bij boere wijven
De oude Italiaansche nocht.
Françoysen.
Tire le vin, tsa spoelt de glazen,
Faites grandchere, laat droefheid staan:
En laat ons roepen, tieren, razen:
Vive la guerre, de krijg gaat aan,
Tsa lustig tsa, laat het glas omgaan,
Ik moet nu pooijen, want ik zal weêr
De boeren plagen, 't kan nu niet dragen
Of ik een daaldertje meer verteer.
Engelschen.
En gij o noble English souldiers,
Die garen ziet een pretty wench:
O gentlemen! wier sterke schouders
Het Nederland dient voor een trench.
| |
[pagina 175]
| |
Set now your sweethart upon a bench
And kiss her, kiss her vrij dag en nacht:
Laat nu jou pijken niet slaplijk wijken,
Want de krijg is op de jagt.
Hoogduitschen.
Mein liebste Schatzlein last uns nicht trauren,
Dann der Krieg fangt wieder ohn
Hael mich ter Teubel, de looze Bauern
Will ich ytsunder forcieren thun,
Bis ich bekom ein guten lohn
Dann die Fried hat jetzt ein loch,
Nun lasst uns laufen, fressen und saussen,
Die Bauren mussen's bezahlen noch.
Nederlanders.
Gij Nederlandsche bootsgezellen,
Geboren krijgslui te zee, te land,
Wilt u met ploegen niet langer kwellen,
Maar neemt de wapenen bij der hand.
Het vuur des krijgs is in den brand,
Dies raad ik dat gij lustig laat
De Spaansche boelen uw handen voelen,
En weert het heimelijk verraad.
Friezen.
Myn leave Bauckje, myn swiete Famke,
Het bruyt ons 't jylt, as ick 't fersin?
Het deale Gabbe, barstu dus Jamke?
Is dy de holle hael op de rin?
| |
[pagina 176]
| |
Ja Bauckje liaef, ick sis, ick bin
So bly, dat ick korts riucht opsprong,
Het tusin kroone, de krieg gaat oone,
Dat macket dat ick van freugde siong.
Latinisten.
Vos studiosi genaamd studenten,
Die uw geld vast hebt verteerd
Met dansen, springen, met batementen,
En niet een kruim daarvoor geleerd,
Qui per plateas des nachts grasseert,
Verkoopt uw boeken, koopt geweer,
En wilt met d'andre, na 't oorlogh wand'ren
De boeren kwellen van boven neêr.
j. starter's Boertigheden, bl. 9. |
|